web analytics

Maandelijks archief september 2004

LUNA EN P. IN DE TAXI

Het regent en omdat er geen trams lijken te rijden besluiten P. en ik de eerste taxi te pakken die klaarstaat op het Leidseplein. “Naar de Prins Hendrikkade”, zeg ik tegen een chauffeurtje van net 18. “Dat is toch hier om de hoek?”, vraagt hij. Met zijn houding maakt hij duidelijk dat hij echt geen ritje gaat maken naar een straat die zich om de hoek bevindt. “Nee”, zeg ik, “de Prins Hendrikkade is bij het Centraal Station.” “Oh ja”, zegt het chauffeurtje en rijdt weg. Ik kijk P. aan en haal m’n schouders op. We staan er allang niet meer van te kijken dat het grootste deel van de Amsterdamse taxichauffeurs geen notie heeft van de straten in Amsterdam. “Ik mag niet meer over de trambaan”, meldt het chauffeurtje als we al een halve minuut onderweg zijn. “Waarom niet?”, vraag ik. Zijn ontheffing is ingenomen, vertelt hij. Wat hebben we aan een taxi die niet over de trambaan mag, vragen P. en ik ons af, maar we zijn te moe om in discussie te gaan en al helemaal te moe om weer uit te stappen, terug te lopen en een andere taxi te nemen. Zonder ontheffing doet een taxi er, zeker in het centrum, 2 keer zo lang over. Lekker dan. Ik kijk op het tellertje dat het af te rekenen bedrag bijhoudt. “Hoeveel was het begintarief eigenlijk?”, vraag ik aan het chauffeurtje. “Tarief 4”, zegt hij. “Voor in het centrum, is € 4,80.” Een begintarief van € 4,80. Het moet niet gekker worden. Zucht. We waren € 14,90 kwijt voor een ritje van nog geen 5 minuten, met een chauffeur die niet wist in welke straat hij moest zijn, die zijn ontheffing kwijt was én die liep te sjoemelen met het begintarief. Zucht. Als je tegenwoordig de Amsterdamse taxichauffeurs al niet meer kunt vertrouwen, dan vrees ik voor de toekomst.

24

RESPECTEER DE BEER

Mijn naam is Luna, ik ben 28 en ik slaap nog met een knuffelbeer. Hij heet Monks en Monks is een vriend. Ik hoef niet naar een praatgroepje, maar er zijn ex-vriendjes geweest die meer moeite met Monks hadden dan ik. Zo herinner ik mij een incident met ex R. toen ik een jaar of 18 was. We waren op vakantie in Oostenrijk en na een avond en nacht vol ruzie draaide ik me kwaad van hem af om met Monks in m’n armen in slaap te vallen. Flikker jij maar lekker op eikel, dachten Monks en ik. Enkele seconden later had hij Monks van me af gerukt en smeet hem tegen de muur van het appartement. Er zijn weinig momenten die me zo helder voor de geest staan als deze. Iemand van 18 die nog met een knuffelbeest slaapt is niet helemaal lekker mentaal gezien, maar iemand die zoveel woede in zich heeft dat hij een teddybeer tegen een muur smijt, die zit natuurlijk helemáál niet goed in elkaar. Een paar maanden later ging het uit tussen ex R. en mij. Monks heeft er geen traan om gelaten. Vriendjes daarna moesten aan veel eisen voldoen, maar 1 daarvan was altijd; respecteer de beer. Dus toen ik vorige week gezellig met Monks bij partner P. wilde kruipen en hij ons wegduwde met de mededeling dat de beer stonk, voelde ik een relatiecrisis opkomen. Er worden dus geen negatieve dingen over de beer gezegd. Niet waar ik bij ben. Respecteer de beer. Gelukkig waren mijn ouders het afgelopen weekend bij ons. “Mamma! Hij zei dat Monks stonk!”, vertelde ik sip. M’n moeder stak haar neus in de nek van de beer. “Hij kan inderdaad wel een sopje gebruiken”, zei ze. En het was 2,5 jaar geleden dat Monks in bad was geweest. M’n moeder kwam, zag, pakte een nagelborsteltje en stopte de beer in een bakje Dreft. We kunnen alledrie weer rustig slapen.

39

DOOSJE DICHT, DOOSJE OPEN



Hoe leuk is dit! Een kitsch, zilveren, glimmend doosje, mét slotje, met daarin allerlei roze vibrators, opzetstukjes en trileitjes! Luna houdt vandaag zeer van haar baan.
Te koop bij: www.viashop.nl

8

DISCREET VERPAKT


Vandaag duwde een postbode mij een pakketje in handen met de opdruk ‘Packs & Flowers’. Ik krijg bloemen! Ik krijg bonbons! Ik heb een aanbidder! Dacht ik. Na openen bleek er een portie seksspeeltjes in te zitten. Wat een geweldige, discrete manier van verzenden!

11

LUNA KIJKT ‘HET BLOK’

M’n moeder aan de telefoon: “Hé, 5 september begint een nieuw programma, ‘Het Blok’. Op Net5. Over verbouwen en het is in Amsterdam. Begint om 21.30. Moet je echt even kijken.” M’n moeder zei het V-woord, dus ik reageerde wat bits: “Jesus. Mam, waarom zou ik naar een programma over verbouwen kijken? We hebben net zelf een paar jaar verbouwings-shit gehad en als ik er eens goed voor ga zitten, dan ben ik daar nu nog depressief van.” “Nou, zeg, bij jullie valt het nog wel mee hoor”, zei m’n moeder. “Mam, we wonen hier bijna 2 jaar en het is nog niet af”, zei ik. “En dan heb ik dus helemaal geen zin om naar verbouwings-programma’s te kijken.” Maar ik keek natuurlijk toch, afgelopen zondag. Geen beter leed, dan andermans leed, bleek achteraf. Die deelnemers krijgen dan wel een bak geld van Net5 en allerlei cheques om meubels en badkamers mee te kopen, maar na wat rondsnuffelen op de site van ‘Het Blok’ blijkt dat ze hun droomhuis na 3 maanden verbouwen weer af moeten staan! Dan worden die huizen geveild! Ze weten niet waar ze aan beginnen! Al die moeite voor niets! Meerwaarde van het appartement mogen ze houden? Die meerwaarde kunnen ze straks samen delen, want de kans dat een relatie zo’n intense verbouwing overleeft is minimaal. En dan héb je met pijn en moeite een droomhuis in centrum Amsterdam gebouwd, gaat een of ander yuppenstel er het plezier van hebben! Meerwaarde! Laat me niet lachen. Verbouwen is de hel! De hel! En het enige dat die hel kan verzachten is de wetenschap dat je ooit klaar bent en dat je dan in alle rust van je huis kan genieten. Partner P. en ik willen graag ook een eigen programma. We zijn nog op zoek naar enthousiaste, mediageile stellen, geile singles mag natuurlijk ook, die ons huis in 1 week even flink willen aanpakken. We dachten zelf aan een soort internetsoap.

9

DAG BRAM

Gisteravond. P. zet de televisie aan. Het beeld blijft dan altijd nog een paar seconden zwart. Daarna zie ik een foto van Bram Vermeulen, met daaromheen een brede zwarte rand. Dan weet je al hoe laat het is. Dood. Godverdomme. Ik hoor een commentator stukjes zin zeggen. ‘Samen met Freek de Jonge’, ‘op vakantie in Italië’ en als laatste ‘Bram Vermeulen werd 57 jaar’. P. en ik kijken elkaar aan. “Dit vind ik echt heel erg”, zeg ik. Partner P. zet de tv meteen weer uit. We vinden dit allebei echt heel erg. Bram Vermeulen is 1 van de weinige zangers die we allebei goed vinden. Naar wie we allebei tegelijk kunnen luisteren. Wiens gedichten we aan elkaar voorlazen in bed toen we elkaar net kenden. Naar wiens voorstellingen we samen zijn geweest. Ik herinner me een gratis Vondelparkconcert van Bram Vermeulen waar haast niemand kwam kijken. Een concert waar P. en ik vooraan stonden, tegen het podium geplakt. We stonden nog net niet te kwijlen. Bram Vermeulen is onze held. En die held is dood. Nu heeft de dood van een bekendheid me eigenlijk nooit echt aangegrepen. Heel kut, dacht ik dan. En dat was dat. Gehuild heb ik alleen bij Prinses Diana, maar dat was omdat die hele begrafenisplechtigheid zo bombastisch en dramatisch werd uitgemeten dat het onmogelijk was om niet te huilen. Maar van de dood van Bram Vermeulen ben ik toch wel een klein beetje van slag. Ik baal ervan hij nooit meer zo’n mooie tekst zal schrijven. Dat er niets nieuws meer van hem bijkomt. Dat ik hem nooit meer live zal horen, met zijn mooi-van-lelijkheid-stem. En dat ik na een voorstelling nooit meer tegen P. kan verzuchtten: “Wat een prachtige man is het toch hè?” Het was een prachtige man. Zucht.

10

LUNA EN DE BISMARCK

Ik lig vaak wakker ‘s nachts. Klaarwakker. Te veel gedachten door mijn hoofd, te veel toestanden. En op dat soort momenten, als ik wel wil slapen maar dat me gewoon niet lukt, dan kijk ik graag naar National Geograpic. Een beetje staren naar konijnen. Dat geeft me rust. Maar sinds kort is dat allemaal voorbij. Want het mannetje dat verantwoordelijk is voor de programmering doet namelijk iets goed fout ‘s nachts. Heel fout. Midden in de nacht, op tijden dat er alleen nog stakkers naar de tv staren, mensen op hun dieptepunt, de verschoppelingen van de maatschappij, tussen 0.00 en 6.00, dan wordt het beeldschermpje van onze slaapkamer-tv namelijk altijd gevuld, altijd, écht altijd, met plaatjes van gezonken schepen. Ik kan die hele kut-Bismarck niet meer zien. En in de hoop op beter, in de hoop op beelden van konijnen, tijgers of dolfijnen, blijf ik toch hangen. Ik blijf net zo lang hangen tot het volgende programma begint. En dat programma is dan altijd nog veel erger. Zo heb ik, in de hoop dat er daarna toch echt wel dolfijnen moesten komen, gekeken naar programma’s met titels als ‘Seconds To Disaster’ en ‘Storm Stories’. Het was vreselijk. In mijn toch al vage toestand dacht ik dat de wereld verging. En het lukte niet om weg te zappen. Ik moest blijven kijken. Ik zag alleen maar dood en verderf. Alleen maar crashende vliegtuigen, gezonken schepen, overstromingen, bosbranden en elke dag, echt elke dag, die Bismarck. Volgens de VPRO-gids worden ’s nachts de programma’s van overdag herhaald. Maar dat is een leugen. En ook de website van National Geographic belooft programma’s die ik nog nooit heb gezien. Het is een complot. Ik weet het zeker. Eén voordeel. Onlangs speelde ik Triviant en toen wist ik wel te vertellen dat de Bismarck op 27 mei 1941 zonk. Dat dan weer wel.

35