web analytics

LUNA ZAG ‘AMORES PERROS’

“Meisje, deze film gaan we vanavond kijken”, zegt P. en hij schuift me de VPRO-gids toe. Zucht. Altijd als P. iets uitkiest op televisie is het óf voetbal óf een hele moeilijke en depressieve film. Ik lees de recensie van ‘Amores Perros’: ‘(…) … met prijzen en lof overladen speelfilmdebuut… honden spelen een grote rol… aanklacht… naar aanleiding van een 21 seconden durend hondengevecht… (…)’ “Ik heb geen zin in hondengevechten”, zeg ik. “Het is een goede film”, zegt P., “goed gefilmd.” “Kan mij het schelen”, zeg ik. “Nee, maar het gaat over een leuke hond”, zegt P., “die alle gevechten wint.” “Ja, en die hond gaat zeker dood?”, vraag ik. “Ja, dat zeg ik niet natuurlijk”, zegt hij. En dan weet ik al genoeg. Verantwoorde, culturele films hebben nooit een happy end, maar er gaat wel altijd iemand dood die helemaal niet dood had hoeven gaan. En dan het liefst een hond, waar de hoofdpersoon dan hard om huilt zodat de kijker ziet dat de hoofdpersoon ook in staat was tot liefde. En gevoel. “Als die leuke hond doodgaat hoef ik die film niet te zien”, zeg ik. “Dat van die hond is niet eens het hoofdverhaal”, zegt P., “en ik wil ‘m graag nog een keer zien.” Zucht. Vooruit dan maar. Vooruit. Dan. Maar. Om 0.00 begint de film en ik word al binnen 1 seconde getrakteerd op beelden van een creperende hond met heel veel bloed in een auto. “Ah, P.! Verdomme. Dit trek ik niet”, zeg ik. “Hè, wat?”, vraagt P. terwijl hij wakker schrikt. “Ja, hallo, dat is lekker! Jij ligt gewoon te slapen! Jij wilde die film zien. Die hond is nu al gewond met bloed en alles!” “Sorry meisje”, zegt P., maar valt een half uur en 3 hondenkadavers later gewoon weer in slaap. “Je hebt me er ingeluisd”, sis ik hem zachtjes toe. Daarna doe ik de televisie uit, de deur op slot, de lampen uit en het gordijn dicht. En omdat ik niet in slaap wil vallen met de beelden van dode honden voor m’n ogen, sleep ik kater John Digweed mee naar de slaapkamer voor een uitgebreide knuffelsessie. Partner P. slaapt een nachtje op de bank.

34

WEET JE OP WIE JE LIJKT?

Meisje: “Weet je op wie jij lijkt? Maar, misschien ken je haar niet hoor.”
Luna: “Nou, op wie?”
Meisje: “Op Electric Luna.”
Beste opmerking tijdens een avondje stappen in Panama, Amsterdam, afgelopen vrijdag.

17

EEN HELEBOEL GATEN IN LUNA’S GEHEUGEN

“Jij was echt al hartstikke ervaren toen wij wat hadden”, zei ex S. regelmatig als we het over vroeger hebben. “Nee, echt niet, je was pas m’n vijfde vriendje en ik was heel erg verliefd op je”, antwoordde ik dan. Zo’n 10 jaar geleden hebben ex S. en ik een paar maanden wat gehad. Het werd nooit serieus, voornamelijk omdat S. dacht dat ik naast hem nog minstens 5 anderen had. Maar ik was écht trouw en écht verliefd. “Ik was nog zo groen als gras, maar jij was veel verder dan ik”, vond hij. Vond ik niet. Vond hij wel. Vond ik niet. Vond hij wel. Vond ik niet. En om deze discussie voor eens en voor altijd uit de lucht te helpen pakte ik vorige week mijn doos met losse dagboekvellen erbij. Dan kon hij het zelf vulpen op wit lezen. “Hier”, zei ik, “seks met M., week later seks met andere M., 3 weken later seks met E., hier in maart seks met C. en hier in april seks met E. en D., en dat was allemaal na jou.” ‘Eh, wanneer was dat precies dan?”, vroeg ex S. me met argwanende ogen. “Eind 1996 en begin 1997, in m’n eerste ontdekkingsperiode en ik leerde jou kennen in de zomer van 1996, toen ik net in Amsterdam ging studeren.” “Eh, volgens mij hebben wij elkaar eind 1997 leren kennen hoor”, zei hij. Echt niet. Echt wel. Echt niet. Echt wel. Echt niet. Ik bladerde weer verder tussen de dagboekvellen en vond een papiertje met de datum 28 januari 1998. Oeps. Ik las voor aan ex S.: “Ik ken S. al bijna 4 maanden.” Ik keek hem schuldbewust, maar met een grote glimlach, aan en ik verbaasde me over mijn geheugen en hoe dat in staat was gebleken om een bepaalde periode uit mijn verleden volledig te veranderen. “Ik heb me een jaar vergist! Je was nummer 25 waarschijnlijk, maar dat is best een leuk nummer toch?!”, lachte ik. “Jij slet”, lachte ex S. terug, “zie je wel dat ik gelijk had! Zie je wel! Dat soort dingen voel je.” “Sorry!”, zei ik. Maar gelukkig wil S. nog steeds m’n ex-vriendje blijven.

22

LUNA, VRIEND F. EN EEN MUZIEKQUIZ

Vanavond is er een feestje bij vriend F. en vriendin T. en dit feestje wordt voorafgegaan door een workshop acrylverven bij kunstenaar F. ook bekend als vriend F. en tevens bekend als dj F., de dj die de rest van de avond en nacht aan elkaar draait met fijne dance-plaatjes. Sommige mannen zijn gezegend met vele talenten. En vele van die bijzondere mannen mag ik tot mijn vriendenkring en zelfs mijn partner rekenen. Maar die ene bijzondere man F. belde ik dinsdag om te vragen of hij misschien zin had om zaterdag ook een muziekquiz te houden. “Ehm”, zei hij. “Ja, is leuk. Gaan we doen! Is leuk”, zei ik. “Ehm”, zei hij nog een keer. “Wordt lachen”, zei ik, “het wordt geen muziekquiz van het niveau ‘obscure plaatjes uit 1953’ met vragen als ‘Hoe heette de drummer van dit bandje?’ Nee, gewoon een muziekquiz van het niveau ‘Raad de Plaat’ en ‘Herken de Hoes’. Gewoon met samples van Madonna, Michael Jackson, The Rolling Stones, U2, gewoon lekkere plaatjes.” Ja, dat zag vriend F. wel zitten. Dus donderdag arrangeerden wij samen een muziekquiz in elkaar bij hem thuis. Ik trok wat platen uit zijn immense platencollectie en hij deed iets ingewikkelds met knopjes en draaitafels en een loop-machine zodat het uiteindelijke resultaat een cd’tje is met 40 muziekfragmentjes. Muziekfragmentjes die een beetje top-40-luisteraar-ouder-dan-30 met gemak zal herkennen. Tevens hebben vriend F. en ik rekening gehouden met het algehele niveau van de avond. En dan heb ik het niet over het intelligentie-niveau, maar eerder over het drankgehalte en het aantal jointjes dat is gerookt. Vriend F. en ik hadden een topavond! De 40 muziekfragmenten heb ik vanmorgen aangevuld met 5 ‘Herken de Hoes’-vragen en 5 Nederlandse gedichten geïnspireerd op Engelstalige songteksten waaronder; ‘Je moet ze gewoon laten zien dat je helemaal niet bang bent! (…)’. En; ‘Is dit het echte leven? Is dit maar fantasie? (…)’. Ik heb enorme zin in deze dag. Vrienden, schilderen, ‘Idols’, een muziekquiz en een daarna de hele nacht plaatjes luisteren. Ik kan mij niets meer wensen.

22

MILA’S GEBOORTEKAARTJE


Mila is niet alleen het aller- allermooiste meisje van de hele wereld, ze heeft ook nog eens het aller- allermooiste geboortekaartje! Een paar maanden geleden vroegen vriendin D. en vriend J. mij het geboortekaartje te ontwerpen voor hun aanstaande dochtertje. En na heel veel uren knippen en plakken had ik vorige week eindelijk de 80 originele collages af, in 2 verschillende versies. Met echt sushi-gras, kanten bloemetjes, papieren bloemetjes, glitters, glimmers, uitgestansde neon-roze letters, vliegende melkflesje met vlindervleugels en een gestempelde achterkant! En hun katers Angus en Balou kregen een gezellige feestmuts op.

55

JA, DIT IS LATER

“Hé E., met Luna, je had net gebeld?”, vraag ik mijn zwager E. aan de telefoon. “Ja, ik had jullie thuis al geprobeerd”, zegt E., “en daarna P. op z’n mobiel en daarna jou op je mobiel. Is P. bij jou?” “Ja, die zit naast me. We zijn in Tiel bij m’n ouders. Wil je hem spreken? Niet even gezellig met mij?”, vraag ik lachend. “Nee, mag ik P. eerst even?”, vraagt zwager E. op een manier die ik meteen begrijp; dit wordt geen gezellig telefoongesprek. Ik geef mijn mobieltje aan P. en blijf hem aankijken om z’n reactie te pijlen. En ik zie dat het niet goed is. Ik kijk daarna naar m’n eigen moeder. “Er is iets niet goed hoor”, fluister ik naar haar. “Dus pappa is nu bij haar?, hoor ik P. vragen aan de telefoon. “Z’n moeder”, fluister ik naar de mijne, “er is iets met z’n moeder.” Ik adem in. En ik adem uit. En ik probeer met mijn gedachten de werkelijkheid te beïnvloeden; nu nog niet, nu nog niet, nu nog niet, nu nog alsjeblieft even niet. Nog 10 jaar erbij. “Een acute longontsteking”, zegt P. even later, “en een bacterie en 40 graden koorts. Ze is vanmorgen met loeiende sirene naar het ziekenhuis gereden.” We eten snel een kop tomatensoep en een paar broodjes bij mijn ouders en rijden daarna meteen naar P.’s zus in Mijdrecht. En dan zit je aan een tafel met een biertje en een portje en een glaasje appelsap en een bakje met nootjes. En je denkt wat. En je staart wat. En je zegt dingen als: “Ze is in goede handen nu” en “het komt allemaal wel goed.” En als de vader van P. binnenkomt van zijn bezoek aan het ziekenhuis zegt hij: “Nou, ze was alweer op me aan het schelden hoor, dus ze is aan de betere hand.” Maar we zien aan hem dat hij ontzettend geschrokken is en dat hij zich groot probeert te houden. En we weten allemaal dat er iets veranderd is. Dat wat gaat komen weer een stukje dichterbij is. Onze ouders en schoonouders worden zichtbaar ouder. Maar het was nooit eerder zo voelbaar als vandaag.

28

BRUCE OF THE CARIBBEAN


Bruce speelde mee in de film ‘Pirates of the Caribbean’! De rest van mijn ATC’s; klik.

0

LUNA ADEMT MEE

Inademen in door je neus. Uitademen door je mond. Adem in, adem uit. Ik adem mee. De hele verloskamer in het VU ademt mee. Ik adem al uren mee. En vriend J. die ademt nog veel meer uren langer mee. Ik denk niet dat ik, mocht het ooit zover komen, op zwangerschapsyoga hoef. Ik beheers dat hijgen, ademen en puffen door het meeluisteren en meedoen met vriendin D. al tot in de finesse. Maar geef dat meisje een ruggenprik! Kan iemand mijn lieve vriendinnetje D. alsjeblieft een ruggenprik komen geven? Liggend persen. Zittend persen. Als je al 13 uur weeën om de 3 minuten hebt, kan er dan niet iemand iets aan komen doen? Op een baarkruk persen. Er wordt zelfs een vacuümpomp bijgehaald. Ik vind het verschrikkelijk om te zien dat D. zoveel pijn heeft, al voel ik ook een immens respect voor de waanzinnige oerkracht die er in haar zit. Maar na 14 uur oerkracht en zeker na 15 uur oerkracht mag van mij de hedendaagse techniek het ook wel eventjes overnemen. En precies op het moment dat ik denk; geen vrouw hoort zoveel pijn te hebben, dit kan niet goed gaan, nu is het écht, écht, écht mooi geweest, beslist de gynaecoloog dat het zo ook écht niet langer kan. Binnen 2 minuten zijn alle slangetjes en stekkers losgehaald en is vriendin D. met bed en al richting een operatiekamer gereden. Toch een keizersnede. En dan is het stil. Vanuit een met lichtgroen-skai gestoffeerde stoel staar ik naar de lege verloskamer. Geen puffen. Geen zuchten. Geen persen. Geen verpleegkundige die vertelt hoe er in- en uitgeademd moet worden. Het is heel stil. En ik kan alleen nog maar wachten. Leken de uren daarvoor voorbij te vliegen, het uur dat volgt tikt langzaam voorbij. Ik lees een folder over foliumzuur. En eentje over borstvoeding. En daarna die over foliumzuur nog maar een keer. En dan, na een heel lange tijd, komt vriend J. mij huilend vertellen dat zijn dochtertje is geboren. En na nog een keer heel lang wachten mag ik op de afdeling neonatologie vriendin D. een dikke kus komen geven en daarna minutenlang staren naar de aller- aller- allermooiste en helemaal gezonde Mila.

30

LUNA STAAT PARAAT

Maandagochtend 7.01. M’n mobieltje trilt. “Hé J.”, mompelde ik slaperig. “Ja, normaal bel ik nooit zo vroeg”, zei vriend J. rustig, “maar D. heeft al vanaf 0.00 weeën. Dus als jij deze kant op kan komen?” “Nu? Het zou toch pas over 2 weken?”, vroeg ik. “Nee, het gaat nu echt gebeuren”, zei hij. “Ik kom eraan”, zei ik ineens klaarwakker. Een paar dagen eerder vroeg vriendin D. me of ik bij de bevalling wilde zijn. Want zij en J. wilden graag foto’s van alles. “Weet je dat wel zeker?”, vroeg ik. Dat wist ze zeker. “En weten jullie ook wel zeker dat jullie mij daarbij willen en niet iemand anders?”, vroeg ik. Dat wist ze ook zeker. “Ik ben alleen zo bang dat jij nooit meer kinderen wil als je bij mijn bevalling bent”, zei ze. “Nou, als er iemand vaak naar ‘De Bevalling’ op SBS6 heeft gekeken dan ben ik het wel”, grapte ik, “maar ik wil dat jullie er nog wel even goed over nadenken. Want ik vind het nogal wat. Een hele eer en een heel groot cadeau.” Even daarvoor hadden we samen nog naar het geïnstalleerde bevalbad in de woonkamer gekeken. “En hier ga je in bevallen?”, vroeg ik lachend. “Ja, dat is wel de bedoeling”, zei ze. “Wat een groot ding”, zei ik, “en dan komt het kindje zo gezellig naar boven drijven?” Dat was wel het plan. “Ik wil er erg graag bij zijn”, zei ik tegen vriendin D., “maar denk er nog maar even goed over na.” Maar J. en D. hadden niet eens tijd om nog even na te denken of om met mij te overleggen wat voor foto’s ze precies wilden. Want hun kindje kondigde zich 10 dagen te vroeg aan. Dus gisterochtend om 7.30 stond ik achter vriendin D. die in het bevalbad haar weeën lag op te vangen. Te wachten op een paar centimeter meer ontsluiting. Die niet kwam. Die zelfs na een half uur vol heel heftige weeën nog steeds niet kwam. Wat wel kwam was de beslissing van de verloskundige om naar het ziekenhuis te gaan. En de camera en ik gingen mee.

6