web analytics

Maandelijks archief april 2004

LUNA 3 JAAR HOERA! HOERA!

Het voelt als gisteren dat mijn eerste stukje tekst op internet te lezen was. In werkelijkheid is het precies 3 jaar geleden. De tijd vliegt niet alleen als je het naar je zin hebt, de tijd vliegt gewoon over het algemeen heel snel. Van www.electricluna.nl naar www.maanisch.com. Van een kamertje van nog geen 25 vierkante meter in Amsterdam-West naar een eigen huis in Amsterdam Centrum. Van 1 kat naar 4. Van een site waarvoor ik het eerste halfjaar betaald kreeg, naar een site waar ik geld op moet toeleggen. Van roker naar ex-roker. Van een ik-moet-elke-dag-schrijven-mentaliteit naar een ik-schrijf-als-ik-zin-heb-mentaliteit. Van agressief naar depressief naar manisch en weer terug. Van af en toe gillend voor de computer zitten en roepen: “Lees dan! Stelletje eikels! Lees! Als het zo moet dan doe ik het niet meer!” Naar een rustig lezen van irritante reacties en zeggen: “Zucht.” Van een zoeken naar wie ik ben en wat ik wil naar een nog steeds zoeken naar wie ik ben en wat ik wil. Van een site die niet eens op m’n eigen naam stond naar een eigen site én een eigen server. Van een leven waarin ik bijna elk weekend ging stappen met een xtc-pil naar een iets rustiger bestaan met minder stappen en minder drugs. Van niet-nerd naar beetje-nerd. Van een vaste baan als eindredacteur bij Reload naar een baan als freelance tekstschrijver. Van een site met nog geen 10 bezoekers per dag naar een site met soms wel 1000 dagelijkse lezers. Van 59 kilo naar 66 kilo. Van willen shockeren naar willen enthousiasmeren. Van 50 Mb naar 5 Gb. Van bezoekers die per ongeluk op m’n site terechtkomen tot een grote groep vaste bezoekers die dagelijks of wekelijks even komen checken. Van mezelf naar mezelf. Van Luna naar Luna. Hoera!

70

LUNA NEGEERT ALS ZE CONSUMEERT

“Heb je misschien een momentje?”, vroeg een vreemd meisje me vanmiddag. Kut. Weer een iemand-die-mij-lid-wil-maken. Het meisje droeg een sweater met een logo van Het Aids Fonds. Als je in de Kalverstraat wordt aangesproken door een vreemde weet je 9 van de 10 keer dat het een ledenwerver is. Mannetjes van de ECI: “Leest u wel eens een boek?” Een mannetje van Amnesty International: “Mag ik jou misschien wat vragen?” Ervaring heeft geleerd om altijd ‘nee’ te zeggen. Altijd. Gewoon doorlopen. Zelfs bij strikvragen waarop je eigenlijk ‘ja’ wilt antwoorden: “Wilt u misschien een Parooltje mee?” Ja, natuurlijk wil ik wel een Parooltje mee. Maar, nee, ik wil geen abonnement. En, nee, ik heb ook geen zin in een promotiepraatje. Dus ook ‘nee’ zeggen als je ‘ja’ bedoelt. Moeilijker zijn de open vragen. Als we die uitzendstudenten nu eens open vragen laten stellen aan de voorbijgangers. Dan forceer je een langer contactmoment, moeten ze bij de betreffende stichting gedacht hebben. Heel slim. Zo werd ik een tijdje terug aangesproken met een: “Waar denkt u aan bij het woord natuur?” Eén blik op de bodywarmer van de pokdalige puber leerde me dat hij was ingehuurd door Natuurmonumenten. Ik zei: “Ik wil niet lid worden. En ook niets doneren.” Ik wilde zeggen: “Laat me met rust. Ik ben aan het shoppen. Ga weg.” Als ik aan het shoppen ben dan wil ik niet geconfronteerd worden met het feit dat er mensen of dieren bestaan die er vreselijk aan toe zijn. Dat er AIDS is. Of een bio-industrie. Dat weet ik allemaal al. En die dingen wil ik graag negeren als ik aan het consumeren ben. Het erge is dat ik me vandaag bijna schuldig voelde toen ik een schandalige impulsaankoop deed. Dat ik die kekke witte laarsjes bijna niet kocht omdat er ineens beelden van hongerige AIDS-baby’s voor m’n ogen flitsten. Het meisje van Het Aids Fonds had bijna mijn gelukzalige koopmoment verneukt. Bijna.

21

BRUCE LEE IN DE PAASBOOM

Voordat ik de paasboom bij het vuilnis zette en de paasversieringen weer voor een jaar in een doos stopte heb ik een mini-homevideo van Bruce Lee in actie gemaakt. Hij doet z’n naam eer aan!
klik voor filmpje

14

BRUCE LEE ZOEKT PAASEIEREN

“Dat wordt niks”, zei P. rustig. “Hoezo niet?”, vroeg ik. “Is toch gezellig, zo’n paasboom. Vinden onze ouders ook leuk als ze volgende week komen.” Ik was bezig met het versieren van de paasboom. Bij Xenos en Blokker had ik verschillende houten paasversieringen gekocht. Bij de HEMA kocht ik een paar doosjes nepkuikens. Leek me allemaal reuzegezellig. Ik haalde 20 takken met krullen bij m’n bloemenvrouwtje op de Nieuwmarkt en ik had er zin in. De takken stonden nog niet in een vaas of Bruce Lee zat er al naast. Tiktik. Tiktik met z’n pootje tegen de takken. “Ga weg”, zei ik. Maar hij ging niet weg. In plaats daarvan kwam John Digweed er gezellig bij zitten. Tiktik met z’n pootje tegen de takken. En tiktik tegen de houten paaseitjes die ik net uit hun verpakking had gehaald. Tiktik, van de tafel af, tiktik door het hele huis. “Niet doen”, zei ik. “Dat wordt echt niets met die paasboom, meisje”, zei P. nog steeds rustig. “Ik wil het, ik wil het”, zei ik. “Dat is gezellig. En een paasboom hoort gewoon bij Pasen.” Tiktik. Tiktik deden Bruce en Digweed met het volgende houten eitje. Ze tikten net zo lang tegen de paastakken aan totdat de eieren er vanzelf uitvielen. Tiktik tegen de paastak, tiktik door het hele huis over de betonnen vloer. Als ze het houten eitje kwijt waren kwamen ze terug om het volgende eitje uit de boom te tikken. Tiktik. De hele week. Elke ochtend lag de woonkamer vol met houten eitjes, paashazen en kuikens. Die ik dan weer keurig terughing om ze de volgende ochtend weer op de grond te vinden. “Ik word hier gek van”, heeft P. een paar keer gezegd toen Bruce ’s nachts met z’n paaseieren bezig was. Tiktik. “Nog een paar dagen, liefje”, zei ik. Tiktik. “Tweede Paasdag gaat die boom meteen de deur uit.” Tiktik.

20

LUNA VS. CHLOË

Ja, ja, het is wat. Partner P. is de laatste weken regelmatig voor z’n werk in het buitenland. Filmpje opnemen in Barcelona. Andere film opnemen in Kaapstad. Film editten in Londen. Zucht. Ik vind het vreselijk om alleen te slapen. Vanmorgen vloog hij weer naar Londen. De hele middag probeerde ik P. om het half uur te bereiken. Zonder effect. In lichte paniek belde ik naar z’n werk. “Ja, eh, met Luna, de vriendin van P., ik probeer P. al de hele dag te bereiken, maar hij heeft z’n telefoon uitstaan en dat is helemaal niks voor hem, want meestal belt hij dat hij veilig is geland en nu zit hij in Londen en nu dacht ik met al die terroristische aanslagen, eh, heb jij misschien een nummer voor me van iemand die nu bij hem is?” Het receptioniste-meisje ging even in de agenda kijken. “Hij is helemaal niet in Londen”, zei ze. “Hij zit nu in bespreking.” “Oh?”, zei ik en daarna hing ik op. Oh? Oh? Partner P. niet in Londen? In bespreking? Met wie! Met wie! Met een of andere kuthoer natuurlijk. Met Chloë! Godverdegodver. En nog steeds kon ik hem niet bereiken. Pas aan het eind van de middag belde hij: “Ja, sorry, er ging hier van alles mis. Sorry, meisje. Ik was vergeten m’n telefoon aan te zetten toen ik uit het vliegtuig kwam.” “Lul. Ik maakte me hartstikke zorgen”, zei ik. Hij liet me schelden. “Dacht je nou echt dat ik met een of andere actrice in bed lag?”, vroeg hij lachend. “Eh, nou, eh, ja”, zei ik, maar ik wist wel beter. “Tot vanavond liefje”, zei P. en gerustgesteld hing ik op. Een paar uur later belde hij weer. “Ik heb tegen de receptioniste gezegd dat ik door haar fout nu een relatiecrisis heb”, zei hij lachend. “Enne meisje. We krijgen die film niet af vanavond. Dus ik moet in Londen blijven vannacht. Sorry. Ik zou ook veel liever bij jou zijn.” Ja, ja, het is wat.

22

LUNA IN FOOD COMA

26 augustus 1982 eet ik voor het eerst bij mijn oom J., tante H. en hun kinderen. Ik ben dan 6 en kom erachter dat hun eetgewoonten heel anders zijn dan bij mij thuis. Het vlees dient hier als laatste opgeschept te worden. Eerst de aardappelen en de groenten opeten en dan pas het vlees nuttigen. Het lekkerste voor het laatst. Mijn oom J. en tante H. hebben de oorlog nog meegemaakt. Eerste Paasdag 1984. Mijn ouders, mijn oma en ik zitten aan het Paasontbijt. Mijn oma tikt haar eitje open en neemt een hap. Bij haar tweede hap blijkt in het ei een beginnend kuikentje te zitten. Mijn ouders gaan bijna over hun nek. Ik besluit om nooit meer eieren te eten en mijn oma gooit rustig haar ei-met-kuiken weg om aan een ander eitje te beginnen. 2 april 2004. Ik bak 15 Japanse dumplings als lunch. Hoe ouder ik word, hoe meer tijdelijke eetverslavingen ik ontwikkel. Momenteel zit ik in de Japanse dumpling-fase. Wekelijks bak ik zo’n 100 vegetarische dumplings die ik nuttig tijdens ontbijt, lunch of gewoon tussendoor. Ik kan bijna geen dumpling meer zien, dus ik ben toe aan een nieuwe verslaving. 6 april 2004 eet ik met vriendin E. in restaurant Mappa. We bestellen allebei een preiravioli met truffelsaus en geroosterde tomaat. We delen een wilde-spinaziesalade met nootjes, prosciutto en een honing-truffeldressing. En als toetje neem ik stracciatella-ijs met sinaasappel en karamel. Ik geniet. Daarna gaan we naar theater Frascati om de voorstelling ‘Food Coma’ te bekijken. ‘Food Coma’ volgens de flyer: ‘In ‘Food Coma’ staat Marcel centraal, een 44-jarige computerdeskundige uit Wavrin, een klein dorpje onder de rook van Lille. Marcel wil en kan het maar over één ding hebben: voedsel. ‘Food Coma’ is een manische opeenstapeling van feiten, verhalen en gedachten over voedsel die begint waar dieetgoeroe’s, chef-koks, boulemia-patiënten, slowfoodactivisten, fruitariërs en andere lekkerbekken ophouden.’ Het was een raar stukje theater. Maar wel intrigerend.
www.mugmetdegoudentand.nl

32