web analytics

HET WEERBERICHT

Het is koud in huis. Om precies te zijn is het hier 15,5 graden. Vannacht zal het waarschijnlijk nog kouder zijn. De reden voor dit koudefront; de ketel is weer kapot. Al 2 weken trouwens. Het kan ook aan de hele warmte-installatie liggen. Of aan een paar leidingen. Het systeem werkt in ieder geval niet meer en het is weer net als 29 januari 2003; we worden van het kastje naar de muur gestuurd. De aannemer en alle mannetjes om hem heen hebben we ontslagen, maar dat wil niet zeggen dat we geen garantie hebben op de dingen die wél door hem zijn opgeleverd. Dat vond de aannemer ook, maar hij vond het dus écht de schuld van de onderaannemer. En de onderaannemer vond het weer écht de schuld van het cv-mannetje. De afgelopen 2 weken bellen P. en ik dagelijks naar de aannemer, de onderaannemer en het cv-mannetje. “Ja, dan moet je even op reset drukken”, zei de aannemer tegen me toen ik voor de eerste keer belde. Ik kan er slecht tegen als mensen me niet serieus nemen. “Man, hij is écht kapot”, zei ik. “Je regelt maar dat er iemand langskomt die de hele handel hier komt maken, anders beginnen we een rechtszaak”, dreigde ik. Het woord ‘rechtszaak’, ‘advocaat’ en ‘juridisch’ hebben P. en ik nu iets te vaak uitgesproken. Zo vaak dat we heus wel weten dat er niets anders op zit. We willen het eigenlijk niet echt. We wilden namelijk gewoon van al het bouw-gezeik af zijn. Het heeft te veel negatieve energie gekost. “Als onze verwarming het morgen voor 17.00 niet doet, dan zijn we écht genoodzaakt juridische stappen te ondernemen” zei P. gisteren tegen de onderaannemer en toen hing hij op. Het is nu 17.00 geweest. En het is nog steeds koud. Kut. Gelukkig ben ik zelf het zonnetje in huis.

51

LUNA EN EEN KARAOKE-EXPERCIENCE

Ik kan dus niet zingen. Dat zegt P. ook altijd: “Jij kan niet zingen.” Dus toen vriendin E. me een mailtje stuurde dat ze binnenkort 30 werd en dat ze dat toch echt in een karaoke-bar moest vieren hield ik m’n hart vast. Als ik maar niet te veel drink en dan compleet overmoedig toch dat podium op ga, was mijn grootste angst. Vanzelfsprekend stond ik aan het eind van de avond samen met vriendin E. en M. op het overvolle podium ‘Material Girl’ van Madonna te blèren. Ging heel goed. Dachten we. Toch was ik stiekem blij dat de meeste loggers die op het feestje aanwezig waren alweer thuis zaten. Alleen M. zou deze kleine afgang op haar log kunnen zetten, maar die stond naast me en zong waarschijnlijk net zo vals als ik. Maar het was wel heel leuk. Het zingen met een echte microfoon in m’n hand. Even waren we een beetje popsterren en ik wilde meteen nog een keer. Bis! Bis! Bis! Dus ik naar het mannetje dat de plaatjes regelde. “Jij kan beter gaan drinken in plaats van gaan zingen”, zei hij. Maar ik had al genoeg gedronken en nog niet genoeg gezongen. Als je dan toch in een karaoke-bar bent, dan kun je maar net zo goed voor de algehele karaoke-experience gaan. “Echt niet”, zei ik tegen het platenmannetje. “Ik wil nog een keer. Uit welke nummers kan ik kiezen?” De lijsten bleken niet op alfabetische volgorde en ik kreeg het niet voor elkaar om ‘Girls just wanna have fun’ van Cindy Lauper te vinden. Gelukkig had vriendin E. dat in een minuut voor elkaar. Een kwartiertje later stonden we weer op het podium te zingen: “I wanna be the one to walk in the sun! / Oh, girls / They wanna have fu-un / Oooh, girls just wanna have fun.” En we meenden wat we zongen.

27

LUNA EN EEN COKE-EXPERIENCE

Ik had al eens eerder met een opgevouwen envelopje in een te krappe toiletruimte gestaan om zo met een afgeknipt rietje wat cocaïne naar binnen te snuiven. Dat was geen lijntje. Dat voelde niet echt als een eerste keer cocaïne. Dat was een snuif en ik merkte weinig verschil in m’n gemoedstoestand. Ik was toch al ver heen en daar had zelfs cocaïne weinig verandering in kunnen brengen. Gisteren was anders. Toen ben ik voor de algehele coke-experience gegaan. “Zullen we even een scootertje bellen?”, riep vriendin H. enthousiast toen we het eten achter de kiezen hadden. “Ach ja, waarom ook niet”, riepen vriend J., P. en ik in koor en een uur later lag er een klein hoopje wit poeder op het aanrechtblad. Vakkundig hakte vriend J. met een creditcard door de coke om zo een paar lijntjes te creëren. Het snuiven zelf was niet eens vervelend. Het smerige was de coke die vanuit m’n neus richting m’n keelgat gleed. Een fel bittere smaak die meteen duidelijk maakt dat dat wat net je lichaam is ingegaan niet gezond is. Ranzig! Het bleef ook de hele avond in m’n neus rondhangen en bij iedere neusophaal proefde ik het in m’n keel. Verder was het leuk, maar niet fantastisch. Wel een supergezellige avond gehad, maar dat lag niet aan de coke. Denk ik. Wel ontstellend veel gedronken. Dat ging een stuk vlotter en dat lag wél aan de coke. Zeker weten. De volgende ochtend was lichaamstechnisch dramatisch, hoewel vriendin H. en ik het nog wel voor elkaar hebben gekregen om 2 complete boodschappenwagens vol te laden bij de LIDL! Verder brak! Ultiem brak. En dorst! Veel dorst! En een loopneus. Neus snuiten. Bloed. Gatver. Bij kritiek op mijn af-en-toe-een-pilletje-slikken riep ik altijd vrolijk: “Ja, maar ik heb nog nooit iets gesnoven!” Dat kan nu dus ook niet meer. In het vervolg zal ik op drugs-kritiek reageren met: “Ach, je moet alles een keer geprobeerd hebben.”

63

IKEAASE PRAKTIJKEN

Vorige week woensdag: “Met IKEA.” “Jaaaaaa, m’n keukenkastjes zijn er eindelijk”, onderbrak ik enthousiast. “Eh, ik bel u om een afspraak te maken voor het bezorgen van de door u bestelde IKEA-producten”, zei het IKEA-meisje ietwat uit haar routine gebracht. “Morgenmiddag!”, riep ik, nog steeds enthousiast. “Eh, dat is helaas niet mogelijk.”, zei het meisje. “Doe dan maar vrijdagmiddag”, riep ik, nog steeds enthousiast. “Eh, u kunt alleen een afspraak maken voor óf donderdag óf vrijdag, ik kan u nu niet vertellen of de producten dan ’s ochtends of ’s middags bezorgd worden”, sprak het IKEA-meisje alsof ze het van een beeldscherm las. “Wat??!”, zei ik pissig, “ik wacht al 4 maanden op die kutkastjes van jullie en nu moet ik ook nog eens een hele dag vrij nemen?” Zo zat het niet. Ik moest haar een datum zeggen en dan kon ik een dag van tevoren op de IKEA-website kijken hoe laat de bezorger er precies zou zijn. “Ik wil gewoon dat ze op wat voor een dag dan ook, maar binnen 2 weken, ’s middags na 13.00 bezorgd worden”, gilde ik. “U geeft mij een datum en een dag van tevoren kunt u op onze website kijken hoe laat de bezorger komt”, sprak het IKEA-meisje. “Dat heb je al gezegd! Ik kan alleen ’s middags, want ik werk ’s ochtends en ik ga er geen vrij voor nemen en mijn partner ook niet”, schreeuwde ik nog harder. Het IKEA-meisje bleef constant herhalen wat ze een minuut eerder ook al zei. “Weet je, ik ga nu ophangen en ik bel je wel weer als ik wat afgekoeld ben”, zei ik en ik hing op. Trut. Gisteren in complete gelatenheid het IKEA-meisje teruggebeld en een afspraak gemaakt voor vandaag. Gecheckt op de website: tussen 11.23 en 14.32. Meteen weer woest. Wat een tyfustijd. Niet ’s ochtends en niet ’s middags. Dus dan ben je net 2 uur op je werk, kun je naar huis en dan zul je zien dat ze pas aan het eind van de middag op de stoep staan. Hele dag naar de klote. Maar dan ben ik wel eindelijk van die open keuken af.

33

DUTY CALLS

Neem een willekeurige politieserie of detectiveserie met een man in de hoofdrol die het kwaad in de wereld bestrijdt. Een film van dien aard is ook goed. Geen twijfel mogelijk dat in die serie of film een scène zit waarin de man ineens wordt opgepiept om het echtelijk huis te verlaten omdat hij onmisbaar is op zijn werk. “They found a dead woman on the beach, got to go baby, duty calls.” Zonder uitzondering begint de vrouw of vriendin van de megaheld dan te piepen. “Moet je nu alwéér overwerken?”, “Kun je nu niet één keer een gezellig avondje thuisblijven?” of “Je houdt méér van je werk dan van mij.” En altijd gaat de sympathie van de kijker dan naar de megaheld. Want de wereld en de detectiveserie kunnen onmogelijk zonder deze megaheld. Voor een megaheld staan zijn baan en de wereld voorop, al houdt hij natuurlijk ook heel veel van zijn vrouw, maar dat zijn 2 verschillende dingen. Dat wijf moet gewoon niet zo zeiken en op hem wachten met gebakken aardappeltjes en een balletje gehakt met jus. En als hij er dan wel eens is, dan moet ze vooral niet gaan zeuren dat hij er normaal gesproken nooit is. “Ik ben er nu toch, laten we het dan vooral gezellig houden”, zegt de megaheld dan. En dan is het stil, want hij heeft ergens wel gelijk, denkt ze. Fout! Helemaal fout! Mijn sympathie gaat voortaan naar het zeikwijf. Want een zeikwijf, dat word je dus echt niet zomaar. Nee, een zeikwijf ontstaat als je 2 avonden per week met die bal gehakt zit te wachten tot die megaheld thuiskomt. Alsof je niks beters te doen hebt. Ook zeikwijven werken met schema’s, agenda’s en belangrijke afspraken al zullen die de wereld misschien niet veranderen. Zo. En nu gaat Luna zelf maar eens wat aardappeltjes schillen en een zigeunerschnitzeltje bakken. Duty calls.

47