ATC-SERIE 34: BIRD JAM
(mixed media collage)
(made for the ‘Jam Swap’ hosted by Marloes of the Dutch ATC-group)
(not available for swapping)
(mixed media collage)
(made for the ‘Jam Swap’ hosted by Marloes of the Dutch ATC-group)
(not available for swapping)
Volgens mij hebben we een lekkage hier in dit hoekje, zei ik tegen P. een paar maanden geleden. Voorzichtig bekeek P. de muur en de plint in het hoekje van dichtbij. Oh, zei P. en hij zuchtte diep. We keken elkaar aan. Zal ik dit kastje er gewoon voorschuiven, dan zie je er niks meer van, zei ik. Dat vond P. een goed idee. Hahaha, lachten wij. Wij vonden onszelf onwijs inventief. En dat kastje stond eigenlijk best leuk in dat hoekje. Dus wij negeerden een paar maanden de hele lekkage-situatie. Al leek de lekkage zich uit te breiden. De vochtplekken trokken langs het kastje en richting plafond. Wij begonnen na te denken over een groter kastje. Maar al is het negeren van zoveel mogelijk negativiteit best een leuke levenshouding, er komt altijd een moment dat je de waarheid onder ogen moet zien. Ons moment was tijdens een vergadering met de Vereniging Van Eigenaren. Met onze bovenburen dus. Hebben jullie ook zon last van lekkage?, vroeg de buurman van 2-hoog. Eh, ja, zei ik, wij hebben zelfs al verrotte plinten en het stuc komt van de muur. Maar ik word al depressief al ik alleen al denk aan het uitzoeken waar die lekkage vandaan komt. Ja, maar buurvrouw, het is in ons aller belang dat die lekkage wordt opgelost, zei de buurman van 2-hoog. Maar écht buurman, ik kan alleen nog maar aan potjes Prozac denken als ik een hamer zie, zei ik. De buurman van 2-hoog keek me aan en hij begreep het. Hij zag al het voorbije verbouwleed van de afgelopen jaren in mijn ogen. En hij zag ook dat ik, verbouwtechnisch, niet op partner P. hoef te rekenen. De 2-hoog-buurman zag het en hij besloot het voortouw te nemen. Dus zo kwam het dat de buurmannen van 1- en 2-hoog mij vandaag hielpen met het bouwen van een nieuwe regenpijp. Want daar lag de oorzaak van de lekkage. En die oorzaak is nu opgelost. Nu alleen het gevolg, de verrotte plinten en de vochtplekken, nog. Dus voorlopig blijft dat kastje staan.
P. heeft alle cd’s van Maarten van Roozendaal. En het liedje ‘Red mij niet’ is misschien wel 1 van zijn mooiste liedjes.
Maarten van Roozendaal – Red mij niet (download 4MB)
Een jaar geleden werd ik wakker zonder navelpiercing. Uit de krassen rond mijn navel, Bruce Lees fascinatie voor balletjes en zijn voorkeur voor slapen onder het dekbed trok ik de meest voor de hand liggende conclusie. En omdat ik het balletje niet meer terug kon vinden, besloot ik de navelpiercing dicht te laten groeien. Maar tijdens zon Kamasutra-weekend krijg je een overdosis chirurgisch staal te verwerken. En dan gaat het toch weer kriebelen. Dus daar, ten midden van de duizenden gepiercete bezoekers, kwam ik op het idee om mijn navel ook weer te piercen. Het leek mij zelfs een uitermate geschikt moment! Dus ik kocht een piercing, verdween piercingloos richting toiletten om daarna gepierced weer terug te komen. Luna bleek autodidact piercer, want ik voelde er bijna niets van. Maar toen ik zondagnacht thuiskwam en uitgeput bij P. kwam liggen piepte ik dat hij uit moest kijken voor mn navelpiercing. Heb je m er weer ingedaan dan?, vroeg hij. Ja, gewoon even mn tanden op elkaar en goed hard doorduwen. Het is alleen een beetje gevoelig nu, zei ik. Meisje, ben je eigenlijk niet te oud voor zon navelpiercing?, vroeg hij. Wát zeg je?, vroeg ik. Nou, ik bedoel, je wordt toch 30 dit jaar, ben je dan niet een beetje te oud voor dat soort dingen, zei hij. Hij zei het echt en ik had het goed gehoord. Hij gebruikte de woorden 30 en te oud in 1 zin. In 1 zin! En dat moest ik allemaal maar gewoon pikken! De schoft! Ik dacht na over een spitsvondig antwoord. Iets wat hem zou doen trillen van angst. Een antwoord dat hem zou doen beseffen mij nooit, maar dan ook nooit meer, te oud voor iets te vinden. Maar er kwam niets. Mijn gedachten bleven blanco. Ik dacht even aan; Als jij dat vindt, dan ben je misschien wel te oud voor mij. Maar die was te makkelijk en te flauw. Het enige dat ik mompelde was: Nou, ik hou m lekker toch in tot ik 80 ben. En hij mocht aan zn eigen kant van het bed slapen.
De volgende dag ging de spast verder met sms-en:
Spast: luna, sorry dat ik zo snel ga, maar daar heb ik een reden voor
Luna: wat is die reden dan?
Spast: niet fijn, mijn vooruitzichten dat ik spoedig kom te overlijden
Luna: ‘en waar ga je snel mee dan?
Spast: contacten leggen
Luna: wat voor contact dan?
Spast: wat jij wil
Ik besloot hier verder niet op in te gaan, maar hij stuurde nog een laatste sms-je; vleselijk contact.
Zucht.
Zon Kamasutra-beurs als afgelopen weekend in Utrecht wordt bezocht door mensen van allerlei allooi. Iedereen heeft behoefte aan seks, dus ook onze spastische medemens. En zon spast bevond zich, in zijn rolstoel, voor onze FOXY-stand terwijl 1 van onze FOXY-promotiemeisjes druk bezig was met het bevoelen van hem en zijn rolstoel. Even navragen leerde mij dat de spast zijn mobiele telefoon kwijt was. Meteen werd de verpleegster in mij wakker. Zijn telefoon kwijt! En nog spastisch ook! Ik zou hem helpen! Waar ben je hem verloren?, vroeg ik terwijl ik hurkte. Bij het hoofd po di um , zei hij. Wat is je nummer, dan bel ik je even en dan loop ik een rondje, zei ik. De spast gaf zijn nummer, ik belde hem een aantal keer en liep een paar rondjes rond het podium, maar vond geen telefoon. Zielig! Ik vond de spast heel zielig! Kun je nog wel thuiskomen?, vroeg ik. Dat ging lukken. Hij had een busje besteld en dat busje kwam zo. Ik breng je wel even, zei ik. En zo duwde ik hem en zijn rolstoel richting uitgang. Welterusten, zwaaide ik hem uit. En met een ongecontroleerde armbeweging zwaaide hij terug. Meer dan 3 uur later lag ik uitgeteld op mijn hotelbed met de dreun en de hectiek van de Kamasutra-beurs nog in mijn hoofd. Pieppiep pieppiep, deed mijn mobieltje. luna, ik heb hem, zei het sms-je. Ha! De spast had zijn mobiele telefoon gevonden! gelukkig maar welterusten, smste ik terug binnen 10 seconden. Meer dan 10 minuten later, met van die spastische vingers is het vast moeilijk sms-en, kreeg ik de volgende sms; mijn email is hartstikkespast@hotmail.com en ik ben nu online. En toen pas begreep ik het. Die spast was zijn mobieltje helemaal niet kwijt geweest! Die gebruikte dat gewoon als truc om aan telefoonnummers van meisjes te komen! Telefoonnummers van meisjes die in de seksindustrie werken! Hoe slim! Hoe briljant! Hoe gehaaid! Het zou me niets verbazen als hij eigenlijk gewoon kan lopen.
Soms is het moment daar om de realiteit eens diep in de ogen aan te kijken. Om de kledingcollectie die je in de loop der jaren bij elkaar hebt verzameld eens flink onder de loep te nemen en eens flink uit te dunnen. Gisteren was dat moment daar voor P. en mij. Nu zijn P. en ik niet zo van het weggooien. Aan elk kledingstuk hangt een herinnering en elk kledingstuk denken we toch, ooit, nog eens te dragen. Maar onze bewaardrift begon de laatste tijd wel erg groteske vormen aan te nemen. Onze rekken, kasten en lades puilden uit. Je draagt de helft niet meer, riepen we tegen elkaar. Want we vonden vooral dat de ánder maar eens iets weg moest gooien. Om onze relatie een beetje gezellig en in balans te houden, besloten we een modepolitie-avondje te houden. Om en om moesten we kledingstukken in een vuilniszak doen. Hij 1 en dan ik 1. Het ging hierbij vooral om het acceptatieproces dat sommige kleding echt niet meer kan en waarschijnlijk ook nooit meer gaat kunnen. Kan deze broek nog?, vroeg ik aan P. terwijl ik mezelf in de spiegel bekeek. Eh, nee, meisje, die kan echt niet meer, zei P. voorzichtig. Ja, maar ik heb nu een gewone onderbroek aan. Met een string kan het toch best nog? Toch?, vroeg ik. Eh, zei P., eh, nou. Die paarse broek kon dus echt niet meer. Zucht. In de vuilniszak ermee. Daarna kwam P. voor me staan in een veel te grote, gebreide beige trui: Dit was mn lievelingstrui toen ik nog studeerde. Ik bekeek m eens goed. Nee, toen hij nog studeerde was ik zeker niet op P. gevallen. Nog even checken voor de zekerheid. Nee, zeker niet! Wat een afzichtelijke trui! Jesus, P. heb jij dat aangehad?, lachte ik. Weggooien dus, zei P. een beetje beteuterd. Totaal hebben we 2 vuilniszakken met kleding gevuld. Wat een geestelijke bevrijding! Ter compensatie heb ik vandaag 2 paar schoenen gekocht.