web analytics

Maandelijks archief juli 2012

2 STEPS FORWARD, 1 STEP BACK

“Ik wil u even onze excuses aanbieden voor de gebrekkige communicatie omtrent uw moeder”, zegt een verpleegkundige me door de telefoon.
“Kan gebeuren”, zeg ik, “het is alleen vervelend, maar we hebben ons er allemaal al bij neergelegd.”
“Heeft u nog vragen, zijn er nog dingen onduidelijk?”
“Nee hoor, we weten precies wat er aan de hand is, er worden alleen afspraken gemaakt met transfer-verpleegkundigen, verpleeghuizen en oncologen terwijl m’n moeder nog steeds herstellende is van haar buikinfectie en er weer een nieuwe infectie is bijgekomen.”
“U wil de afspraak met de oncoloog verzetten?”
“Die had ik gisteren toch al uitgesteld?”
“Oh, dat kan ik hier niet terugvinden, die staat gewoon gepland voor vandaag.”
“Nou, streep die maar weg. Ik ga m’n moeder nu geen gesprek aandoen met een oncoloog over een eventueel vervolg kanker-traject over een paar maanden terwijl ze vandaag net een drain in een nieuw abses heeft gekregen, er een blaasontsteking bij heeft, een paar gekneusde ribbetjes en eigenlijk dus totaal nog niet uitbehandeld is bij jullie. M’n moeder heeft nu vooral even positiviteit nodig, anders blijft ze nog een paar weken op jullie afdeling liggen.”
“Ja, daar kan ik wel inkomen.”

We zijn dus eigenlijk weer een beetje terug bij af.
Al kunnen we nu iets beter met sommige omstandigheden omgaan.

“Heb je vandaag alleen maar een glaasje melk gehad, mamma?”, vraag ik terwijl ik een blik op haar voedingslijst werp.
“Ah, welnee, ze vergeten alles hier op te schrijven, ik heb ’s middags nog een gehaktbal gehad met mayonaise en 3 pakjes chocomel en een kop soep.”
“En net die lasagna van mij en een bak salade.”
“Ik zit zo vol als een potje met pieren.”

Even later teken ik een hele grote smiley op haar voedingslijst van die dag en zet erbij; ‘Riet van den Heuvel heeft heel goed gegeten en gedronken.’

“En als die diëtiste komt, dan schop ik haar eruit”, zegt m’n moeder.

2

LUNA VERTELT EVEN HOE HET ZOU MOETEN

De telefoon gaat en het is een 0344-nummer.

“Met Luna”, zeg ik.
“Eh”, hoor ik.
“Met Van den Heuvel.”
“Ja, goedemorgen u spreekt met R. van afdeling M3, Ziekenhuis Rivierland”, zegt R. met een bloedserieuze stem.
“Spreek ik met de dochter van Riet van den Heuvel?”

Ik hou meteen m’n hart vast. Alle telefoontjes van 0344-nummers neem ik al 5 weken op met een soort van angst-en-beven en zowel m’n vaste telefoon als m’n iPhone liggen ’s nachts in bed, want je weet maar nooit wat er kan gebeuren. “Uw moeder is gestikt in een paasei.” “Uw moeder is er vannacht vandoor gegaan in haar duster.” “Uw moeder heeft een TIA gehad.” “Uw moeder wil graag naar het concert van Britney Spears.” “Uw moeder heeft een longontsteking.” “Uw moeder wil scheiden van uw vader en heeft een affaire met het hoofd oncologie.” Ik kijk nergens meer van op.

“Ja, dat ben ik, goedemorgen.”
“Ik bel u om u iets mede te delen”, zegt R. nog steeds serieus.
“Wat dan, wat dan?”, vraag ik.
“Ja, eh, er is hier iets misgegaan.”
“Wat?”
“En ik begrijp dat het een enorme teleurstelling is.”
“Wat?”
“Maar er is iets misgegaan met de transfer van uw moeder.”
“Wat dan?
“Ze zou vandaag naar het verpleeghuis gaan.”
“Ja.”
“Maar dat gaat niet lukken, want er is iets misgegaan met de transfer.”
“Wat dan?”
“Ze wordt vandaag niet overgeplaatst.”
“Maar met m’n moeder is alles in orde toch?”
“Ja, met haar gaat het goed, de transfer was niet goed ingeboekt.”
“Oh, is dat alles? Jesus, Christus.”
“Ik begrijp dat het een teleurstelling is.”
“Nou, dat valt wel mee hoor.”
“Ik kan nog niet vertellen wanneer de transfer wel plaatsvindt.”
“Nou, ik kan er geen nacht van wakker liggen.”
“Oh.”
“Ik heb de afgelopen weken van veel ergere dingen wakker gelegen.”
“Oh.”
“Dus, doei! Ik ga m’n vader bellen.”
“Dag.”

Een cursusje ‘communiceren met familie’ of misschien überhaupt een cursusje ‘communicatie’ zou volgens mij helemaal niet verkeerd zijn voor sommige verpleegkundigen. Fouten maken is menselijk. Snap ik. Begrijp ik. En ik ga ook zeker geen klacht indienen voor de hartstilstand die mamma een paar weken terug had, maar wat toch eigenlijk wel een soortement van medische-misser was. En ik ga ook niet zeuren over het feit dat m’n moeder maar 1 keer in de 2 weken heeft gedoucht, al wil ze dat dolgraag elke dag, en ik ga ook niet zeuren over die lekkende buikwond die maar blijft lekken, ook niet over het niet-smakende-ziekenhuis-eten, ook niet over het gezeik van die te hippe diëtiste die 1 keer per week een blik werpt op de niet-goed-bijgehouden-voedingslijst en daarna gewoon een A4-tje uitprint van het internet en dan zegt dat m’n moeder zich hieraan moet houden, en verder de groetjes! Ik ga ook niet zeuren over de fysiotherapie die m’n moeder moet krijgen, want ze kan niet lopen en moet dus opnieuw leren lopen, maar die krijgt ze dus niet in het weekend, want ja, jeetje, in het weekend, hebben we weekend!

Maar please, medische peoples! Kunnen jullie, als jullie mij bellen, misschien het gesprek beginnen met: “Hallo, met die en die van afdeling daar en daar van Ziekenhuis Rivierenland, met uw moeder is alles okay, ze leeft nog, maar ik bel voor het volgende.”

7