EVERYBODY HIPPIE?
Dit jaar had ik maar 1 vakantiedoel en dat was het bezoeken van een ‘authentieke’ hippiemarkt. De rest van de week heb ik voornamelijk rond het zwembad van de finca gehangen. San Miguelletje erbij, roseetje erbij, boekje erbij, beetje hangen, beetje lezen, even een tukkie doen en dan nog maar een San Miguelletje. Om een uur of 18.00 wat boodschapjes doen, daarna wat salades en andere lekkere hapjes in elkaar draaien en om 20.00 aan tafel met een knisperde barbecue op de achtergrond. En ja, zo gingen de dagen best snel voorbij. Wekkers werden er door P. en mij niet gezet, dus we kwamen pas rond een uurtje of 12.00 uit onze kamer om weer plaats te nemen rond het zwembad met een San Miguelletje. En dat dan 7 dagen achter elkaar. Maar die hippiemarkt, daar moest ik bij zijn afgelopen zaterdag, dus om 10.00 reden we met onze Seat Ibizaatjes richting ‘Las Dahlias’ om daar terecht te komen op een soort Albert Cuijp, maar dan met spiegeltjes en kraaltjes. Na een kwartiertje snuffelen staan vriendin M., D. en ik stil bij een kraampje met ringen en andere glimmende dingen. “Ladies”, begint een hippie met baard, maar zonder z’n zin af te maken praat hij daarna alleen tegen mij. “I see you have beautiful red hair… and a lot of other things too.” Z’n blik gaat vanaf m’n haar zo’n halve meter naar beneden en blijft ongegeneerd rusten op m’n borsten. “What’s your name?”, vraagt de hippie. “I’m Luna”, zeg ik, “what’s yours?” “I’m the lord of the rings”, antwoordt de hippie en pakt m’n hand om er tergend langzaam 2 ietwat natte zoenen op te geven. We kijken elkaar diep in de ogen. Hij is niet eens lelijk. Hij is eigenlijk best lekker. Al is-ie 60. Het is een beetje een Sean Connery. Ik zou hier best wel m’n leven kunnen slijten, zo op Ibiza, samen met Sean. Hij een beetje ringen verkopen, ik een kraampje met PloesiePoesies gemaakt van hippiestofjes. Wat belletjes eraan. Misschien wat wierook erin voor het ‘authentieke’ hippiegevoel. Ik voel ineens een enorme behoefte om wat hippiejurkjes aan te schaffen en ik fladder van het ene standje naar het andere standje om uiteindelijk voor een zwierig zwart met groen en een fladderig zwart met roze exemplaar te kiezen. Wanneer ik terugloop richting Sean om hem m’n nieuw verworven jurkjes te showen en te vertellen dat ik de rest van m’n leven met hem wil delen, zie ik dat hij alweer een andere witte toerist aan het versieren is. Ach ja, spread the love.
GREETINGS FROM IBIZA
Onze finca Mariposa op Ibiza staat er best lekker bij. Het is een groot huis met 6 slaapkamers, 4 badkamers, 2 woonkamers, 2 tv’s en in de keuken bevind zich zelfs een staafmixer. Ook het zwembad, de jacuzzi, de 3 patio’s en de 3 Seat Ibizaatjes die voor de deur staan zijn helemaal niet verkeerd. Alle kamers hebben 2-persoonsbedden, dus niet 2 keer een 1-persoonsbed tegen elkaar aan geschoven, zodat je, als je lepeltje-lepeltje wil liggen, ertussen flikkert. Het beddengoed is schoon en wit en er staat hier een grote Amerikaanse dubbele koelkast die we de eerste dag tot de nok toe hebben gevuld met flessen rosé, San Miguelletjes, stukken manchego van 500 gram per stuk, de zoetste tomaten, de roodste lappen vlees, gezellig ogende vissen, garnalen, pakken gazpacho, flessen wodka, appelsap, avocado’s, fruit in alle kleuren van de regenboog, waaronder 2 kilo verse aardbeien, bijna alle soorten groenten en een paar dozen ijsjes. Bijna als vanzelf lijken er elke ochtend weer een paar verse broden op het aanrecht te verschijnen en er staan bomen met sinasappels in de tuin die we mogen plukken om uit te persen voor verse jus d’orange. Ook de citroenboom bij het zwembad doet goede dienst als smaakmaker in glazen water of over vis. Best gezellig is het feit dat ik hier op Ibiza eindelijk mee mag pokeren met de mannen en dat ik dan net doe alsof ik er helemaal niks van snap, maar er ondertussen wel gewoon met de pot van € 50,- vandoor ga: “Ik ga blind all-in! Watch me do it motherfuckers!” De eerste nacht kwam er een poes langs het zwembad rennen die ik meteen heb verleid en gepaaid met een paar moten zwaardvis die nog over waren van de barbecue. Sindsdien is ze niet meer van de finca af te slaan en heeft ze een eigen stoel en een eigen zak kattenvoer gekregen. Surrogaatpoes Mercedes blijkt een prima afleiding voor Bruce Lee, John Digweed, Lolita en Skinner, voor wie overigens prima gezorgd wordt door ex S. en de buurvrouw. Het was hier gisteren hot and sunny en eigenlijk vandaag precies hetzelfde. We gaan zo met z’n 10-en richting een idyllisch strandje om daar wat te hangen en misschien bestel ik wel een piña colada. Of 2. Verder valt het hier eigenlijk allemaal vies tegen.
LUNA KOTST EEN STEWARDESS ONDER
Wanneer ik op het display van m’n mobiele telefoon kijk is het 3:35. “Kut!”, roep ik terwijl ik P. wakker schud, “Kuttekuttekut!” We hadden allebei onze wekker om 3:00 uur gezet en zijn er allebei doorheen geslapen. Binnen enkele seconden heb ik m’n spijkerbroek aangetrokken en vertrek richting badkamer om de laatste badspulletjes bij elkaar te graaien. Shampoo, tandenborstel, tandpasta, hup in de tas, hup naar boven, hup m’n koffer inpakken, hup nog even de katten bijvoeren. En daarna hup om 3:45 de taxibus in die al stond te wachten. “Jesus, wat a-relaxt”, zeg ik tegen P. terwijl we met de taxi richting vrienden T. en I. rijden. “Ik voel me niet zo lekker”, zeg ik terwijl we daarna vriendin M. ophalen. En na het inchecken en het settelen in de vliegtuigstoel voel ik me nog steeds niet echt optimaal. Ik draai naar links, ik draai rechts en ondertussen draait m’n maag een paar rondjes mee. “P. ik ben een beetje misselijk”, zeg ik. En ik voel het halve broodje mozzarella met tomaat omhoogkomen. Oh nee! Nu kan ik sowieso niet tegen reizen. In auto’s en bussen word ik ook altijd misselijk, maar een vliegtuigreisje heb ik altijd kunnen overleven. Ik check het ‘Airsickness’-zakje. Dat ga ik dus echt niet gebruiken. Dat is voor losers. En dan iedereen zeker omkijken terwijl ik over m’n nek ga in zo’n zakje. Hell no! Rustig blijven, doorademen, even een slokje water dan. Maar het gaat niet over. Okay, actie. Richting het vliegtuigtoilet en dan hoppeta, meteen dat broodje lozen, dat is de beste optie. En terwijl ik richting het vrije toilet loop zie ik een meisje opstaan en ook richting toilet lopen. En even later sta ik heel hard in het gangpad te hopen dat dat meisje heel snel klaar is, maar, en dat zul je net zien, het meisje neemt er lekker de tijd voor. En terwijl ik aan leuke dingen probeer te denken voel ik het gal opkomen. En heel veel spuug. En ik kan het niet meer stoppen. Met m’n mond vol gal, water en dat broodje mozzarella kijk ik een stewardess wanhopig aan. Ik hou stevig m’n hand voor m’n mond, omdat ik anders de vliegtuigvloer onder kots. “Moet je overgeven?”, vraagt de stewardess en terwijl ik knik kiept zij heel kordaat een grote bak met plastic bekertjes leeg en houdt de bak onder m’n mond. En dan eindelijk kan ik alles eruit gooien. M’n opluchting is groter dan m’n schaamte.
LUNA VINDT ER GEEN BAL AAN
Dat hele EK, dat kan mij in principe gestolen worden. Ik mag dat soort dingen niet hardop zeggen hier in huize P. en Luna, want dat zou misschien wel ongeluk kunnen brengen. Denkt hij, de man des huizes. In een ver verleden was hij profvoetballer en stond zijn leven in het teken van de bal. Ook de jaren daarna trapte hij nog 3 keer per week een balletje en had ieder weekend een wedstrijd. Nu is een avondje voetbal kijken op tv zijn manier om te ontspannen. En misschien zou ik me, als vrouw van, eigenlijk best wat meer kunnen interesseren in zijn hobby’s en liefhebberijen, want dat hoor je als significant other nou eenmaal te doen. Maar die tijden zijn voorbij. Maar vroeger, toen P. en ik net samen waren ging ik regelmatig met hem mee naar het voetbalveld om hem aan te moedigen. En ik heb toen ook écht goed m’n best gedaan om te veinzen dat ik het leuk vond. Maar het zit niet in me. Ik vind sporten stom. Ik vind voetbal stom. Ik snap de heisa niet. Dus nadat ik P. eenmaal volledig voor me had gewonnen stopte ik met het veinzen van de voetbalinteresse: “Ik heb een hekel aan voetbal, maar ik maak wel hele lekkere balletjes gehakt met jus!” En nu hoor ik de gemiddelde vrouw al zeggen: “Ach, maar tijdens het EK heb je er geen kind aan hè, aan je man? Het houdt ‘m van de straat.” Maar mijn man (38) loopt al weken te zeiken of ik Panini voetbalplaatjes mee kan nemen als ik toch in de stad kom: “Kun je voor mij voetbalplaatjes meenemen, aaaaaah?” Omdat ik van dat gezeur af wilde zijn kocht ik 20 zakjes voetbalplaatjes om in te plakken in het voetbalalbum dat we gratis kregen bij een of andere krant. Op dit cadeau reageerde P. met: “Zo weinig maar? Je moet meteen een hele stapel meenemen.” Die avond trof ik hem aan terwijl hij de zakjes openscheurde: “Ik heb nog steeds geen Nederlander! Ik wil een Nederlander.” Toen ik vroeg of ik er eentje open mocht maken keek hij eerst licht geïrriteerd, maar ik vond daarna wel mooi John Heitinga in het laatste zakje. Daarna legde hij alle plaatjes op volgorde en plakte ze keurig in z’n album. De dubbele deed hij in een envelop. Ik had er inderdaad geen kind aan. Misschien frituur ik vanavond wat bitterballen voor ‘m.
LUNA WORDT UIT BED GETRAPT
In het schemerdonker en nog half-slapend voel ik wat kriebelen in m’n nek. Zo, zo! Een massage in de ochtend! En dat op een vrijdag! “Hmmmm”, mompel ik en ik schuif wat dichter tegen P. aan, maar wanneer ik dat doe voel ik een gewicht van zo’n 5.8 kilo op m’n rug meeschuiven. Oh shit, het waren niet de vingers van P. die mijn nek beroerden, maar de pootjes van Bruce. Taak is nu vooral om te doen alsof ik nog slaap. Ik probeer niet te bewegen en rustig te blijven ademen, maar het is al te laat: Bruce is al aan zijn charme-offensief begonnen. Ritmisch stimpestampt hij zijn voorpootjes op m’n rug, ondertussen luid ronkend en spinnend. “Oh, Bruce, please”, mompel ik en duw hem van me af om op m’n zij te gaan liggen. Binnen enkele seconden ligt Bruce bovenop m’n heup. Zucht en steun. In het huishouden van P. en mij bestaan eigenlijk geen vaste regels of tijden omtrent opstaan, naar bed gaan, ontbijten, lunchen, avondeten of het voeren van de katten. En dat ging allemaal goed, tot een paar weken terug. Als P. vroeger opstond dan ik, dan liet hij mij en de katten nog even in bed liggen. En die katten lagen er altijd prima en rustig bij. Maar sinds een tijdje begon Bruce met stimpestampen zodra P. uit bed was. Hij porde net zolang met z’n nagels in en uit m’n lichaam tot ik ook uit bed kwam om hem z’n eten te geven. Doodvermoeiend. “Liefje”, zei ik vorige week, “als jij eerder uit bed bent dan ik, dan moet je de katten voortaan meteen eten geven. Want dit is kut.” Probleem opgelost. Dacht ik, want op de een of andere manier moet Bruce hebben begrepen dat hij nu sowieso eten krijgt van degene die als eerste boven is. En hoe laat dat is, dat interesseert hem weinig, want vanmorgen keek ik om 5.20 naar het display van mijn mobieltje. Mijn: “Bruce, het is kwart over vijf, ga slapen”, had niet het gewenste effect. Ook mijn: “Bruce, ga P. lastigvallen”, zorgde er niet voor dat Bruce stopte. Ook niet toen ik de zwarte kater richting P. gooide. Toen ik om 5.45 met Bruce in de keuken kwam staarden we samen naar een nog vol voerbakje.
THEY TRIED TO MAKE ME GO TO REHAB
Ik heb m’n hele leven angstvallig alles proberen te vermijden wat met optreden, voor een grote groep spreken, performen of op een podium staan te maken heeft. Mijn eerste optreden was tijdens een kerstmusical en ik had maar 1 regel tekst. Meer dan 25 jaar later weet ik dat regeltje nog precies: “Nee, dank u, ik heb al een boompje.” Op het cruciale moment was ik ‘m vergeten. Daarna leek het mij verstandig om nooit meer op een bühne te staan. In latere tijden heb ik nog wel eens wat dansjes gewaagd op een podium, maar dat waren dan altijd spontane acties geïnitieerd door een flinke dosis alcohol. En alcohol, dat was precies wat ik nodig had toen ik vrijdag om 14.30 arriveerde in toplessbar La Vie en Proost. “Is de bar al open?”, vroeg ik. Maar dat was nog niet het geval. “Is de bar al open?”, vroeg ik weer een half uur later, maar ik moest eerst even een soundcheck doen. Oh, God! “Lexie, ik ben zo sexy”, zong ik terwijl ik met m’n kont, in m’n paarse 70’s bloemetjesjurk, op de bar zat, “zeg maar hoe je ’t wilt m’n luv, op je rug of soixante neuf?” Ik vroeg me af waar ik in Godsnaam aan begonnen was, maar toen ging de bar ineens open en stond ik met glas witte wijn in m’n ene hand en een flesje witte wijn in m’n andere hand met FOXY-collega’s, FOXY-relaties en FOXY-adverteerders te praten. Ondertussen liepen er naakte meisjes over de bar en nam ik nog maar een grote slok. Ook tijdens de speech van hoofdredacteur P. fluisterde ik tegen collega J. dat ik echt niet, heus niet, nee, echt niet zenuwachtig was. En nog maar een wijntje. En toen was het al zover. En eigenlijk ging het best goed. Maar ik was blij dat ik er vanaf was. Kon ik eindelijk weer een wijntje nemen om bij te komen van de schrik. Alles was achter de rug! Maar toen ik die avond in licht beschonken staat thuiskwam trof ik een YouTube-link aan in m’n mailbox. “Oh, Jesus, Christus”, zei ik tegen P., “er is iemand geweest die het heeft gefilmd en het staat nu al op YouTube.” Ik zag mijn carrière in de politiek volledig aan me voorbij gaan. Ik liet het P. horen. “Het valt eigenlijk best mee hè”, zei ik. “Ja, eigenlijk best wel”, zei P. oprecht verbaasd, “hoe komt het dat je dan hier in huis altijd zo loopt te gillen?” “Ik weet het niet”, zei ik. "Je wordt de nieuwe Amy Winehouse”, zei partner P., “ik zie behoorlijk wat overeenkomsten.”
En ik schaam me er helemaal niet voor! Dus zie HIER (of eerder luister hier) naar het eenmalige optreden dat FOXY-hoofdredacteur P. en ik gaven.
LUNA ZONG LEXIE
“Zou jij op het komende FOXY-feestje met mij willen zingen?”, vroeg hoofdredacteur Peter Muller mij een paar jaar geleden. “Oh ja, jawel hoor”, had ik vol bravoure gezegd, maar stiekem was ik altijd blij dat er nooit meer een FOXY-feestje van was gekomen. Tot een paar maanden terug, want collega J. vond het toch echt de hoogste tijd voor een feestje en hoofdredacteur P. vond het prima dat zij het ging organiseren. “En jij gaat met Peter zingen hè?”, zei ze. “Eh, nou" begon ik, "ik heb 3 jaar geleden een keertje ‘ja’, gezegd, maar eigenlijk, eh, nou, eh, moet dat? Ik durf niet! En ik kan niet zingen eigenlijk. Oh, moet dat? Kunnen we niet met alle meisjes van de redactie zingen? Anders sta ik zo alleen?” Maar ja, toen vroeg hoofdredacteur P. het me nog een keertje en toen vond ik eigenlijk dat ik niet zo’n schijterd moest zijn. Het ergste wat kon gebeuren was dat ik volledig af zou gaan voor de voltallige seksindustrie, maar er waren toch zeker wel ergere dingen te bedenken dan dat. Honger bijvoorbeeld. Of armoede. Of iets met orkanen. Wakker worden en het zonder afwasmachine moeten doen lijkt me ook geen pretje. Of een dode kat vinden. En niet af en toe uit je comfort zone stappen en nooit dingen doen die je niet durft lijkt me ook geen gezonde levensinstelling. Dus ik zei: “Tuurlijk Peter, tuurlijk ga ik met je zingen.” En nu zijn er van die liedjes waarvan je maar 1 regeltje hoeft te horen om ze daarna de hele dag op repeat in je hoofd te hebben zitten. Ik noem een ‘De Meeste Dromen Zijn Bedrog’ van Marco Borsato, een ‘Kedeng Kedeng’ van Guus Meeuwis en een ‘I Will Always Love You’ van Whitney Houston. En sinds de afgelopen week kan daar dus ook het liedje ‘Lexie’ bij, het liedje dat hoofdredacteur P. in 1968 zong met Joke Raviera; ‘Lexie, ik ben zo sexy / Het kantoor laat je maar stikken / En kom lekker liggen likken.’ Peter Muller richtte in de jaren ’60 het seksblaadje Candy op en Joke Raviera was de dame die in die Candy de brievenrubriek schreef. In die tijd was het liedje ‘Lexie’ een grote schande en er zijn zelfs mensen voor in de gevangenis beland. Nu, 38 jaar later wilde Peter Muller dat liedje nog 1 keertje zingen. Een soort 2008 edition. Dus gisteren, op 30 mei 2008, stond ik met de hoofdredacteur van de FOXY op het podium van een blote-tieten-bar in Amsterdam. En ik zong uit volle borsten: “Lexie, ik ben zo sexy…”
JE MAAKT WAT MEE
“Heb jij gisteren iets in de diepvries gelegd?”, vraag ik aan P., maar het is een retorische vraag. Ik zie het antwoord namelijk al. “Ja, een pizza”, roept P. vanaf de bank, “waarom?” “Omdat godverdegodver de hele diepvries is ontdooid”, roep ik, “je hebt ‘m uitgezet!!!” “Nou, dan zet je ‘m toch weer aan?”, zegt P. relaxt. “Jesus Christus, godverdomme, jij weet ook echt niks van apparaten, die diepvries is meer dan 24 uur aan het ontdooien geweest,wat denk jij nou? Ik moet alles weggooien! Alles”, gil ik. “Sorry hoor”, hoor ik vanaf de bank. “Sorry, sorry? Er zaten allemaal lekkere dingen in. Sorry? Jij gaat het allemaal opruimen en alle bakjes leegmaken en in de vaatwasser zetten. Ik doe het niet! Zonde! Dit is echt zo ontzettend zonde. Ik ben weken bezig geweest om allerlei lekkere dingen in te vriezen. Voor jou! Zodat jij als ik er niet ben ook nog gewoon lekker kan eten en niet zo’n gore magnetronmaaltijd van de Albert Heijn hoeft op te warmen.” Ik staar naar een doosje met ontdooide lamskoteletjes. “En al dat biologische vlees!”, roep ik, “al die beesten zijn nu voor niks gestorven, godverdomme. Zielig. Klootzak.” “Ja, nu weet ik het wel”, roept P., “ik heb een fout gemaakt. Ik heb het eten in de vriezer verkloot. Alle gerechten die jij met liefde hebt gemaakt en hebt ingevroren in Tupperware-bakjes moeten worden weggegooid. Bij het sluiten van de diepvriesdeur heb ik niet genoeg gedacht aan de ongelooflijke liefde en aandacht die jij hebt tentoongespreid. Laat ik op de grond gaan liggen en stap over me heen! Of zal ik gaan rollen in die gesmolten perenijsjes? Moet ik iedere vrouw buiten gaan vertellen wat ik gedaan heb? Zal ik niet alleen aan jou spijt betuigen, maar aan alle vrouwen van Nederland? Aan alle vrouwen die dit soort fouten nooit maken?” “Eh”, zeg ik, “nee, jij moet het gewoon allemaal opruimen! Ik doe het niet!” “Of moet ik soms een weblog beginnen?”, roept hij. “Een soort algemeen Mea Culpa van mij naar alle vrouwen? Een weblog waarop ik iedere keer als ik weer eens iets fout doe kan schrijven hoe dom ik wel niet ben? En hoe dom mannen zijn? Zoiets?” “Eh, nou”, begin ik en ik moet bijna lachen. Bijna. “Nee”, roep ik, “ik wil gewoon dat jij die hele diepvries schoonmaakt, verdomme.” Maar vanmorgen stond ik zelf de inhoud van alle Tupperware-bakjes in de vuilnisbak te gooien. En vanavond mag P. mooi voor z’n eigen prakkie zorgen.
LUNA MAAKT KITTIE KOETUUR
Ik liep al tijden met het idee om shirtjes te gaan poezenpimpen! En met alle ideeën is het uiteindelijk zo; gewoon doen! Dus ik voorzag gisteren 6 (kinder)shirtjes van poezenemblemen, franje en bloemetjes en ik ben zeer tevreden met het resultaat. Wat zeg ik? Ik vind ze fantastisch en ik ben ze al de hele dag aan het aaien en bewonderen! Ook na een rondje door de wasmachine bleef alles er nog even mooi uitzien. () En ja; ze moeten nog gestreken worden, maar ik kon niet wachten om ze online te zetten!
En nu zoek ik dus nog shirtjes! Effen kindershirtjes (of volwassen shirtjes maat S) in alle kleuren van de regenboog. Singletjes, shirtjes met korte mouwen, lange mouwen, vestjes, jasjes, hemdjes; alles is okay, zolang het maar in 1 kleur is! Nou ja, vooral geen opdruk, een shirtje met een biesje ergens hier en daar mag ook. En nu had ik gedacht dat er zich onder mijn lezers vast wel een aantal moeders of vaders bevinden die nog wel wat leuks in de kast hebben liggen. En ik gebruik liever tweedehands kleding dan nieuwe, omdat ik vind dat gedragen kleding een tweede kans verdient en er al genoeg wordt ge-massaproduceerd!
En uiteraard heb ik een goede deal! Stuur mij 6 kledingstukken (uiteraard wel gebruikt, maar nog van prima kwaliteit) (mail naar luna-apestaartje-ploesiepoesie.nl voor mijn adres) en ontvang er 1 daarvan helemaal gecustomized en verploesiepoesied terug. Natuurlijk mag je zelf bepalen welke van die 6 shirtjes je weer terug wil en welke kleuren jou aanspreken!
p.s. Volgende maand ga ik eindelijk m’n PloesiePoesie-site weer eens updaten en alle nieuwe merchandising, inclusief alle shirtjes online zetten.
JE MOET WAT
Kijk, dat hele gedoe met die kapper vorige week, dat deed ik alleen om überhaupt een stukje te kunnen schrijven voor deze site. Ik dacht; laat ik maar ‘ja’ zeggen tegen deze homo, want anders maak ik helemaal geen ene fuck mee in m’n leven. Ik wilde eigenlijk niet, want ik haat kappers. Ik heb een hekel aan mensen die aan me friemelen en aan kappers die aan me friemelen in het bijzonder. Maar omdat ik al bijna 2 weken niets bijzonders had meegemaakt en ook geen interessante gedachte had gehad, leek het me voor de houdbaarheid van deze site belangrijk om met deze kapper in zee te gaan. Je moet wat over hebben voor je weblog. De dagen daarvoor had ik al overwogen om mezelf voor een dagje te prostitueren, ik wil alles immers een keertje meemaken en de dag waarop ik 7 kerels van divers pluimage over me heen had laten gaan had zeker wat interessant schrijfmateriaal opgeleverd. Na lang overleg met P. besloot ik het toch maar niet te doen. Wel heb ik bij wijze van experiment verschillende kruiden gesnoven, ik noem een oregano, een basilicum en een tijm, ik was ondertussen toch bezig met een spaghetti bolognese, maar geen van allen had een noemenswaardig effect. De pasta was wel lekker trouwens. Nou ja, en verder slijt ik mijn dagen momenteel met opstaan, werken, boodschappen doen, koken, werken en daarna op de bank instorten. Ik heb ook nog wel wat sociale dingetjes gedaan, vrienden gezien, uit eten, dat soort dingen. Het zijn van die dagen waarvan je hoort te zeggen: “Ja, alles gaat lekker z’n gangetje hè?” Maar dat zijn juist dagen die mij een beetje tegenstaan. Dagen die inwisselbaar zijn voor elke andere dag. Ik wil groots. Ik wil meeslepend. Ik wil drama. Ik wil dat er wat gebeurt. En, ja, dat betekent dus dat je ‘ja’ moet zeggen tegen de eerste de beste homo die vraagt of hij aan je haar mag zitten. Je moet wat. Momenteel kijk ik naar het Eurovisie Songfestival . Misschien schrijf ik er morgen wel een stukje over.