web analytics

HELP: LUNA ZOEKT LIEDJE

Een aantal jaren geleden hoorde ik een liedje… de opname was gemaakt tijdens een festival… gezongen door een vrouw, maar of het liedje oorspronkelijk van haar was; geen idee… de strekking van het lied; dat het zo oneerlijk is dat je met een krakkemikkig lichaam sterft terwijl je zoveel wijsheid hebt in je hoofd… en dat je de eerste jaren van je leven zo’n heerlijk onbezonnen leven leidt in een perfect functionerend lichaam… je takelt lichamelijk af, maar je wordt geestelijk rijker… en dat dus eigenlijk omgedraaid zou moeten zijn… zoiets dan… als er iemand is die met deze vage omschrijving iets kan, dan zou ik dat heel graag horen!

12

LUNA MET OPEN OGEN

De vaste telefoon gaat.

“Met Luna.”
“Ja, goedenmiddag u spreekt met Martijn van Merik van Apple, klopt het dat u net een Apple iPhone heeft gekocht?”
“Ja!!”, roep ik enthousiast, “dat doen jullie snel! Ik heb ‘m pas een half uur geleden gekocht.”
“Bent u tevreden over uw aankoop?”
“Ik vind het een prachtapparaat, ik ben echt helemaal blij en gelukkig.”
“Dat is mooi.”
“Ik ben eigenlijk net bezig met het installeren van alles.”
“Ik bel u ook om te vragen of het allemaal lukt met de installatie.”
“Ja, ik heb me net aangemeld bij iTunes en hij doet het en ik kan in ieder geval bellen en gebeld worden, dus dat is fijn. En ik vind het beeldscherm ook helemaal mooi en eigenlijk alles!”
“Dat is goed om te horen.”
“Maar het lukt me eigenlijk niet om de contactgegevens van m’n SIM-kaart over te zetten.”
“Daarvoor heeft u het P2-kaartje nodig.”
“P2-kaartje?”
“Ja, dat is meegeleverd.”
“Oh, die ben ik nog niet tegen gekomen.”
“Het is een zwart kaartje.”
“Oh.”
“Ter grootte van een creditcard.”
“Oh.”

En terwijl ik tussen alle paperassen die ik meegeleverd kreeg bij m’n iPhone loop te zoeken naar een zwart kaartje ter grootte van een creditcard valt past het kwartje.

"Hahahahahahaha!"
"Hahahahahahaha!"

19

STERRE LUFFFS PLOESIEPOESIE

Hieronder een foto van poes Sterre; wat mij betreft de beste spokespoes ter wereld. Sterre laat hier zien dat het PloesiePoesie-speeltje met 100% natuurlijke catnip hét
product van 2009 is. De foto werd genomen door Jeanique, die niet alleen hele mooie poezenfoto’s maakt, maar vooral prachtige foto’s van zichzelf! En dat doet ze dan ook nog eens elke dag! Voor haar 365-project: KLIK.

4

LUNA HEEFT ER DE SCHIJT IN

Al zo’n 5 dagen denk ik ’s avonds; nee, morgen, morgen voel ik me een stuk beter dan dit. En al 5 ochtenden word ik dood wakker. Zaterdag en zondag was ik nog eigenlijk best okay; ik voelde me supermoe en superbrak, maar ik hobbelde prima rond. Ik sliep wel wat uurtjes, maar niet lang achter elkaar. Ik heb in die 80 uur vorig week waarschijnlijk zoveel adrenaline aangemaakt dat ik met gemak een marathon had kunnen lopen. Pas maandag begon de spierpijn in m’n armen en schouders en dinsdag kwam daar m’n nek bij. Toen vond ik mezelf al best zielig en toen ik ook nog eens aan de diarree bleek, was ik ineens ultrazielig! Ik moest nog net niet huilen. Wat een ellende. Maar dat het allemaal toch nóg veel zieliger kon bleek op het moment dat ik het toilet in onze badkamer probeerde door te trekken. Gatverdamme. Een verstopte wc overkomt je dus nooit als je gewoon even hebt zitten plassen natuurlijk. Nee, natuurlijk niet! Altijd als je net je hele lijf eruit hebt gescheten! Natuurlijk! Ik staarde naar de pot terwijl het donkerbruine water richting de rand steeg. Gatverdamme. Zucht. Hele diepe zucht. “Hé, P.”, riep ik naar P., “nu is het toilet beneden verstopt, weet jij daar wat van?” Nou, hij zou misschien wel per ongeluk, eventueel, heel misschien wat dikke proppen toiletpapier kunnen hebben doorgespoeld. “Dat meen je niet!”, riep ik totaal over de zeik, “je weet dat die Sanibroyeur dat niet trekt, verdomme.” Toen wist P. ineens helemaal niet meer zo zeker of hij dat met die proppen toiletpapier wel had gedaan. Had ook zomaar iemand heel anders kunnen zijn. “Er is niemand anders hier geweest”, zei ik, “hoe groot is nou de kans dat in 1 week allebei onze toiletten verstopt raken?!” Die kans was 100%. Dus ik daarna aan de slag met een ontplopper. Plop. Plop. Plop. Lukte niet. En vanmorgen fietste ik naar de Praxis voor een chemische ontstopper. Lukte ook niet. Dan toch maar weer diezelfde loodgieter van vorige week bellen. Die had wel even tijd om langs te komen. En hij fixte het probleem, zoals een competente loodgieter betaamt. En ik betaalde wederom € 150,-. Momenteel zit ik met een totaal verkrampt lichaam, pijn in m’n rug en spierpijn in m’n buik. Maar de toiletpot stroomt weer lekker door. Morgen voel ik me een stuk beter dan dit.

12

VOOR IK VERGEET

Donderdagochtend, 9.00.
P. is naar z’n werk en ik ben alleen met z’n vader.
“Je moet wakker worden pa”, zeg ik, “en je moet je medicijnen en ook wat eten.”
Hij is er niet zo voor te porren.
“Kom op pa, op de rand van het bed.”
Het lukt niet om hem omhoog te trekken wanneer hij me een hand geeft.
Dan maar een soort van bovenop hem zitten. Hand in z’n nek. En dan omhoog.
Hop! Hop!

Hij zit op de rand van het bed. Ik zit rechts van hem.
Hij valt om naar links.
“Rechtop blijven zitten pa, je hebt een afwijking naar links.”

Ik pak ‘m stevig vast.
“Blijf maar even naast me zitten zo. Ik moet even bijkomen.”

En zo zitten we samen.
Wel een kwartier.
Naast elkaar.
Mijn arm om zijn schouder.
Zijn hand op mijn bovenbeen.
En we kijken in stilte naar hoe de poezen met elkaar spelen.
Poes John ligt op een stoel en poes Sid mept hem eraf.
John komt naar ons toe gelopen en miauwt.
Sid gaat op de stoel liggen. Met z’n pootjes omhoog.
Even later rent Sid weer richting John.
John weer achter Sid.
En Sid weer achter John.
En daarna rollen ze met z’n tweeën over het kleed.

Dan kijkt de pa van P. me aan en zegt:

“Mooi hè?”

13

QUIZVRAAG

Hoe groot is de kans dat, nadat je schoonvader per ongeluk een incontinentieslip in je toilet boven heeft gegooid en er daar een loodgieter voor aan te pas moest komen, ook je andere toilet beneden verstopt raakt?

5

LUNA WAS ZUSTER KLIVIA

Vrijdagochtend 8.00 had ik precies 72 uur niet geslapen. De voorgaande nacht werd ik wakker gehouden door een snurkende P. naast me en de kortademigheid van de pa van P. boven in het hemelbed. Gelukkig maar dat ik wakker was, want zo kon ik er steeds als de kippen bij zijn als de pa van P. moest gaan plassen.

Het is raar hoe je je grenzen kan verleggen. Die nacht dacht ik even dat ik helemaal gek zou worden. Dat ik ‘m helemaal uit m’n panty aan het knappen was. Ik kan dit geen uur langer meer volhouden, dacht ik. Maar toen werd het langzaam dag en toen besefte ik; ach, nog een dag wakker moet geen enkel probleem zijn.

En de pa van P. zou die middag naar huis gaan.

“Pa”, zei ik nadat ik hem z’n medicijnen en een kopje thee had gegeven, “je gaat vandaag eindelijk naar huis! Na 6,5 week! Zal ik je eens even helemaal aankleden?”
Was niet nodig. Hij kon prima in z’n boxershort en T-shirt en dan een badjas eroverheen.
“Ik ga je toch echt helemaal aankleden.”
Hij was te moe.
“Pa, ik ga het toch doen. Dat is ook voor ma belangrijk. Dat je niet in je pyjama thuiskomt, maar gewoon in je spijkerbroek en je leren jas. Dan heeft zij ook een beetje het gevoel dat haar knappe man thuiskomt en niet iemand uit het ziekenhuis.”
Geen antwoord.
“Ik ga een teiltje met water pakken.”
Geen antwoord.
“Het is echt beter voor jullie allebei.”
“Is goed zuster Klivia.”
Wassen.
Scheren.
Tanden poetsen.
Voor het eerst in 6,5 week weer normale kleding aan.
Schoenen aan.
Lekker luchtje op.

Die middag droegen P. en ik de zorg voor zijn vader eindelijk over aan de verpleegkundigen en huisarts in zijn woonplaats. De pa van P. kreeg meteen 3 keer per dag thuiszorg in plaats van de 2 uur per week die het ziekenhuis had voorgeschreven. En er werd ook meteen een fysiotherapeut geregeld.

“Gaat het eigenlijk wel met jou Luun?’, vroeg de pa van P. vanuit zijn in de woonkamer geïnstalleerde hoog-laag-bed.
“Ik ben kapot pa”, zei ik, “ik heb iets van 80 uur niet geslapen, maar ik ben zo blij dat je hier nu ligt, je ziet er meteen een stuk gezonder uit in je eigen omgeving.”
Hij voelde zich ook goed. Of ik misschien even boven op het logeerbed wilde liggen?
“Nee, dat hoeft niet, ik ga dit weekend heerlijk bijslapen”, zei ik.
“Maar je mag nu ook wel even bij mij hier onder de dekens kruipen hoor”, grapte hij.

21

LUNA EN EEN VAN DE POT GERUKTE SITUATIE

Het eerste wat in me opkwam toen ik dinsdag de pa van P. samen met P. uit de auto tilde was; sweet mother of Jesus, heilige maagd Maria, God, Christen en zielen, tering, tyfus, waar ben ik aan begonnen?

Ik heb 48 uur niet geslapen.
Het waren enerverende dagen en nachten.
En dat is een fucking understatement.

Ik heb de pa van P. minstens 30 keer naar het toilet gebracht.
Bij die 30 keer zaten 10 ‘ongelukjes’.
Uitgekleed.
Gewassen.
Aangekleed.

Gelukkig heb ik wat ervaring in de ouderenzorg en had ik de tegenwoordigheid van geest om gisteren even langs de apotheek te gaan om incontinentieslipjes voor ‘m te halen.
Waren ze vanuit het ziekenhuis vergeten mee te geven.
Of misschien wisten ze niet eens dat hij ietwat incontinent was.
Of misschien hebben ze nooit goed opgelet toen hij richting het toilet schuifelde.
Misschien heeft de pa van P. wel tegen het ziekenhuispersoneel gezegd dat het allemaal prima ging met z’n toiletbezoek, maar zei hij dat omdat hij zich er eigenlijk voor schaamde.
Misschien wilden ze de pa van P. zo snel mogelijk kwijt.
Misschien wilden ze de pa van P. zo snel mogelijk kwijt.
Misschien wilden ze de pa van P. zo snel mogelijk kwijt.

Het hoogtepunt van gisteren was toch wel het moment dat de pa van P. per ongeluk het incontinentiemateriaal door het toilet spoelde.
Toiletpot verstopt.
Loodgieter regelen.
Dat was eigenlijk nog best lachen.

Gelukkig heb ik wat ervaring in de ouderenzorg en weet ik hoe ik iemand zo handig mogelijk in en uit bed kan tillen. In m’n eentje.
Gelukkig heb ik wat ervaring in de ouderenzorg en weet ik hoe ik iemand zo handig mogelijk een schone onderbroek, schoon T-shirt of schone trui aantrek.
Gelukkig heb ik wat ervaring in de ouderzorg en kijk ik niet op of om van wat urine hier of daar.

Maar al heb ik wat ervaring in de ouderenzorg, het is zo 100 keer anders als het om je schoonvader gaat.
Godverredomme.

En het is zo anders als je het al 48 uur achter elkaar doet.

Hij is zijn schaamte voorbij.
Ik ben mijn plaatsvervangende schaamte voorbij.
Na 48 uur.

Ik ben kapot.
Ik ben gesloopt.
Ik kan wel janken.

Deze hele situatie,
kan toch godver,
de godver,
de godverredomme,
niet de bedoeling zijn?

39

LUNA GAAT EVENTJES MANTELZORGEN

“Nou, dus uw vader mag vandaag naar huis”, vertelde een verpleegkundige deze morgen telefonisch tegen P.
“Wat?”, vroeg P.
“Uw vader mag naar huis.”
“Ik dacht dat we tijdens dit gesprek zouden kijken hoe de huidige thuissituatie is en wat we daaraan moeten veranderen voordat mijn vader überhaupt naar huis komt.”
“Maar uw vader mag vandaag naar huis.”
“Maar u weet niets van de thuissituatie.”
“Maar hij kan naar huis.”
“Ja, dat gesprek hebben we met de oncoloog gehad, hij mag naar huis om daar verder te revalideren, maar we zouden nog een gesprek hebben over hoe en wat. Wat heeft mijn vader nodig, wat kan de thuiszorg doen, wat kan mijn moeder aan.”
“Dat is dit gesprek.”
“Maar u zegt dat hij vandaag naar huis kan.”
“Ja, hij gaat vandaag naar huis.”

Minstens 20 telefoontjes op en neer tussen ziekenhuis, huisarts en andere instanties volgen.

De conclusie: P.’s vader moet naar huis.

En snel graag een beetje. Vandaag dus.

Er is bij P.’s ouders thuis 1 steile trap.
Er is maar 1 bed boven.
Het toilet is beneden.
P.’s vader kan amper lopen.
En dat zijn dan nog alleen een paar praktische bezwaren.
Zijn moeder is momenteel zo ziek van alle stress, het op-en-neer van emoties; wel kanker, geen kanker, uw man gaat dood, uw man gaat niet dood; dat ze het fysiek en geestelijk niet aankan om haar man thuis te hebben.

P.’s vader moet naar huis.
Vandaag.
Ineens.
Zonder overleg.
Hier hebben jullie hem weer terug!
Hij gaat voorlopig nog niet dood.
Zoek het uit!
Doei!

Maar zijn eigen huis en zijn eigen vrouw zijn daar momenteel nog niet op ingespeeld.

Dus P.’s vader komt vandaag naar huis.
Naar ons huis in Amsterdam.
Naar P. en mij en de poezen.

Ik heb mijn vertrouwen in een heleboel dingen verloren de afgelopen weken.
Maar gelukkig nog niet het vertrouwen in mezelf en in dat wat P. en ik samen aankunnen.

Mijn huis en hart staan de komende dagen volledig open voor de pa van P.

20

LUNA EN P.: AL 10 JAAR SAMEN

Afgelopen zaterdag, 21 februari, waren P. en ik precies 10 jaar samen. Die datum leek mij de uitgelezen datum om te gaan trouwen. Maar P. vind geen enkele datum een uitgelezen datum om te gaan trouwen, want hij wil niet trouwen. Nu niet, nooit niet. Hij houdt er niet van om in het middelpunt van de belangstelling te staan en mijn argument dat het die dag dus echt niet om hem zal draaien, doei, maar alleen om mij, mij, mij en mijn 10 verschillende trouwjurken, sterkte hem juist in zijn mening. Ik heb hem ook het woordje ‘bridezilla’ horen gebruiken. “Dan niet”, sis ik al jaren, maar stiekem hoop ik elke dag dat hij me toch vraagt. Ooit. Ik wacht. Dus wij trouwden niet afgelopen zaterdag. Wie die dag wél trouwden waren mijn lieve vriendinnetje H. en haar alderliefste G.! En pas toen P. en ik die middag richting de Odeon liepen kwamen we erachter dat wij elkaar precies 10 jaar geleden ook voor het eerst zagen in de Odeon. “Het is toch wel heel toevallig dat ze hun bruiloft in de Odeon vieren, toch, in ieder geval een beetje raar, of toevallig, of het lot, of niet liefje?”, vroeg ik aan P., maar P. vond helemaal niks raar. “Liefje, we doen gewoon net alsof dit onze bruiloft is”, zei P., “scheelt ons een hoop gedoe.” Maar dat wilde ik niet. Ik wil het echt. Helemaal echt. Alleen van ons. In Las Vegas met z’n tweetjes mag ook. Als we op onze bruiloft maar net zulke lieve dingen tegen elkaar zeggen als H. en G. deden zaterdag, want wat een cadeau was het om daarbij te mogen zijn. Ik heb zelden zo veel gehuild op een bruiloft. Vriendinnetje H. had al haar moed, inclusief vlekken in haar nek, verzameld om in heel veel mooie woorden aan G. te vertellen waarom ze met hem wilde trouwen. En G., als zanger, die kwam er natuurlijk niet onderuit om een zelfgeschreven lied voor haar te zingen. “Liefje”, snikte ik, “ik wil ook dat je zulke lieve dingen tegen mij zegt tijdens onze bruiloft.” “Maar we kunnen toch elke dag lieve dingen tegen elkaar zeggen?”, vond hij. Nee! Vond ik niet. Dit was iets héél anders allemaal. “Ik wil gewoon óók een keertje trouwen”, piepte ik zielig, maar een paar uur later liet P. mij alleen op het feestje om nog even bij zijn pa in het ziekenhuis te checken of alles goed ging. Toen ik die nacht thuis kwam vond ik op de tafel een briefje met hele lieve woorden.

8