TROUWJURK
Nog veel beter tegen een depressie: 2 briljante trouwjurken kopen op de Noordermarkt.
KEN U ZELVE
Als 2 vriendinnen hun verjaardag op dezelfde dag vieren, dan moet je keuzes maken. Naar wie ga je eerst? En op welk feestje sluit je af? Op het eerste feestje ben je nog in staat om interessante gesprekken te voeren en te luisteren naar wat je gesprekspartner te vertellen heeft en alles te onthouden. Op het tweede feestje kom je op z’n best licht aangeschoten binnen en dan is het maar hopen dat niemand dat door heeft, maar wat zeker is, is dat je er straalbezopen vertrekt. Ik besloot gisteren eerst naar het feestje van vriendin K. te gaan en af te sluiten op het feestje van vriendin J. in de Ebeling. Vooral omdat vriendin J., inclusief de vriendengroep die op haar feestje zou zijn, mij vaker in volledige staat van ontbinding hebben gezien. En een keertje meer of minder, daar zou niemand het later nog over hebben. Dus zat ik om 21.00 bij vriendin K. aan de Chardonnay en ik bleek, geheel volgens plan, prima in staat om gesprekken te voeren, namen te onthouden en ook nu weet ik nog waar alle gesprekken over gingen. Ik vertrok daar om een uurtje of 0.30 en ik weet nog dat ik me afvroeg waarom er na 0.00 geen trams meer in Amsterdam reden. En ik kan me ook nog herinneren dat ik een briljant betoog heb gehouden tegen een Marokkaanse taxichauffeur over de voedselindustrie in Nederland en dat iedereen biologisch zou moeten eten en dan toch vooral biologisch vlees en dat de taxichauffeur toen zei: “Biologisch of Halal.” En dat ik het daar helemaal mee eens was. Dus, nee, toen ik in die taxi zat, toen was ik zéker nog niet dronken. Nog niet eens aangeschoten. Maar toen ik eenmaal in café Ebeling stond werd ik omringd door dronken mensen. En nadat ik 6 keer achter elkaar aan dezelfde persoon was voorgesteld, leek het leek mij het beste om zo snel mogelijk op hetzelfde niveau als mijn omgeving te komen. Dus nadat mij 4 keer in 10 minuten was gevraagd of ik nog wat wilde drinken en ik ook 4 keer ‘ja’ had geantwoord, is de rest van de nacht in een waas aan mij voorbij gegaan. De mensen en de gesprekken, alles werd volledig blanco en vooral volledig inwisselbaar voor andere mensen en gesprekken. En toen ik vanmiddag wakker werd, wist ik niet eens zeker of ik in m’n eigen bed lag.
LUNA’S EIGEN SERVER
Best allemaal leuk en geinig en stoer; zo’n eigen stuk server beheren, maar ik snap er eigenlijk net niet genoeg van om het ook lekker te laten draaien. Dus mocht het de komende tijd mis gaan, dan is dat mijn schuld. Mocht het allemaal fijn en lekker draaien, dan heb ik dat te danken aan GJ, van www.camarados.com; mijn online helpdesk.
SPEELTJE! SPEELTJE!
Vriendin K. schreef er een tijdje terug over. Dus toen moest ik er ook 1; een laserlampje voor de katten. En gelukkig bleek ex S. nog precies zo’n lampje in huis te hebben dat hij met alle liefde afstond. En vanaf het moment dat ik de katten confronteerde met het felle rode lampje op de grond waren ze dolenthousiast. John Digweed en Bruce Lee vlogen van links naar rechts door de kamer. En als ik heel snel van richting veranderde met het lampje slipten ze met hun nagels over de vloer. Dat was nog eens een geinig speeltje! “Nou moet je stoppen hoor”, vond P. na een paar minuten, “het is zielig.” “Waarom, ze vinden het hartstikke leuk”, zei ik. “Vind je dit leuk?”, vroeg P. terwijl hij naar 2 wanhopig tegen de muur springende katers keek. “Ja, echt wel”, zei ik en ik richtte het lampje weer op een andere muur. Pas toen P. zelf met het lampje en de poezen ging spelen, kon hij de geinigheid ervan een beetje begrijpen. En onze poezen vinden het niet alleen geinig, nee, die zijn sinds een week, net als de poezen van vriendin K. verslaafd. Zo gauw ze het rode lampje zien schudden ze als Parkinson-poezen met hun kop en lijf om maar oog-in-oog te blijven met het rode licht. Zelfs onze oude Skinner, die normaal alleen maar bovenop de verwarming of op ons schoot ligt, rent weer als een jonge hond door de kamer. En als wij geen zin meer hebben om het laserlampje te bedienen, zoeken ze daarna nog minstens een uur naar het verdwenen rode lichtje. Voorafgaande aan een potje robberen met het laserlampje riep ik steeds: “Speeltje? Speeltje?”, waarna ze meteen opstonden vanuit hun hangplek om binnen 1 seconde voor me staan. Die woorden zijn nu niet eens meer nodig, want alleen de aanblik van het laserlampje in mijn hand is momenteel al genoeg om 3 katten met vragende ogen en luid en enthousiast we-gaan-spelen-gemiauw aan mijn voeten te krijgen. Pavlov zou trots geweest zijn op ze. Het is alleen een béétje jammer dat ze dit soort gedrag momenteel ook tentoonspreiden bij het zien van een mobiele telefoon, de afstandbediening van de tv en een digitale camera.
Geinige filmpjes van andere katten met lampje:
http://www.youtube.com/watch?v=lS8hZREiWtA
http://www.youtube.com/watch?v=pJF8pB0R79Y
http://www.youtube.com/watch?v=aeZvINKCUY0
BITTERBALLEN
De beste remedie tegen een opkomende depressie blijkt de aanschaf van een frituurpan te zijn. Inclusief een zak friet, een doos bitterballen en een flinke pot mayonaise.
DOLCE FAR NIENTE?
Ik wist niet dat het kon gebeuren. Althans, ik wist wel dat het kon gebeuren, maar ik wist niet dat het mij kon gebeuren. Leeg zijn. Helemaal totaal leeg zijn. Nergens zin in hebben. Niks willen doen. Na kerstmis was ik op. Moe. Kapot. Ik wilde niet lezen. Ik wilde niet schrijven. Ik wilde niet borduren. Ik wilde niet achter de naaimachine. Ik wilde mijn administratie van 2006 al helemaal niet doen. Ik wilde mijn lopende opdrachten ook helemaal niet afmaken. Ik wilde m’n mail niet lezen. Ik wilde m’n mail niet beantwoorden. Ik wilde m’n telefoon niet opnemen en ik had al helemaal geen zin om sms-jes te beantwoorden. Ik wilde nergens naartoe. Ik wilde dat iedereen mij met rust liet. Maar ik zat mezelf ook volledig in de weg. Ik heb er wat dingen uit geperst, de katten gevoerd bijvoorbeeld, maar alles met de allergrootste moeite. Het enige waar ik nog aan kon denken was; wat zal er in de volgende aflevering van ‘Six Feet Under’ gebeuren? Verder wilde ik niks. Ik had geen trek, maar een wijntje gaat er natuurlijk altijd in. Een wijntje en ‘Six Feet Under’; een mens blijkt er prima 2 weken op te kunnen leven. Tot ik op 1 januari besloot die ‘Six Feet Under’ maar zonder wijntje te kijken, want in 2007 zou er niet meer doordeweeks gedronken worden. En toen na 2 januari ook ‘Six Feet Under’ afgelopen was, had ik ineens helemaal niets meer wat mijn leven nog enigszins zin gaf. Er kwamen geen dagen om een stuk over te schrijven, geen dagen om voor op te staan, maar dagen om in bed te blijven. Ik was leeg. En op. “Het is heel normaal dat je even leeg bent”, zei vriend F., “je moet gewoon weer even wat inspiratie opdoen. Je kan niet de hele tijd maar druk bezig zijn, je moet ook af en toe even rustig genieten.” En ook partner P. vind dat ik gewoon even de tijd moet nemen om m’n batterijen op te laden. Dat ik er gewoon aan toe moet geven. Dolce far niente enzo. En ik weet dat ze gelijk hebben. Dat ik mezelf de tijd moet gunnen om niks te doen, gewoon genieten, zodat ik daarna weer opgeladen ben en heel veel kan doen. Maar ik kan het niet! Ik kan het niet! En ik heb er ook helemaal geen zin in trouwens.
LUNA EN HET LAATSTE DEEL VAN SIX FEET UNDER
In de week voor kerst kwam P. ermee aanzetten; de dvd-box van seizoen 1 van de HBO-serie ‘Six Feet Under’. “Schijnt een hele goeie serie te zijn”, zei P., “gaat over een uitvaartbedrijf.” En hij had gelijk. Na een paar afleveringen zaten P. en ik er helemaal in. In het leven van de familie Fisher die een uitvaartcentrum runt en daaromheen ook nog allemaal hun persoonlijke problemen hebben. Geweldige dialogen, geweldig acteerwerk; alles was top aan deze serie. Dus P. en ik kochten ook dvd-box 2. En 3. En 4. En de laatste box 5. En wij zaten als junkies voor de tv: “Nog eentje dan?” “Nou, vooruit, nog eentje.” En tussen kerst en 31 december deden wij niets anders dan kijken naar afleveringen van ‘Six Feet Under’ op dvd. En op 2 januari, om 3.07, keken wij elkaar aan en we besloten om de allerallerlaatste aflevering toch nog te gaan kijken, midden in de nacht. Want we konden niet anders. Want; verslaafd. En P. en ik hadden al 8 afleveringen daarvoor tegen elkaar gezegd: “Dit gaat niet goed komen met deze familie. De laatste aflevering wordt 1 groot drama.” Maar wij hadden het fout! Want de laatste aflevering bleek op een volledig happy end uit te draaien. Precies waar ik zo van hou. Iedereen rekende af met zijn of haar demonen. Alle hoofdpersonen waren gelukkig. En ik was gelukkig. Tot. Tot. Tot. Tot de makers van ‘Six Feet Under’ besloten dat ze in de laatste 5 minuten van de allerlaatste aflevering, in een zeer emotionele flashforward, iedereen, dus alle hoofdpersonen, dood lieten gaan. En toen sloegen alle stoppen ineens bij mij door. Ik heb in mijn leven zelden zo hysterisch zitten huilen. Ik dacht dat ik er in bleef. Ik kreeg geen adem meer en als ik me niet snel zou concentreren op mijn ademhaling dan zou ik daar ter plekke op de bank mijn eerste aanval van hyperventilatie hebben. Want, ja, ik weet ook heus wel dat het zinnetje ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’ eigenlijk moet zijn; ‘ze leefden nog lang en gelukkig en daarna gaat iedereen dood’. Maar dat hadden ze nou net niet moeten laten zien in die allerlaatste aflevering! En zeker niet nadat ik 2 weken bijna non-stop deze serie had gevolgd. Ik droomde deze serie. Ik leefde deze serie. Ik hield van de hoofdpersonen! En al wil ik het liefst alle dvd-boxen van ‘Six Feet Under’ nu zelf six feet under begraven, omdat ik nooit meer zo hard wil huilen; toch is het de beste serie die ik ooit zag.
EERSTE KERSTDAG 2006
Dat kerstmis altijd behoorlijk stress-gerelateerd is, dat weet ik. Dat ik al een paar weken van tevoren aan het nadenken ben wat voor een cadeautjes voor wie te kopen, dat weet ik ook. En dat ik qua hapjes en drankjes altijd veel en veel en veel te veel inkoop, en er nog een paar dagen mee blijf zitten, dat weet ik nu ook wel. Dat ik een paar weken voor 25 en 26 december de kerstboom opzet, omdat ik zo’n zin heb in kerstmis, daar is zelfs partner P. aan gewend geraakt. Maar waar ik niet aan wen en waar ik ook niet aan wil wennen, omdat juist dat het verschil maakt tussen alle kerstdagen, is het ouder worden van degenen waarmee ik het vier. Het ouder worden van P.’s ouders maakt me verdrietig. We zien ze trager worden. Langer nadenken over dingen. Niet meer zo fief en adrem reageren. Niet meer zo goed tegen drank kunnen. Maar aan de andere kant zie ik hun kleindochters, mijn nichtjes, opgroeien, tot 2 heerlijke meiden. Voor het eerst was nichtje S. helemaal niet jaloers op de cadeautjes die haar zus kreeg. Ze was zelfs oprecht blij voor haar grote zus en schreeuwde: “Dat wou M. heel graag hebben!!!” Nichtje M. had voor kerstmis iets van Polly Pocket gevraagd en aangezien ik volledig los mocht gaan met de pinpas van partner P. had ik een heel ingewikkeld en vooral groot ding gekocht met allerlei features en dingen die konden bewegen en konden knipperen. Het was een perfect cadeau en nichtje M. heeft de rest van de avond meerdere keren om zowel mijn als P.’s nek gehangen om ons zo ontzettend te bedanken voor alle cadeaus, maar dan vooral voor haar Polly Pocket-cadeau. En haar blijdschap was echt en geen geef-je-tante-eens-een-kusje-bedankje. Een paar jaar terug dacht ik nog wel eens; dat komt niet goed met die meisjes. Wat een moeilijke kinderen. En wat kunnen ze gillen! Maar ik heb deze kerst zulke lieve gesprekken gehad met mijn nichtje M. en ik heb zo genoten van het enthousiasme van nichtje S., dat ik ervan overtuigd ben dat het 2 toppers gaan worden. En als je dan de volgende middag, als iedereen weer naar huis is, 2 hele lieve post-it memo’s op je toetsenbord vindt, dan weet je het zeker.
LUNA EN DE LAATSTE DINGETJES
Vrijdagochtend 8.00 belde ik naar mijn ouders: “Zijn jullie al wakker? Mooi. Ik loop nu naar de Albert Heijn toe voor de boodschappen voor het tapasdiner van maandag en dan kunnen we vanmiddag als jullie hier zijn misschien even met z’n drietjes nog een keertje gaan voor de laatste dingetjes die ik misschien vergeten ben.” De Albert Heijn om 8.00 ’s ochtends bleek een verademing. In totale ontspanning en rust kon ik mijn karretje volladen met allerhande lekkere dingetjes en een uur later liep ik met mijn fiets aan de hand met 2 overvolle fietstassen, 4 plastic tassen aan het stuur én een kratje bier bovenop de fietstassen weer van de Albert Heijn richting huis. Om een paar uur later, maar dit keer samen met m’n ouders weer in tegenovergestelde richting te vertrekken. Om de laatste dingetjes te halen, die we uiteindelijk met moeite in 3 plastic tassen gepropt kregen. De Albert Heijn was toen al een stuk minder gezellig dan die ochtend. En toen bleek dat we gistermiddag toch even nóg wat laatste dingetjes moesten halen op de Albert Cuijp en bij de supermarkt, toen was de sfeer op straat en bij de winkelende medemens al helemaal omgeslagen. Er moest gekocht worden! Zoveel mogelijk! En zo snel mogelijk! En die sfeer, die was meteen ook op mij overgeslagen. Wij moesten zo snel mogelijk pakken wat we pakken moesten en daarna ook zo snel mogelijk weer naar huis. Weg uit die drukte! Weg uit die chagrijnigheid. En doordat ik gisteren zo snel mogelijk uit die kerstdrukte wou, moest ik vanmorgen nóg een keer langs de supermarkt voor wat laatste dingetjes, omdat ik toch weer wat vergeten was. Yoghurt bijvoorbeeld. En peterselie. En de olijfolie bleek ineens op. En omdat ik er toch was, kon ik net zo goed ook nog maar even wat kerstijsjes meenemen. En shit, vanavond moet er ook nog gegeten worden. Volledig afgepeigerd zaten m’n ouders en ik vanmiddag om 12.00 aan de koffie. “Volgens mij hebben we nu écht alles in huis hoor”, zei ik. “Ik heb morgen eigenlijk net zo lief een boterham met kaas”, antwoordde m’n moeder. Komt ze lekker op tijd mee.
LUNA OP DE KERSTMARKT
“Oh God”, jammerde ik gisterenochtend tegen partner P. en vriendin Y. toen we met een Opel Corsaatje barstensvol met Maanisch-merchandising over een verlaten dijkweg richting Uitdam reden. “Oh, ik zie het helemaal niet meer zitten”, jammerde ik nog een keer, “volgens mij komt er niemand, er staan misschien maar 50 huizen in Uitdam.” En ook toen we Uitdam binnenreden een aangekomen waren op de plaats van bestemming moest ik even slikken. “Weet je zeker dat je wil blijven?”, vroeg P. terwijl we alles begonnen uit te laden. “Nee, maar ik wil ook niet voor niets de afgelopen weken als een bezetene hebben zitten werken om een goedgevulde shop te hebben.” “Okay”, zei P., “dan kom ik jullie om 17.00 weer ophalen.” Dus vriendin Y. en ik begonnen in de kou om 8.30 met het opbouwen van de kerstkraam en waren daar om 9.00 mee klaar. En daarna begon het grote wachten op bezoekers en kopers. “Glühwijntje dan maar?”, vroeg ik om 10.00. Dat leek vriendin Y. een heel goed idee, al bleek het volgens het glühwijn-standje helaas nog iets te vroeg voor glühwijn. Dus toen de kok om 11.15 met een kokendhete pan richting het glühwijn-standje liep, liep ik er in een drafje achteraan. En die glühwijn heeft blijkbaar een positief effect gehad op de verkoop, want nadat die ons lijf had opgewarmd ging ik eindelijk wat dingen verkopen. En het was erg leuk om in het echt, in plaats van virtueel, reacties en complimentjes te krijgen op mijn werk, al voelde ik me ook wel erg te koop staan met heel m’n hebben en houden. Dus er schuilt niet echt een marktkoopvrouw in mij. Ook vond ik het een beetje raar en jammer dat ik geen enkel Please-Love-Me-monster heb verkocht, terwijl die er toch echt visueel om smeekten om gekocht te worden. Ook verkocht ik geen babykleedjes, maar dat is misschien ook niet echt een kerstmarkt-aankoop. Wel verkocht ik retro PloesiePoesies, buttons, veel buttons en ansichtkaarten. Dus het was, al met al, een zeer gezellige en ook verkoop-technisch best geslaagde marktkoopdag. En om dat te vieren heb ik diezelfde avond alle winst die ik die dag maakte weer uitgegeven door mezelf en vriendin Y. te trakteren op een heerlijk 10-gangen-diner bij de Japanner.