LUNA EN BYE BYE BAMBI
Natuurlijk ging ik na m’n laatste ruzie over de telefoon met ‘ex J. 2 geen contact meer mee’ weer naar hem toe. Ik stapte in de trein, we maakten nog meer ruzie bij hem thuis en daarna ging ik weer in volledige Bambi-modus; ‘Ooooh liefje, doe nou niet zo boos, ik hou van jou.’ En we maakten het uiteindelijk een soort van goed en waren daarna allebei dagen uitgeput. Ruzie maken kost veel energie. Maar bij mij was iets van binnen stuk. Maar dan nu écht stuk.
De weken daarna hadden we het heel gezellig. Maar heel gezellig betekende voor mij inmiddels; geen ruzie. Ik wist; dit blijft niet zo gaan. Als ik iets zeg, iets vertel, iets uitspreek waar hij het niet mee eens is, iets waar ik hem mee raak dan wordt het weer precies hetzelfde als in de maanden hiervoor. En dan blijf ik de rest van m’n leven draaien in hetzelfde cirkeltje. Als een fucking gebroken Abba-elpee; ‘Gimme, gimme, gimme this man after midnight’.
Nadat hij een paar dagen bij mij was geweest en we het eigenlijk heel fijn hadden gehad keek ik naar hem toen hij z’n auto instapte om naar huis te gaan en het was precies hetzelfde plaatje als 2 jaar daarvoor. Toen ik hem voor het eerst zag, toen hij m’n leven instapte en z’n auto uitstapte, was ik op slag verliefd, maar nu wist ik, en vooral; mijn hele lijf zei het; dit is de laatste keer dat ik hem zie.
Ik moest hem dit alleen nog gaan vertellen.
Een dag later zat ik als een bevroren hertje op de bank moed te verzamelen om de telefoon op te nemen of om hem zelf te bellen, maar ik kon het niet. Ik kon het niet. Uren en uren en uren heb ik voor me uit zitten staren en toen ik uiteindelijk de telefoon opnam kreeg ik, zoals verwacht, een stortvloed van woede over me heen. Want ik had de telefoon al een paar uur niet opgenomen. En het was daarna allemaal weer een herhaling van zetten. Van woorden. Van zinnen. Van woorden. Van woede. Ik herinner me alleen het laatste wat hij tegen me zei.
‘Doei Chantall.’
En toen hing hij op.
Het enige dat ik toen nog moest doen was de telefoon niet meer opnemen.
Niet opnemen.
Niet meer opnemen.
Nooit meer opnemen.
Ik stuurde hem een appje, dat het voor mij nu echt over was.
En het enige dat ik daarna moest doen was niet meer terug appen.
Niet reageren.
Niet meer reageren.
Nooit meer reageren.
Hier ben ik weken om aan het huilen geweest, want het enige dat ik wilde was hem wél bellen. Ik had de telefoon wél op willen nemen. Ik had hem wél willen terug-appen. Ik wilde hem spreken. Hem zien. Hem liefdesbrieven sturen. Afscheidsbrieven. Hele boze brieven. Boze appjes. Ik heb ze allemaal geschreven, maar niet gestuurd. Want wat hield ik van ons samen in de ‘er is niets aan de hand en we praten er gewoon niet over’-toestand. Ik wilde een normale en lieve afsluiting van onze relatie. Of de banden van z’n auto lek steken. Of een baksteen door z’n ruiten. Hem helemaal naar de tering schelden. Of hem gewoon nog 1 keer vasthouden. Nog 1 keer. Nog 1 biertje samen. Of nog 1 keer samen tegen elkaar in slaap vallen op de bank. Nog 1 nacht lepeltje-lepeltje.
En ook hier zit een stuk schaamte. Ik ben een vrouw van 48 die een relatie van 2 jaar heeft beëindigd via een Whatsapp-berichtje. Maar ik kon niet anders.
Nu, een paar maanden later, is de schaamte van het uitmaken via Whatsapp omgezet in trots. Want ik heb gedaan wat het veiligste en beste was voor mij. Ik heb mezelf beschermd tegen weer een woede-uitbarsting van hem en ik ben niet in m’n gebruikelijke Bambi-modus gevallen.
Al kon ik het niet face to face.
.
Je hebt het uitgemaakt en koos voor jezelf, dat is wat telt!
Wat dapper van je dat je hebt volgehouden. Ik hoop dat de wil om terug contact op te nemen intussen is gaan liggen én vooral dat hij jou ook met rust laat. Verder ben ik héél erg blij dat je hier weer bent. Was al een aantal keren komen kijken want ik miste je.
Stoer dat je dit zo eerlijk deelt. En mens wat kan jij lekker schrijven. Neemt niet weg dat het gewoon een kutervaring was. Maar gelukkig heb jij wél die regenboogvlaggen in je reet. Take care lieve Luna!
Wow wat heftig weer, en heel knap. Het beste wat je wat je kon doen