THIS IS MEANT TO BE
Ik mailde vorige week met asielmeisje M. van dierenasiel Amsterdam. Ik had haar geheel vrijblijvend, want heus, natuurlijk, nee, echt, nee, echt niet, écht, écht niet, wilde ik een nieuw poesje, maar, mochten er eventueel, per ongeluk, zo, heel zielig alleen, nog wat kittens zitten, dan zou ik er, heel misschien dan, écht heel misschien, wel eentje willen. Ik bedoel, een nieuwe kitten in huis, ja, dat is toch wel een opgave. Gaat heel veel tijd in zitten. En of ik die wel had, daar moest ik toch nog even diep over nadenken. Asielmeisje M. mailde terug: “Joh, we komen om in de kittens. We hebben er nog een stuk of 50. Hoeveel wou je er hebben? Ze zijn alleen of nog niet oud genoeg of nog wat ziekjes. Ik laat ze je zaterdag wel even zien.” Ik mailde terug: “Ooooooh!! Ik wil zeker zaterdag even met je langs de kittens!! Ik wil er heel graag eentje bij! Ik wil het! Ik wil het! En ik heb ook al een naam!” Dus asielmeisje M. en ik lopen zaterdag langs alle hokken met kittens. Sommigen kittens zijn met moeder. Sommige zonder moeder. Sommigen zitten alleen. Sommigen met broertjes en zusjes. Ik raak lichtelijk in paniek. Want ik ben meteen verliefd op allemaal. En ik wil ze ook allemaal mee naar huis nemen. Ik weet het niet meer. Teveel! Teveel! Dus ik ga weer weg van de kittenkennels. Zonder te kiezen. Even weer rustig in- en uitademen. Maar ik mag later nog een keertje kijken. Verschillende kittens worden aangewezen of me in m’n handen gegeven. “Dit is een mannetje, dat is een vrouwtje, dit een mannetje, een vrouwtje, mannetje, vrouwtje.” Het is allemaal nog steeds iets te overweldigend. Teveel liefs. Teveel pluis. Maar tijdens m’n tweede kitten-adempauze kan ik eigenlijk nog maar aan 1 katertje denken. “Ik weet het hoor”, zeg ik tegen asielmeisje M. als de Open Dag is afgelopen. En even later steek ik m’n vinger door de tralies waar hij met z’n moeder en zusje achter zitten. De moederpoes geeft er al spinnend wat kopjes tegenaan. Het zwart-witte katertje van m’n keuze geeft me aarzelend, maar stoer, een tikje. “Dit wordt ‘m, ik weet het zeker, dit wordt ‘m, oh, kijk eens wat leuk-ie is”, zeg ik. “Nou, volgens mij heeft het ook zo moeten zijn”, zegt asielmeisje M. terwijl ze me even later het kaartje laat zien dat aan het hok hangt. De poezenmoeder van ons nieuwe katertje is bij haar aankomst door de medewerkers van het asiel ‘Luna’ gedoopt . No shit.
p.s.: Waar het hart vol van is, stroomt het weblog van over. Dus morgen een foto, inclusief een ‘raad z’n naam’-wedstrijd, van ons nieuwe katertje (hij moet nog een tijdje bij z’n poezenmoeder Luna blijven om te groeien).
Ha! Wat fijn! De kleine katerpeuter krijgt een heel erg ontzettend fijn huis. Ik ben benieuwd naar de foto.
Dat klinkt super gaaf!!!!
Zeker weten dat ik morgen weer kom kijken om de foto te zien en mee te raden :) .
Leuk zeg, poezenmoeder Luna…..dat moet wel een hele lieve goede moeder zijn :-D .
Ooooohhh!!!!! Wat leuk!!! Wat spannend!!!
Mail me even als het op je blog staat. ;)
Ik denk dat het Mick wordt!! Want dat is een supernaam voor een superkatertje!!
Jeuj! Wat geweldig! Altijd leuk om een nieuweling uit te zoeken (zéker uit het asiel). Qua naam: iets als Sylvester?
Kan bijna niet wachten:)
Geweldig!!!
Dit katertje moest bij jou terechtkomen :):)
Zoiets verzin je niet. Proficiat!
Noujaaaa zeg, hoeveel toeval kan er zijn!