MADONNA!!!!
Dat fijne concert dat Madonna volgende week gaat geven… daar ga ik dus echt wel naartoe! ‘Give it 2 me, Yeah / No one’s gonna show me how / Give it 2 me, Yeah / No one’s gonna stop me now!’
HERE WE GO AGAIN
Ik ging vrijdagochtend op de weegschaal staan. Moet je sowieso nooit doen, maar omdat ik Skinner elke week moet wegen en die kater er niet uit zichzelf op ging staan, had ik geen keus. Ik zag een getal dat ik niet herkende, zelfs toen ik Skinner er met zijn 3,1 kilo vanaf trok bleef er een getal over dat ik nooit eerder op m’n weegschaal zag. Kut. Kuttekuttekut. Wat nu? Er waren 2 opties. De eerste was; doen alsof ik niks gezien had. Gewoon een flesje van het een of ander opentrekken en aan het einde van dat flesje zou ik waarschijnlijk niet eens meer weten waar ik me een paar uur eerder druk over maakte. Ik koos voor optie 2: Detox. Hardcore. Ieder pondje gaat door het mondje, maar waarschijnlijk zijn die pondjes er bij mij intraveneus en integraal ingepompt met liters Chardonnay en Prosecco. De avond ervoor had ik zelfs nog bij vriend P. en vriendin D. op de bank gezeten. Hun aan een klei-shake, ik met een Chardonneetje. “Nou, lekker hoor, zo’n wijntje”, had ik gelachen, “veel succes met die shakes van jullie.” Ik had ze zelfs een beetje voor gek verklaard, maar de volgende ochtend stond ik dus zelf met een paar doosjes Detox-pillen bij de Etos. Ik las ‘Ter ondersteuning voor het lichaamseigen vermogen om afvalstoffen te verwijderen’ en ‘cichoreiwortel, bittersinasappel, psyllium, spirulina en guldenroede’ en het leek mij een prachtproduct! Al het gif m’n lichaam uit! En fruit, groente en heel veel water erin! Ik ging ervoor! En toen ik thuis kwam kickte ik meteen de eerste pil naar binnen. Om ‘m daarna meteen weer kokhalzend in de gootsteen te spugen. Zucht. De pil, xtc, M&M’s, deepthroaten, kokkindjes, kauwgom; allemaal geen probleem, maar die Detox-pillen krijg ik dus niet weg. Niet in 1 keer in ieder geval. Ik heb nu 3 dagen geen alcohol gedronken. Geen vlees gegeten. Geen suiker. Vandaag ging ik uit eten met P. en ik heb niet eens een wijntje besteld om het heerlijke hoofdgerecht (ravioli gevuld met zaagbaars en pistachenootjes) te begeleiden. Ik heb in die 3 dagen 18 Detox-pillen geslikt. En iedere 18 keer was het een drama. Een kleine hel in de keuken. Een gevecht tussen mijn huig en mijn wil. Nog 27 dagen en 142 pillen te gaan. Vanaf morgen spoel ik ze weg met een Chardonneetje.
WIN EEN BRUCE ROMPERT!
Bruce toont hier, in blakende gezondheid, maar weer eens waarom het PloesiePoesie-logo volledig op hem gebaseerd is! En dit logo drukte ik, geheel zelf, met mijn nieuwe zeefdruk-machine uit Japan op wat lieve baby-rompertjes! Kan in de wasmachine, kan gestreken worden en er kan op gekotst en gekwijld worden. De eerste twee lezers/lezeressen die reageren, en die in de afgelopen maand een kindje hebben gekregen, krijgen geheel gratis zo’n kekke rompert thuisgestuurd! Voor alle anderen; de romperts zijn binnenkort te verkrijgen in mijn PloesiePoesie-shop. Als ik eindelijk de rust en reinheid en relaxtheid heb gevonden om alles te updaten!
Update 1: Rompert #1 gaat naar Linda!!!
Update 2: En de tweede rompert gaat naar Evelien!
R.I.P. NAAIMACHINE
Als de naaimachine waarop m’n moeder vroeger haar kleding maakte en jaren later mijn eerste babykleertjes, als die naaimachine vandaag, na honderden PloesiePoesies genaaid te hebben, als die naaimachine het dan écht, écht niet meer doet, écht na 40 jaar z’n langste tijd gehad heeft, ja, dan is dat wel een moment om zachtjes bij te huilen.
DE OLYMPISCHE SPELEN
Ik ben die hele Olympische Spelen al weken zat, maar P. zit er elke dag weer helemaal klaar voor. Partner P. vandaag, met tranen in z’n ogen: "Ik dacht niet dat ik het ooit zou zeggen, maar Ankie van Grunsven is een sieraad voor de Nederlandse sport."
LUNA EN JORDY
Met 5 plastic tassen vol PloesiePoesies probeer ik het kleine halletje binnen te lopen waar het winkelmeisje me op gewezen heeft. “Daarachter staat een stoel”, zegt ze, “ga maar vast zitten, dan help ik deze klant nog even.” Ga maar vast zitten? Ga maar vast zitten?! Eerst moet ik me langs 2 middelgrote honden en 1 grote Deense Dog pup zien te manoeuvreren! En binnen no time staan ze alledrie kwijlend tegen me aan te springen. “Je bent toch niet bang voor honden hè?”, vraagt het meisje. “Eh, nee, hoor, maar ik ben meer een poezenmens, volgens mij ruiken ze dat”, zeg ik. “Ze doen niks hoor”, roept het meisje, “en er lopen hier ook 5 katten rond, dus ze zijn wel wat gewend.” “Oh, okay”, zeg ik terwijl ik m’n tassen neerzet en plaatsneem op het stoeltje. De honden schieten als een kermisattractie langs m’n benen. Links, rechts, op en neer en op en neer. “Nee, niet je kop in de tas”, zeg ik tegen een dikkige labrador en duw ‘m aan de kant. Nee! Geen hondenkwijl op m’n PloesiePoesies! “Jij bent braaf”, zeg ik tegen een soort zwarte herder die naast me komt zitten en aai ‘m over z’n kop. Ik ruik aan m’n hand. Nee, niet lekker. “Ik kom er zo aan hoor”, zegt het winkelmeisje, “wil je koffie?” “Ja, doe maar.” En terwijl ik heel even niet oplet staat de Deense Dog-pup ineens met een roze PloesiePoesie in z’n bek te schudden. “Nee, hondje, nee!”, roep ik en probeer de poes uit z’n bek te pakken. “Nee, stout”, probeer ik daarna. Oh, paniek! “Laat los hondje, laat los!”, roep ik in een laatste wanhoopspoging en gelukkig sta ik even later het hondenkwijl van de poes te vegen. “Misschien kun je de tassen beter op de tafel daar zetten”, zegt het winkelmeisje terwijl ze me een kopje Senseo geeft, “nog 5 minuutjes, dan ben ik er.” Wanneer ik m’n tassen op de tafel heb gezet en een slokje van m’n Senseo neem zie ik dat de Dog zijn kop in een kattenbak steekt. “Jordy! Niet doen”, hoor ik vanuit de winkel, “Jordy!” Het meisje loopt richting de Deense Dog en trekt hem aan z’n halsband uit de kattenbak. Een strontlucht komt me tegemoet. Jordy’s grote roze tong draait een cirkel rond z’n bek. “Heeft-ie nou kattenpoep gegeten?”, vraag ik het meisje. “Ja, ze doen het alle drie”, zegt ze, “hoe verser de poep hoe beter.” WTF? De Dog zit op nog geen meter afstand en kijkt me vrolijk aan. Daarna komt Jordy met z’n kwijlende bek op me afgelopen. En legt z’n kop op m’n knieën. Op m’n kekke ‘70’s jurkje. I’m soooooo not a dog person.
LUNA EN KATTEN LEVEN NOG
“Hé Luun, wordt het niet eens tijd dat jij weer een stukje schrijft?”, vroeg vriend J. zaterdag tijdens de housewarming van vrienden A. en T., inclusief barbecue op het dakterras. “Eh, ja, hè, het is alweer 2 weken geleden”, zei ik. “Ik check elke dag je site, maar steeds die foto bovenaan. Maak je niks mee ofzo?”, vroeg hij. “Eh, nou…”, begon ik, “ik baal er zelf ook van dat er al 2 weken hetzelfde postje bovenaan staat. Maar ik had gewoon niet zo’n zin. En ik was moe.” Ik schepte nog wat mozzarella-tomaten-salade op. Ik bedacht me dat ik heus wel wat had kunnen schrijven de afgelopen weken. Maar dan krijg je dan zo’n opsomming van ik-heb dit-gedaan-en-dat-gedaan waar eigenlijk niemand op zit te wachten. Al zou een verslag van mijn dineetje met vriendin L. bij restaurant Italia Oggi, overigens een aanrader, misschien wel noemenswaardig geweest zijn. En als ik heel eerlijk ben had ik ook best willen vertellen over de 5 fotoboeken met 800 foto’s en honderden lintjes in alle kleuren van de regenboog die ik de afgelopen maanden maakte om te geven tijdens het 1-jarig huwelijksfeestje van vrienden P. en D.! Ook de tapasmaaltijd die ik vorige week maakte om dat 1-jarige huwelijksfeestje te begeleiden was best het vermelden waard. Een paar foto’s van al die events waren trouwens ook niet weggeweest. Mooie mensen allemaal! En mijn haar zat ook al zo goed tijdens die events! En ik had natuurlijk best kunnen vertellen over vorige week zaterdag en dat Bruce toen weer begon te kotsen en dat ik dacht; daar gaan we weer en dat ik in dat plasje kots toen een lintje van een bos bloemen aantrof en dat ik toen dacht; deze kat leert het nooit, maar om nu weer over de katten te schrijven, ja, Jesus, daar had ik zelf na 2 weken alleen maar over de katten geschreven te hebben al helemaal geen zin in. Al zag het er best feestelijk uit, zo’n plasje kots met een paar stukjes bloemenlint in de kleuren rood, blauw en roze. “Ik schrijf maandag weer een stukje”, zei ik. “Oh, okay”, zei vriend J., “wil je nog wat drinken?” “Lekker”, zei ik. En die housewarming zaterdag was trouwens ook erg gezellig.
EN DAN EINDELIJK: GOED NIEUWS
"Ik heb gisteren Skinner’s ontlasting onderzocht", zei de dierenarts, "en ik heb goed nieuws." "Vertel! Vertel!", zei ik. "Skinner heeft een parasiet in z’n darmen, de Giardia-parasiet", zei ze. "Klinkt exotisch", zei ik, "en nu?" Die parasiet viel prima te behandelen met pillen, vertelde ze. Ook de andere 3 poezen moeten aan de pillen in verband met besmettingsgevaar, maar in principe ziet alles er zeer gezellig uit voor de toekomst! Skinner heeft in ieder geval geen extreem kankergezwel in z’n darmpjes en als het goed is zou hij binnen 5 dagen al van het gekots en geschijt af moeten zijn! En dan kan hij hopelijk ook eindelijk weer een beetje aankomen, want die 2,9 kilo van hem nu gaat natuurlijk nergens over. Ik zeg: hoera! En ik zeg: tijd voor de donderdagmiddagborrel!
NERGENS LAST VAN
Ondertussen heeft Bruce Lee dus helemaal nergens last van. Die ligt gewoon lekker te loungen om de nieuwe bank en snapt waarschijnlijk niet waar ik me zo druk om maak.
HOE DOEN ANDEREN DAT DAN?
“Misschien is het gewoon beter om ze allebei maar af te maken”, heb ik vorige week dramatisch geroepen. Want de wanhoop die 2 zieke katers in huis met zich meebracht vond ik nogal moeilijk te dragen. Maar ik moest wel. Al werd ik er zelf gewoon helemaal misselijk van. Skinner moest speciaal dieetvoer om weer aan te komen, maar hij kotste alles er steeds weer uit. Of hij scheet het met een sneltreinvaart net naast de kattenbak. En ik steeds om het kwartier checken of hij gekotst had, want zo ja, dan zou Bruce die kots weer op kunnen eten, en dat mocht natuurlijk niet, omdat hij net een heftige darmoperatie had gehad. Want Bruce vond Skinner’s kots een stuk beter smaken dan het dieetvoer dat hij zelf kreeg. Maar je doet het. Maar ik vraag me al tijden af: hoe doen andere mensen met katten dat? Met zieke katten? Of andere zieke beesten? Het lijkt mij onmogelijk om naast een vaste baan ook nog een zieke kat thuis te hebben die om de 1,5 uur een hapje voer moet krijgen omdat anders z’n darmen te zwaar belast worden. Het lijkt me ook onmogelijk om een flitsende piloot-carrière te hebben terwijl je kat om de 12 uur een shotje insuline moet krijgen. Of alleen al relaxt op je werk zitten terwijl je weet dat je kat een enorme hechting op z’n lijf heeft en daar de hele tijd met z’n scherpe tandjes aan wil zitten. Ik zou het niet kunnen. Ik kan deze situatie al amper aan, maar gelukkig heb ik ergens nog wel een stripje valium liggen. En een flesje limoncello. Maar ik adem en leef momenteel in hetzelfde ritme als de katten. Ik let minutieus op elke scheet die ze laten. Elk zuchtje, piepje of mauwtje kan betekenen dat het toch even niet helemaal lekker gaat en dan sta ik er alweer naast om lieve woordjes tegen ze te wauwelen. En ondertussen kom ik amper aan mezelf toe. Ik heb al 1,5 week niet echt gewerkt. Behalve wat gelummeld achter de naaimachine. Om daarna meteen alles op te ruimen, omdat het me dus echt niet nóg een keer gaat gebeuren dat Bruce denkt dat-ie de nieuwste Christian Lacroix is en nog een keer een draad van het spoeltje van m’n naaimachine inslikt.