web analytics

Maandelijks archief mei 2005

LUNA BELT 112

Wat doe je als je om 5.47 een sms-je krijgt met de tekst; ‘ik trek het niet meer.. dag..’? Ik schrok me in ieder geval kapot. De zender van het sms-je kende ik oppervlakkig. Van internet. Van MSN. En ik wist dat het niet echt geweldig met hem ging. Maar zelfmoord? Mijn gedachten gingen razendsnel. Wat te doen? Ik stuurde een sms-je terug, maar kreeg geen reactie. Kut. Bellen. Maar de beetje-bekende nam niet op. Kut. Kut. Kut. Misschien had-ie die pillen al genomen? Mijn hart bonkte in m’n keel terwijl ik op en neer door de woonkamer liep. Bellen. Bellen. Wat anders te doen? Na 10 minuten kreeg ik weer een sms; ‘nee, ik kan niets zeggen..’ Hij leefde nog. Waarom sms’t hij naar mij? We kennen elkaar amper. Misschien was hij het wel helemaal niet écht van plan, maar dat risico kon ik niet nemen. Paniek. Ik sms-te terug; ‘Als je nu niet opneemt, dan bel ik 112.’ En hij nam niet op. En ik werd hartstikke bang. Dus ik belde 112. “Wilt u een ambulance of de politie?”, vroeg een 112-mannetje. “Eh, eh, eh, ik weet het niet, iemand die ik niet goed ken bracht me net op de hoogte van zijn zelfmoordplannen”, stotterde ik. Na 10 minuten hing ik op. Ik had alleen een e-mail-adres en zijn mobiele nummer. Zonder adres konden ze niets. En de beetje-bekende had z’n telefoon inmiddels uitgezet. Jesus. Ik werd nog veel banger. Maar na 20 minuten trillen op de bank ontving ik toch weer een sms. Dat ik 112 niet hoefde te bellen. Daarna volgde een 2 uur durend wazig nachtelijk MSN-gesprek, wat de beetje-bekende afsloot met een; ‘ik ga slapen.’ Maar ik vertrouwde het niet. Want een beetje-bekende midden in de nacht door middel van een sms-je op de hoogte brengen van je zelfmoordplannen is helemaal niet normaal. Dat is een schreeuw om aandacht. En die aandacht zou hij krijgen ook. Met hulp van een vriend, die ook nog lag te slapen, heb ik net zo lang gezocht tot we het adres van de beetje-bekende wisten. En de hulpverlening via 112 beloofden de beetje-bekende de aandacht te geven die hij nodig heeft.

p.s. Dit gebeurde gisternacht. De beetje-bekende maakt het naar omstandigheden best goed en hij gaat hulp zoeken. Ik kreeg zijn toestemming om deze tekst te plaatsen.

42

LUNA ONTMOET EEN RPG-NERD

Ik ontmoette dus een nerd. Een nerd is iemand met meer dan 1 computer. Maar verder was het net een echt mens. Tot hij mij over zijn hobby vertelde. Computerspelletjes. Al mocht dit geen computerspelletje heetten. Dit was een Role Playing Game. Dit was World of WarCraft. En toen World of WarCraft eenmaal op het beeldscherm verscheen, verscheen er ook meteen een andere glans in de ogen van de nerd. “Kijk, deze dwerg ben ik”, zei de nerd. Hij klikte wat en ik snapte het hele spel nu al niet meer. “Hier is een taxiplaats. Daarmee vlieg ik naar een ander eiland”, zei de nerd. Prachtige graphics met een dwerg op een reuzevogel verschenen op zijn beeldscherm. “Daar is nog zo’n vogel, kun je die schieten?’, vroeg ik. Een spel waarbij je niet kunt schieten, daar is bij voorbaat al geen reet aan natuurlijk. “Nee, want hij is een goeie”, zei de nerd. “Maar als het een foute is?”, vroeg ik. “Je kan op foute schieten, maar die durven niet in dit gebied te komen”, zei de nerd. “Maar hoe zie je dan dat iemand fout is?”, vroeg ik. De taxi-vogel vloog verder en even later stond de dwerg in een dorp waar fanatiek gevochten werd. En de dwerg deed zelf ook fanatiek mee. “Kijk, dit is een foute”, zei de nerd. “Oke, dus die zijn stom”, zei ik. De nerd klikte een paar minuten en ik staarde een paar minuten sprakeloos naar het scherm. “Oh, nu ben ik echt dood”, zei de nerd. “En nu?”, vroeg ik. “Dan druk ik op ‘release spirit’ en dan word ik wakker”, zei hij. “Oh, dus niemand gaat ooit echt dood?”, vroeg ik. “Nee, kijk, hier is m’n grafsteen”, zei hij, “en nu moet ik gewoon naar m’n lijk teruglopen. En dan heb je al je spullen nog. Hooguit wat beschadigd.” “En dit speel jij een paar uur per dag?”, vroeg ik. “Dit kan ik 5 tot 6 uur per dag spelen”, zei de nerd, “met gemak.” “Daar zou je een boek over moeten schrijven”, zei ik.
www.worldofwarcraft.com

39

BRUCE EN HET BONTJE

Toen ik een aantal maanden geleden bij mijn lokale dierenwinkel vroeg om poezenspeeltjes met een konijnenbontje werd mij verteld dat ze die niet meer hadden. “Die mag ik niet meer verkopen”, zei het dierenwinkel-mannetje.” Was iets met zielig voor het konijn. En sommige muizen bleken na onderzoek bekleed met een Taiwanees hondenbontje. Scheen ook niet helemaal te mogen. Illegaal was het zelfs. Hondenbont. Zielig voor het konijn? Zielig voor de hond? Bruce zonder z’n favoriete speledingetje laten zitten, dat is pas zielig! Het dierenwinkel-mannetje had wel iets anders voor me. Iets van stof met lichtblauwe veertjes. Ja, doei, Bruce ziet me al aankomen met zo’n nichterig ding. Heeft-ie binnen 10 seconden gesloopt. “Ja, Bruce, sorry, die leuke speledingetjes mogen niet meer worden verkocht omdat ze van hondenbont gemaakt zijn”, zou ik moeten zeggen. “Ja, vertel mij iets nieuws, dat is precies waarom ik ze zo lekker vond”, zou Bruce miauwen. Dus ik kocht geen muis. Het is the real thing of niks. Dus de afgelopen maanden ging ik iedere dierenzaak binnen. Op zoek naar bontmuizen. Maar tevergeefs. Tot gisteren. Bij een dierenwinkel in Den Haag kocht ik meteen 20 bontmuizen en die avond zwaaide ik met zo’n muisje voor Bruce’s ogen. Die kwamen meteen nog een centimeter verder uit hun kas. De streepjes van z’n pupillen werden tot schoteltjes. Hij keek van het hondenvellen-muisje naar mij. Hij vertrouwde het niet. Waar had hij dit aan verdiend? Hij tilde z’n rechterpoot op en gaf een klein tikje tegen de muis. Verdomd, dit was een echte originele hondenvellen-muis. Hij keek me weer aan en nog geen milliseconde later had Bruce de muis in z’n bek en begon luidruchtig te grommen; “Van mij, van mij, van mij.” “Hoho”, zei ik, maar het was al te laat. Hij had de muis uit mijn handen gerukt en was de trap af naar beneden gevlogen. De hele nacht heeft hij zielsgelukkig gespeeld. Niets mocht tussen hem en de muis komen. Vanmorgen werd ik wakker terwijl Bruce onder de dekens lag te slapen. De hondenvellen-muis lag als een teddybeer tussen z’n voorpoten. Compleet afgekloven.

21

LUNA SHARES THE FUN #10




Ja, het zal allemaal wel heel zielig zijn en eigenlijk verboden moeten worden, maar het ziet er wel héél leuk uit, een hond met een zonnebril.
www.doggles.com

11

LUNA SCHREEUWT

Partner P.: “Schreeuw toch niet zo tegen me. Je lijkt wel een .”

15

KONINGINNEDAG 2005

Koninginnedag betekent voor mij vroeg opstaan, uur of 6.00, biertje erin en dan de hele dag langs alle kraampjes, standjes en vloerkleedjes. Althans, dat bedenk ik mijzelf altijd de dag voor Koninginnedag. En dat was ook het plan voor dit jaar. En ik stond ook inderdaad om 6.00 op en liep om 7.00 met mijn eerste biertje door de straten. Heel Amsterdam ademde nog rust uit. Heerlijk. Ik kocht een 60’s-jurkje, 2 kookboeken, 10 paar sokken en was om 10.00 weer thuis om met vriendin I. en vriend G. een fles champagne leeg te drinken. Om daarna met z’n drieën verder te gaan struinen langs de kraampjes. Maar al na 10 minuten kocht ik een Mariabeeld dat eigenlijk te zwaar was om te dragen. Dus dat moest eerst even thuisgebracht. En eenmaal thuis konden we er ook best nog wel een biertje bij nemen, en vooruit, voor de zekerheid ook een boterham met kaas. En dan nog maar een biertje. “Ik vind het niet erg om hier de hele dag te blijven hoor”, zei ik voorzichtig. Vriend L., die inmiddels ook was gearriveerd, keek me begrijpend aan. Die wou ook niet weg. Maar we moesten. Want lekker weer. Dus wij met z’n allen naar de Jordaan. En daar was het druk. Veel te druk. Jesus, wat was het druk. Maar ik hield vol. Toch zeker wel 2 uur. En toen had ik het helemaal gehad. Met al het oranje om me heen. Ik wou naar huis. Nu. Nu. Nu. Maar een wandeltocht in m’n eentje naar huis zag ik helemaal niet zitten. Zucht. De verlossing kwam van vriend L. die ook niets liever wilde dan naar huis. Hoera! Wij namen nog een biertje voor onderweg en besloten ons met een blik op oneindig in de hossende, oranje mensenmassa te storten. Om 15.00 lag ik samen met vriend L. compleet uitgeteld tussen de kussens. “Zo, echt wel blij dat we thuis zijn”, zeiden we tegen elkaar. We zijn 12 uur in die kussens blijven liggen en hebben de rest van Koninginnedag aan ons voorbij laten gaan.

30