DAT VERDIENT EEN BLOEMETJE
“Ik kom op de televisie!!!!”, schreeuwt m’n moeder blij door de telefoon.
Oh, Thank God!!! Een last valt meteen van me af. Ik heb er 2 nachten bijna niet van kunnen slapen.
“Ja, dat wist ik natuurlijk allang”, lach ik.
Woensdagavond kreeg ik een telefoontje van Riny van StadsTV Tiel. Hij leest mij blog al een tijdje en heeft zo een beetje mee kunnen leven het laatste jaar. Hij belde om te vertellen over een leuk onderdeel bij hun programma ‘Tiel aan tafel’; het bloemetje. Of het niet leuk was om mijn moeder een bloemetje te geven en te feliciteren met het feit dat ze kankervrij is. “Eh, Riny, eh, eh, eh, ja, nou, eh, dat vind ik wel heel erg leuk, maar eh, eh, ik weet niet of mijn moeder daar op zit te wachten.” Was hij wel gewend, dat soort reacties, maar achteraf vind eigenlijk iedereen het heel erg leuk, was zijn ervaring. “Ja, maar dan ken je mijn moeder nog niet, haha”, zei ik, “ik ga het hier even overleggen met J., ik bel je zo terug.” Was goed.
“Oh, nee”, zegt de verkering, “ik doe hier geen uitspraken over.”
“Ja, maar, denk je dat ze het leuk vindt?”, vraag ik.
“Nee, ik zeg niks, want als ze het niet leuk vindt, dan ben ik tenminste nog haar favoriete schoonzoon.”
“Ja, maar, ja, maar, wat moet ik nou doen. Ze kunnen me toch niet onterven, want ik ben enig kind. En in het ergste geval gooit ze gewoon de deur in het gezicht van die hele StadsTV Tiel. Of nou ja, in het ergste geval haat ze me voor de rest van haar leven en gezien het goede nieuws zou dat ook nog wel eens 20 jaar kunnen duren. Of niet, maar ja, dat weet je nooit. Maar ik denk dat ze het stiekem wel heel leuk vindt.”
“Ik zeg echt niks hoor.”
Ik belde terug naar Riny: “We gaan het gewoon doen. Leuk!”
Dus zaterdagochtend om 11:00 stonden Riny en Sari van StadsTV bij mijn ouders voor de deur om ze een bloemetje te brengen. En aan het einde van de middag ging ik naar de studio van StadsTV Tiel om voor de camera te vertellen waarom m’n moeder dat bloemetje had verdiend. En ik had me natuurlijk voorgenomen om niet te gaan huilen en ik ging er ook heel opgewekt naartoe, maar toen ik daar eenmaal op de bank zat en ik in het kort moest uitleggen van het hoe en waarom toen had ik al een lichte snik in m’n stem. En toen er daarna, een gemiddelde aflevering van ‘All You Need is Love’ is er niks bij, ook nog eens een laptop openklapt werd met daarop het filmpje waarin m’n ouders worden overvallen met het bloemetje, ja, toen had ik het niet meer.
Hoor je daarna je moeder op camera en voor de hele natie, heel Nederland, okay, heel Tiel, zeggen: “Ja, maar zonder m’n dochter en haar vriend, en m’n man natuurlijk, had ik hier niet gestaan.”
Ja, dan zit je gewoon op regionale TV een potje te janken.
LUNA EN NIEUWS DAT DOOR MOET DRINGEN
“Hoe voelt u zich?”, vraagt de oncoloog aan m’n moeder.
“Ja, goed”, zegt ze.
Ja, ga nou maar meteen door naar de uitslag, denk ik. Jij hebt toch op je beeldscherm staan hoe m’n moeder zich zou moeten voelen? Jij hebt toch alle bloedonderzoeken, uitslagen van de MRI-scans, de uitslag van de PET-scan en weet ik veel wat voor onderzoeken en shizzle nog meer? Die heb toch net doorgelezen? Het is nu 10:00, je bent een half uur uitgelopen en het is pas ochtend, dus je hebt alle tijd gehad om je in te lezen en alles te checken. Toch? Toch? Toch? Zeg het! Zeg het!
“En de laatste chemokuur heeft u 20 december gehad hè?”
“Ja.”
Het staat op je beeldscherm!
“En merkt u verschil nu qua energie? Nu u geen chemo’s meer heeft?”
“Ja, ik ben wel heel moe geweest tijdens de chemo’s, maar het gaat elke dag een stukje beter, maar ik denk niet meer dat het ooit wordt als hiervoor.”
“Als voor de chemo’s?”
“Nee, als voordat ze in het ziekenhuis belandde”, breek ik het gesprek ik.
“Ja, toen kon ik met gemak een uur, anderhalf uur lopen”, zegt m’n moeder.
“Ja, u wordt natuurlijk ook ouder”, zegt de oncoloog, “maar ik sluit niet uit dat u ooit weer een uur kan wandelen.”
Oh.
Dan begint de oncoloog alle onderzoeksresultaten te bespreken. De bloedwaarden hier en de bloedwaarden daar. Het resultaat van de MRI-scan en wat de andere doktoren daarvan vonden. Het resultaat van de PET-scan die in een ander ziekenhuis gemaakt moest worden en wat de doktoren er daar van vonden. En wat zij ervan vindt en hoe het eruit ziet. En het gaat allemaal zo snel en ingewikkeld dat een groot gedeelte langs ons heen gaat, omdat we volledig gefixeerd zijn op een toekomstplaatje. Wat gaat er gebeuren? Hoe lang nog? Wanneer? Zeg het! Zeg het! Zeg het! Maar de oncoloog eindigt haar verhaal met: “Dus mevrouw van den Heuvel, gefeliciteerd.”
Hè?
Het duurt even voor dit nieuws echt tot ons doordringt. Gelukkig houdt de oncoloog even wijselijk haar mond. Waarschijnlijk heeft ze wel vaker van dit soort goed-nieuws-gesprekken gehad. Lijken me toch de leukere onderdeeltjes van haar vak. M’n ouders en ik beginnen te snikken en sniffen, want we hadden ons eigenlijk voorbereid op het ergste, ook al voelt m’n moeder zich goed en ziet ze er goed uit.
“Dus de kanker is weg?”, vraag ik.
“Ja”, zegt de oncoloog.