DE DERDE RONDE! DE DERDE RONDE!
Maandag gaf ik alle katten een laatste bek-shotje met het medicijn tegen de Giardia-parasiet. Ha! Fijn! Ha! Fijn! Ik dacht er eindelijk vanaf te zijn! Een blik onderin het potje deed me alle hoop die ik de week daarvoor had gekregen meteen weer verliezen. Onderin het potje zat nog steeds een dikke brei met daarin het merendeel van de gestampte 20 pillen. Fuck! Fuck! Fuck! De pillen waren blijkbaar niet goed opgelost, wat betekende dat de poezen, en vooral Skinner, dus ook niet genoeg medicijn hadden binnengekregen. Uit pure frustratie deed ik wat water bij het potje en poerde met een haaknaald wat in de vastgekoekte pillen; alles kwam los. Zucht. Ik overwoog om alle katten gewoon op eigen houtje nog maar wat bek-shotjes te geven de komende dagen, maar ik deed het niet. In plaats daarvan ging ik de dag daarna maar weer naar de dierenarts en legde alles uit. “Geef Skinner vandaag nog maar de ene helft van het potje en morgen de andere helft”, zei de assistente na overleg met de dierenarts. “Ja, maar dit potje was eigenlijk voor 4 katten”, zei ik. “Oh, verdeel dit dan vandaag en morgen maar over de 4 katten”, zei ze, na nog een overleg met de dierenarts. Gelaten fietste ik naar huis en het enige dat ik kon denken was: wat voor een wetenschap is dat? Een beetje van dit en een beetje van dat en een beetje zus en een beetje zo? De week daarvoor had ik het hele huis ontsmet, Skinner gewassen, alles gedaan wat ik kon, maar omdat de pillen dus niet goed waren opgelost in het potje kon ik eigenlijk weer opnieuw beginnen. Ondertussen werd Skinner zwakker en zwakker. En toen hij vrijdag voor de zoveelste keer met z’n magere lijf van de grond op het aanrecht probeerde te springen, en het weer niet haalde, ja, toen brak ik. Toen ben ik in bed gaan liggen om even heel hard te huilen. En zoals het poezen-eigen is kwamen binnen no time zowel Skinner als John als Bruce bij me liggen om me te troosten. Na een uur had ik weer genoeg kracht en vertrouwen om toch maar weer de dierenarts te bellen en op de fiets te springen om nieuwe pillen te halen. En al fietsend dacht ik: Wanneer beslis je dat het genoeg is? Als ik het niet meer aankan? Of als Skinner gewoon niet meer kan?
MADONNA, IN 1 WOORD: AWESOME
‘Concert Madonna met gemengde reacties ontvangen’, hoor ik vanuit de televisie. Oh! Zucht! Oh, hele diepe zucht! “Ja, ze kan niet zo goed zingen hè, maar ze kan wel dansen”,
zei een meisje. “Ze kan niet gitaarspelen”, zei een ander. Ook gehoord: “Ik vond het vorige concert veel beter.” Oh, shut up! En ik las ook ergens dat het dus echt niet kon dat ze haar oude liedjes in een nieuw jasje heeft gestoken, want dat het publiek daar helemaal niet op zit te wachten, omdat het publiek gewoon die hits wil horen zoals ze op de ‘Immaculate Collection’-cd staan. Ik zeg: fuck them all! Al die zeikwijven. Keihard en diep in hun reet! Ik zou er als ik Madonna was ook helemaal klaar mee zijn om ‘Get into the Groove’ voor de bloody fucking duizendste keer op dezelfde manier te moeten zingen als 2 decenia jaar geleden. Hell no! Bring on Pharell, bring on Justin, bring on Timbaland, freakyfreakyfreaky, trek een geil netkousen-setje aan en laat je godverdomme gáán op het podium alsof je 18 bent, maar laat je nooit vertellen wat je moet doen door een stelletje vastgeroeste bitches die nog nooit in hun aars geneukt zijn! Nee, Madonna gooide er een lekkere keiharde dance-beat onder en stond ondertussen te touwtjespringen op het podium! Dat heet progressie ja, dat heet vooruitgang ja, dat heet innerlijke, geestelijke en spirituele groei! Dat is de kracht van de Kabbala! Ja! Als je als artieste een liedje dat al 23 jaar oud is met zoveel enthousiasme, show, spektakel en vernieuwing weet te brengen, dan mag je je met recht ook de Queen of Pop noemen. En als je daarna ook nog een stel oude zigeuners met gitaartjes en viooltjes bij elkaar weet te brengen die samen met jou ‘La Isla Bonita’ op een volledig nieuwe fado-salsa-mambo-manier weten te brengen, nou, dan heb je mij dus volledig in the pocket! “Awesome”, riep vriendin S. in m’n oor. “Echt wel awesome!”, riep ik terug. Ik vond het hele Sticky&Sweet-concert dinsdag zelfs zo gaaf dat ik nu nog met natte slip op de bank zit! En om dan al die zeikreacties te lezen of te horen, nou daar zakt die natte slip dus in 1 keer vanaf! “Ja, het was een goed concert, maar…” Wat nou maar! Niks geen ge-maar! Shut up! Het was awesome. En iedereen heeft natuurlijk recht op een eigen mening, zolang het maar wel mijn mening is!
CAT-A-LOG #5
Deze maand interviewde ik Aukje van aukje.net voor alweer de vijfde Cat-a-Log. En ik maakte 2 ‘Pimp Your Cat’-schilderijtjes van haar poezen Scooszi en Pixel… en omdat poes Holly van haar vriend anders zo zielig achterbleef kreeg zij ook een eigen schilderijtje. Het interview en een vergrootte versie van de schilderijtjes zijn te vinden op aboutblank.nl! En rechtstreeks: KLIK.
LUNA EN DE STEIGERBOUWERS
Over een paar dagen wordt er begonnen met bouwwerkzaamheden aan ons pand en donderdag waren mannetjes druk bezig met het plaatsen van een grote steiger. Rond een uur of 11 hoor ik de voordeurbel. “Zeg, wij gaan zo lunchen”, zegt een steigerbouwertje, "en ik vroeg me af of jij misschien een kopje thee voor ons hebt? En mogen we onze boterhammen bij je opeten?” “Ja, hoor”, antwoord ik, “hoe laat?” “Over een half uurtje”, zegt het steigerbouwertje. “Okay!”, zeg ik en meteen laat ik al mijn werkzaamheden vallen. Want ik moet thee regelen! Ze komen zo binnen! Wat moet ik aan? Zit m’n haar goed? Ik moet zoete broodjes voor ze bakken, zodat ze hun best doen op het bouwen van de steiger. Maar in plaats van zoete broodjes ga ik voor de modern versie daarvan; homemade kippensoep en loempiaatjes. Deze mannen hebben honger en wie weet wat voor een lunch ze hebben meegekregen van hun vrouwen! Nog geen minuut later heb ik 2 kippenbouten uit de diepvries getrokken om een bouillonnetje van te trekken. Daarna kruiden erin, ui erin, aardappel erin, prei erin, paprika erin, bleekselderij erin, vermicelli erin! Hop! Zo’n 25 minuten later proef ik van de geïmproviseerde soep en daar is helemaal niks mis mee! Ook wat mini-loempiaatjes in de pan. Waterkoker aan. Theedoos op tafel. Mokken op tafel. Suiker erbij. Wanneer ik iedereen binnen heb geroepen presenteer ik m’n goedgevulde lunchtafel. “Zo, zo”, hummen de mannen terwijl ze hebben plaatsgenomen. Een hele lange ongemakkelijke stilte volgt. Ik wacht tot ze iets zeggen. Iets over m’n haar bijvoorbeeld. Dat dat zo goed zit. Maar ze zeggen nu al 5 minuten niks. Ze eten hun soep. Nemen een loempiaatje en drinken hun thee. “Dusssss…..”, zeg ik, want ik haat stilte in het algemeen en ongemakkelijke stiltes in het bijzonder. “Je woont mooi”, zegt een steigerbouwertje. Ha! We hebben een prater! Eindelijk! Ik vertel over het huis, maar ik hoor nergens een wedervraag, dus ik hou daarna maar weer m’n mond. Heb ik verdomme 5 bouwvakkers in m’n huis, gebeurt er eindelijk wat spannends in m’n leven, zeggen ze niks! Ik wil sterke verhalen! Ik gooi m’n laatste troef op tafel: “Ik ben tekstschrijver bij de FOXY, kennen jullie dat blad?” Twee van de vijf mannen kijken op. Ze hebben er beiden nog nooit van gehoord. De andere drie hummen. “Het is een erotisch magazine. Met tieten. Kom op mannen, jullie zijn de doelgroep”, zeg ik vol ongeloof. Maar ze hebben er echt nog nooit van gehoord. Alle 5 niet. Echt niet. “Dusssss…..”, probeer ik nog een keertje. “Maar je kan lekker koken hoor”, zegt een steigerbouwertje.
MINIMALISME
"Ik wil alle tierelantijntjes en troep weg, het moet weg, alles moet weg, ik ben het zat", gilde ik vanmorgen om 6.30 tegen P. terwijl ik alweer bezig was met het schoonmaken en opruimen van de woonkamer. Hij keek me vertederd aan en zei: "Mooi hè, hoe dat minimalisme met de jaren komt. Ik had dat ook toen ik 32 was."
LUNA HEEFT ER DE SCHIJTES IN
Maandagochtend 8.00: “Pffffffffrrrrrrrtttttssssss”, hoor ik vanuit het hoekje van de keuken. Ik vermoed het ergste en inderdaad; naast de kattenbak ligt een plas stront en Skinner staat er ietwat verloren bij. Met een stukje karton en een papiertje probeer ik wat van de waterdunne drap in een plastic zakje te schuiven om het daarna meteen naar de dierenkliniek te brengen. Een paar uur later word ik al gebeld. “Ik heb slecht nieuws”, vertelt de dierenarts, “Skinner is toch weer besmet met de parasiet.” “Ja, dat dacht ik al”, zeg ik. “Dus alle katten moeten opnieuw aan een pillenkuur”, vertelt ze, “en dit betekent dat er zich een herbesmettingsbron in huis bevind en die kan overal zitten. In de plantenbak, in de kattenbak, maar ook op plekjes waar ze graag liggen bijvoorbeeld.” “Oh, fuck”, zeg ik gelaten. “En het is geen oordeel over de hygiëne in jouw huis, maar ik raad je aan om alles overal schoon te maken met water met verdund chloor.” “Oh, nee, dan heb ik 300 vierkante meter om te schrobben”, antwoord ik. “Oh, dat is wel heel vervelend, maar het is wel het beste”, zegt ze, “en vanavond tussen 6 en 7 liggen de pillen voor de poezen klaar.” “Oh, kan dat niet eerder, want ik heb eigenlijk een afspraak”, vraag ik. Nee, dat kon niet eerder. Zucht. Wanneer ik de telefoon uitdruk is het eerste waar ik aan denk een wijntje. Die heb ik nu wel verdiend. Wat? Ik heb er wel 10 verdiend! Ik bel m’n hulplijn. “Liefje, ik word helemaal gek hier”, zeg ik. “Die katten moeten wéér allemaal aan die pillen voor 5 dagen. En Skinner moet gewassen worden. En het allerergste is dat het hele huis helemaal gereinigd moet worden, van boven tot beneden, met water en chloor. Zodat Skinner niet weer herbesmet kan worden. Kan overal zitten, in de plantenbakken, op de vloer. Ik sta op instorten. En dit samen met m’n detox, ik heb dorst, oh, wat heb ik een dorst, ik trek het niet, ik vind het kut, ik baal ervan en de dierenarts heeft die pillen pas klaar staan tussen 6 en 7 vanavond en ik had eigenlijk hele andere plannen, maar nu moet ik daar toch nog langs straks, verdomme.” “Maar liefje, wat wil je dat ik eraan doe?”, vraagt hij. “Hoe bedoel je?”, vraag ik. “Nou, wat kan ik nu doen om je te helpen?”, vraagt hij. “Helpen, helpen?”, zeg ik, “ik wil gewoon even tegen je aan zeiken. Je kan me toch niet helpen. Ik wil alleen klagen.” “Maar liefje”, zegt P., “daar heb je toch je weblog voor?”
VOOR STERKE MAGEN!!!
Ik moest er zelf een beetje van kokhalzen, van de foto’s die ik te zien kreeg! Nu kan ik over het algemeen prima tegen gore televisieprogramma’s met opengereten lijven en ledematen, expliciete operatiefoto’s en bloed, maar foto’s van de binnenkant van mijn eigen katertje, ehm, nou nee! Voor sterke magen: zie hier de operatiefoto’s van Bruce Lee! Op de site van Dierenkliniek de Wetering!
ZO GAAT-IE GOED!
Waar een mens dus spontaan van naar een koud glas Chardonnay grijpt: Ik hoorde gisteren dat Skinner nog steeds, of misschien alweer besmet is met z’n Giardia-parasiet, dus de komende dagen kan ik wéér met pillen voor alle poezen aan de slag. Ik word al moe als ik eraan denk! Maar helemaal moe werd ik vanmorgen! Toen stond ik namelijk heel voorzichtig een draadje van ongeveer 80 centimeter uit het keeltje van Bruce Lee te trekken. Zucht!
MADONNA!!!!
Dat fijne concert dat Madonna volgende week gaat geven… daar ga ik dus echt wel naartoe! ‘Give it 2 me, Yeah / No one’s gonna show me how / Give it 2 me, Yeah / No one’s gonna stop me now!’
HERE WE GO AGAIN
Ik ging vrijdagochtend op de weegschaal staan. Moet je sowieso nooit doen, maar omdat ik Skinner elke week moet wegen en die kater er niet uit zichzelf op ging staan, had ik geen keus. Ik zag een getal dat ik niet herkende, zelfs toen ik Skinner er met zijn 3,1 kilo vanaf trok bleef er een getal over dat ik nooit eerder op m’n weegschaal zag. Kut. Kuttekuttekut. Wat nu? Er waren 2 opties. De eerste was; doen alsof ik niks gezien had. Gewoon een flesje van het een of ander opentrekken en aan het einde van dat flesje zou ik waarschijnlijk niet eens meer weten waar ik me een paar uur eerder druk over maakte. Ik koos voor optie 2: Detox. Hardcore. Ieder pondje gaat door het mondje, maar waarschijnlijk zijn die pondjes er bij mij intraveneus en integraal ingepompt met liters Chardonnay en Prosecco. De avond ervoor had ik zelfs nog bij vriend P. en vriendin D. op de bank gezeten. Hun aan een klei-shake, ik met een Chardonneetje. “Nou, lekker hoor, zo’n wijntje”, had ik gelachen, “veel succes met die shakes van jullie.” Ik had ze zelfs een beetje voor gek verklaard, maar de volgende ochtend stond ik dus zelf met een paar doosjes Detox-pillen bij de Etos. Ik las ‘Ter ondersteuning voor het lichaamseigen vermogen om afvalstoffen te verwijderen’ en ‘cichoreiwortel, bittersinasappel, psyllium, spirulina en guldenroede’ en het leek mij een prachtproduct! Al het gif m’n lichaam uit! En fruit, groente en heel veel water erin! Ik ging ervoor! En toen ik thuis kwam kickte ik meteen de eerste pil naar binnen. Om ‘m daarna meteen weer kokhalzend in de gootsteen te spugen. Zucht. De pil, xtc, M&M’s, deepthroaten, kokkindjes, kauwgom; allemaal geen probleem, maar die Detox-pillen krijg ik dus niet weg. Niet in 1 keer in ieder geval. Ik heb nu 3 dagen geen alcohol gedronken. Geen vlees gegeten. Geen suiker. Vandaag ging ik uit eten met P. en ik heb niet eens een wijntje besteld om het heerlijke hoofdgerecht (ravioli gevuld met zaagbaars en pistachenootjes) te begeleiden. Ik heb in die 3 dagen 18 Detox-pillen geslikt. En iedere 18 keer was het een drama. Een kleine hel in de keuken. Een gevecht tussen mijn huig en mijn wil. Nog 27 dagen en 142 pillen te gaan. Vanaf morgen spoel ik ze weg met een Chardonneetje.