web analytics

Auteur: luna

TELEFOON 13.30

Partner P. belt om 13.30: “Hé liefje, alles goed?”
Luna: “Ja, ik lig stiekem nog in bed.”
P.: “Blijf je daar de hele dag liggen?”
Luna: “Dat was wel de bedoeling, maar nu ga ik er uit, want ik voel me een beetje betrapt.”

3

BABUSHKA GALORE

Ik ben heerlijk doorgeslagen in het maken van de Babushka-broches. Heb er inmiddels al een stuk of 50 en ben er nog lang niet klaar mee. Je bent manisch of je bent het niet. En ik ben het wel.

8

I HAS A REAL DOLL

Ik probeer me al een paar dagen te concentreren op m’n werkzaamheden voor seksblad FOXY-magazine, maar het internet werkt soms gewoon teveel tegen. Zoekend naar informatie over de Realdoll-sekspoppen kom ik een hilarische afbeelding tegen van de site ‘I can has cheezeburger’ en zoekend naar de ene ‘pussy’ kom ik soms toch weer uit bij heel andere ‘pussy’. En na 8 uur beeldscherm-staren zie ik zelf ook het verschil niet meer.

17

DIEPVRIES CADEAUTJE

Elk jaar maak ik in november zo’n 15 liter erwtensoep om in te vriezen. Zodat ik de winter wel doorkom, qua erwtensoep dan. Ik dacht dat ik door m’n voorraad heen was, maar vond net nog een ingevroren halve-liter. En dat is met dit koude weer met recht ‘geluk in een diepvriesdoosje’ te noemen.

2

LUNA’S ARMAGEDDON

Nadat ik bijna 2 maanden niet had gedronken werkte het woordje ‘kerstborrel’ op mij als een rode lap op een stier. Partner P.’s bedrijf had een kerstborrel in de week voor kerstmis en die middag belde hij me vol enthousiasme op dat het hartstikke gezellig was en dat ik langs moest komen: “Ik krijg net een glas wodka-7up in m’n handen geduwd met de helft wodka.” Nu drinkt P. nooit. Nooit. “Liefje, doe je rustig aan?”, vroeg ik, maar meteen wist ik: partner P. die aan een alcoholische versnapering gaat; daar moet ik bij zijn! En dat was eigenlijk het begin van het einde van mijn alcoholvrije bestaan. Een paar uur later vroeg een blond meisje in een kittige hotpants en een glimmend rode legging of ik wat wilde drinken en ik twijfelde nog heel eventjes, maar dacht: fuck it, ik doe het gewoon, moet kunnen! Dus ik vroeg om een wit wijntje. En die kreeg ik. Weer een paar uur en een paar champagnes in wit en rosé later stond ik met het personeel van P. te dansen. En doe mij een paar drankjes, zet mij tussen een setje goedgeklede dansende vrouwen in glimmend rode leggings en de biseksueel in mij wordt meteen geactiveerd. Ping! Gelukkig realiseerde ik me net op tijd dat ik daar in de hoedanigheid was van ‘vrouw van de baas’, nam ik daarna met die baas snel een taxi naar huis en werd ik de volgende ochtend nog behoorlijk fris en fruitig wakker. Maar ja, daar ga je dan! Nog een kerstborreltje hier, kerstmis vieren daar en kerstmis vieren hier en een Nieuwjaarsborreltje daar en ook nog maar eentje hier en om het af te leren nog een keertje hier en daar. Ik werd 1 januari ergens einde middag wakker met een gigantische kater en in een toestand van algehele misère. Ik nam me voor om in 2009 echt nooit meer te gaan drinken. Echt nóóit meer! Echt! Maar dan nu écht!!! Maar 2 januari was ik nog steeds niet bijgekomen van de afgelopen 2 weken. En ook 3 januari niet. En ook vanmorgen voelde ik me nog steeds niet top en dat betekent dus eigenlijk gewoon het einde der tijden, de algehele aftakeling, omdat het echt niet normaal is dat je 4 dagen bij moet komen van een paar dagen feesten. Niet voor mij in ieder geval. Het jaar 2009 wordt het jaar dat ik ouder word. En bij die conclusie past volgens mij niets beter dan een borrel.

12

JOHN DIGWEED’S UITEINDE

Terwijl ik op Oudejaarsmiddag wat hardgekookte eieren sta te pellen zie ik John Digweed achter me langs richting de kattenbak vertrekken. Er volgt een hoop gerommel en gegraaf en even later loopt hij de keuken weer uit. Een paar minuten later hoor ik weer gerommel en gegraaf. Weer Digweed. En nadat hij in een kwartier 6 keer op de bak is geweest, maar niks heeft gedaan, sta ik meteen in de paniekstand. Na het blaasgruis-drama met Bruce Lee ben ik ontzettend op m’n qui-vive als het om het pis-en-schijt-gedrag van de poezen gaat. “Liefje”, zeg ik tegen P., “John is niet goed, hij is al een paar keer op de bak geweest, maar er komt niks, volgens mij moet-ie gekatheteriseerd worden.” “Meisje, doe nou maar rustig, kom gewoon op de bank zitten”, zegt P. relaxt. “Nee, dat kan ik niet”, zeg ik en til John Digweed op en vraag hem of alles okay is. Ik duw in z’n hele lijf, maar hij geeft geen kik. Ik ga toch maar op de bank zitten en probeer me te concentreren op een programma. Maar een kwartier later vertrekt John weer richting kattenbak. En weer niks. En dat gaat een uur of 2 zo door. “Ik word er zelf helemaal misselijk van nu”, zeg ik. “Liefje, er is vast niks aan de hand”, vindt P., “ga nou maar gewoon rustig zitten.” “Hij is niet goed, ik voel het, ik zie het”, zeg ik. Als bewijs legt Digweed even later een groot plakkaat kots op ons Perzische tapijt. Opgelucht ruim ik alles op. “Was dat het?”, vraag ik aan John, maar in plaats van een positieve miauw vertrekt hij weer richting kattenbak. Oh, God. Oh, kut. Ik zie mezelf al om 0.00 bij de Spoedkliniek voor Dieren aan de Amstel zitten. Te wachten tot ze met een naaldje in het pikkie van John gaan om ‘m te katheteriseren. Gelukkig Nieuwjaar. “Het duurt nu al een paar uur hoor P.”, zeg ik, “en als z’n blaas vol zit, dan kan hij zichzelf vergiftigen, ik ga zo een taxi pakken naar de Spoedkliniek.” “Okay”, zegt P., “jouw poezeninstinct is beter dan de mijne.” Wanneer ik het poezenmandje tevoorschijn heb gehaald en Digweed voor de honderdste keer van de kattenbak afkomt, besluit ik nog 1 keertje te checken of ’t misschien gelukt is. Wanneer ik in de kattenbak kijk tref ik daar een ontzettende dikke, smeulende kattenbolus aan. “Volgens mij is het opgelost”, roep ik euforisch tegen P., “er zat ‘m een hele dikke drol dwars.” Ook Digweed ging opgelucht 2009 in.

16

FIJNE FEESTDAGEN!


Ik had nog heel veel stukjes willen schrijven in 2008, maar ik doe het lekker niet. In plaats daarvan maak ik vanavond de laatste PloesiePoesie van dit jaar af en neem ik daarna lekker een weekje vrij! Een weekje helemaal niks moeten van mezelf. Fijn! Ik wens al mijn lezers hele fijne kerstdagen en een heel gelukkig en gezond 2009!

25

SID DE BOOMTIJGER


"Toch wel gezellig, zo’n boom, toch, liefje, toch? En m’n ouders komen en die vinden ook dat het eigenlijk hoort. En zal ik ‘m dan maar toch gewoon zetten, gezellig?", vroeg ik P. zaterdag. Van P. hoefde het allemaal niet zo. Sid daarentegen is zeer content met z’n nieuwe speledingetje. De kale boom stond nog geen 2 minuten of hij zat al in het topje. Hij is er de afgelopen dagen al meerdere keren ingeklommen en weer uitgedonderd, maar het blijft gezellig, zo’n boom.

13

LUNA HEEFT CONTINU EEN SOORT VAN PMS

Ik heb het kabeltje van de tv boven omgeruild met de tv beneden, maar nog steeds zie ik geen beeld. “Godverdomme”, scheld ik tegen de tv en mezelf, “kutzooi, dan niet!” Ik ga naast P. in bed liggen en doe een halve poging tot in slaap vallen, maar ik ben zo opgefokt dat slapen er nog lang niet in zit. Ik woel van links naar rechts. “Liefje, doe nou toch eens rustig”, hoor ik naast me. “Ik ben rustig”, zeg ik. “Je hebt een hartstikke goede dag gehad vandaag”, zegt P., “en nu ga je lekker slapen, net als normale mensen.” “Ik heb nu meer dan 6 weken niet gedronken”, zeg ik, “en nou wil ik dat alles weer gewoon werkt. Dat ik me weer helemaal top voel. Helemaal 100%. Ik ben gewoon moe. Ik ben chagrijnig. Ik ben overspannen. Alles vliegt me aan. Het is overal een teringzooi. Ik wil kasten voor onze kleding. We moeten de boel hier weer gaan verbouwen, niks doet het. Er zit een gat in de badkamermuur. Ik weet het allemaal niet meer. Ik trek het niet meer. Ik kan hoofdzaken niet meer van bijzaken onderscheiden. En ik wilde gewoon nog eventjes een stomme serie op tv kijken, maar die klotekutkabel doet het niet en nu wil ik gewoon een boek lezen in bed en ik heb niet eens een eigen nachtlampje.” “Is dat alles?’, vraagt hij. “Ja, ik wil gewoon een boek lezen in bed”, zeg ik zielig. Meteen loopt P. naar boven toe om een lamp te halen. “En een verlengsnoer”, roep ik, “want de snoer van die lamp is te kort, dat is het hele probleem.” “Okay”, roept hij. “En ook een boek”, roep ik. En ik bereid me voor op een kutboek. Zo’n boek dat hij wél heel leuk vind. Of heel goed. Zo’n boek dat ik vooral heel ingewikkeld vind. Maar alles is beter dan in slaap vallen met alleen m’n eigen gedachten op de achtergrond. Even later komt P. de kamer in lopen en zet een lampje op m’n nachtkastje. Hij legt een boek op m’n kussen en ik kom onder m’n dekbed vandaan. Ik lees op de cover; ‘Hans van der Beek; Mijn vrouw heet Petra’. Daarna begint de tekst van het eerste hoofdstuk meteen op de cover. Geinig vormgeefgrapje. Mooi ook. Ik lees: ‘Mijn vrouw, best een goed mens, ergert zich dood aan mij. Tenminste als ze tegen me praat, maar dat doet ze weinig, dus ze is verder wel gelukkig.’ Ik begrijp meteen waarom P. dit boek gekocht heeft. Ik lach. “Zo zie ik je veel liever”, zegt P.

14

LUNA LOOPT EEN SOORT VAN BLAUWTJE

"Wilt u misschien wat drinken?’, vraagt een meisje van een jaar of 20. “Nou”, begin ik, en m’n gedachten dwalen af naar een glaasje bubbelende prosecco, een lekker koud Chardonneetje en een biertje zou er nu eigenlijk ook wel ingaan, maar ik vraag heel braaf om: “een kopje thee alsjeblieft.” “Wilt u ook wat eten?”, vraagt het meisje en opent de menukaart in haar handen. “Ja, zometeen, ik wacht nog op iemand.” Ze doet de menukaart weer dicht. “Maar geef die kaart maar hoor”, zeg ik, “dan kan ik alvast iets lekkers uitkiezen.” En dat deed ik. Terwijl ik m’n thee dronk viel m’n keuze op een biologisch pompoenbrood met warme casselerib met honingmosterdsaus. Leek me lekker. Ondertussen wachtte ik op m’n date. Soort van date. Iemand die ik nog kende van vroeger. Van 12 jaar geleden. Van de grafische MTS. Op iemand wiens telefoonnummer ik was vergeten in m’n mobieltje te zetten. Iedere keer als ik wat zag bewegen in m’n linkerooghoek keek ik op van de NL20 die ik bij de ingang van het restaurant had meegenomen. En iedere keer was het de serveerster die iets voor andere gasten kwam brengen. Mijn date kwam niet. Niet na 5 minuten. Ook niet na 10. En ook niet na een kwartier. Het leek me een perfect moment voor een paniekaanval, maar ik stelde ‘m toch maar uit, want ik bedacht me dat ik m’n Bach-bloesemdruppels niet had meegenomen en een paniekaanval zonder enigszins verdovende middelen in de buurt, dat is natuurlijk helemaal vragen om problemen. Dus ik nam nog maar een slokje van m’n thee. En ik las de restaurantrecensies in de NL20 nog een keer. Hoe lang blijf je wachten? Iemand kan een kwartier te laat komen. Dat kan. Maar dan had hij mij toch wel even gebeld? Of gemaild? Laat hij me nou gewoon zitten hier? Ik voelde me toch een beetje ongemakkelijk zo in m’n eentje en na een half uur vond ik het mooi geweest. Ik overwoog nog om tegen de serveerster iets te zeggen als: “Ik denk dat m’n vriendin de afspraak is vergeten.” Want, ja, hallo! Iemand die mij laat zitten?! Hallo! Dacht het niet! Maar uiteindelijk vroeg ik gewoon om de rekening en betaalde ik 2 euro voor m’n kopje thee. Thuis nam ik een tosti.

7