web analytics

LUNA EN 2 PSST-PSST-NEGERS

“Hé, psst, psst”, hoor ik achter me. Oh, God. Een psst-psst-neger. Dat kon ik er net niet bij hebben vandaag. Negeren. Negeren en doorlopen. “Hé, psst, psst”, zegt hij weer, “je hebt iets laten vallen.” Ja, en dan moet je wel omkijken natuurlijk. Dat risico kan je niet nemen. En wanneer ik omkijk komt de psst-psst-neger met z’n hand naar voren op me aflopen. “Hai, ik ben Terence”, zegt hij. “Heel slim”, zeg ik, “maar ik heb hier geen zin in Terence.” Ik draai me weer om en loop snel door. Na een minuut houdt hij op met z’n ge-psst, maar alsof 1 psst-psst-neger niet genoeg is op een dag hoor ik een paar minuten weer hetzelfde geluid: “Hé, psst, psst, hé.” Zucht. Even later heeft deze psst-psst-neger me ingehaald. “Hé, ik zag je lopen en ik dacht; daar zou ik best een vriendschap mee willen hebben, weet je”, begint hij. “Nee, dat weet ik niet”, zeg ik. “Ja, je ziet er zo vrolijk uit”, zegt deze tweede psst-psst-neger. Vrolijk? Ik kijk hem moe aan. “Als dit jouw idee van vrolijk is, dan is er iets goed mis met jou”, zeg ik. “Ja, je draagt leuke kleuren, weet je”, zegt hij. “Dit is m’n pyjama”, zeg ik, “en die heb ik al 4 dagen 24 uur per dag aan.” “Nou, het staat je goed hoor”, zegt hij terwijl hij me nog eens van schoenen tot vestje bekijkt, “zullen we een keertje wat gaan drinken?” “Ik ben getrouwd”, zeg ik, “al 10 jaar.” Dat leek me wel een keertje geinig om te zeggen. “Het is gewoon voor de gezelligheid hoor”, zegt deze psst-psst-neger, “ik denk dat je man zou vinden dat jij hele leuke vrienden hebt.” “Oh, ik dacht eigenlijk van niet”, zeg ik. En nou godverdomme oprotten voordat ik je iets aandoe, denk ik daar meteen achteraan. Maar ik zeg het niet. In plaats daarvan steek ik snel de straat over. Richting Albert Heijn. Richting stoommaaltijden. Richting kassa. En dan snel terug richting huis. Ik heb weer genoeg gezien van de buitenwereld vandaag.

37

BRUCE, KING OF THE DESERT


Een ATC-serie met Bruce in de woestijn. Voorzien van kekke, witte hoofddoek. Om de rest van deze serie en mijn andere ATC’s te zien, klik.

1

GRüßE VON BRUß


En weer een nieuwe serie ATC’s; Grüße von Bruß aus Tirol!

6

P. EN LUNA BESTRIJDEN EEN TELEFOONTERRORIST

Het is 20.30 en P. ik hebben ons net gesetteld op de bank, in afwachting van ‘Finding Forrester’; een fijn filmdrama met Sean Connery. Dan gaat de telefoon. Daar hadden we nu net niet op gerekend. We kijken elkaar aan. De telefoon gaat nog een keer. “Ik neem niet op hoor”, zeg ik. “Ah, meisje, jij zit er dichterbij”, zegt P. “Als het belangrijk is dan bellen ze wel terug. Ik ga film kijken”, vind ik. “Zucht”, zucht P. en hij hijst zich van de bank om de telefoon toch maar op te nemen. “Met P.”, zegt P. en daarna blijft het even stil. Ik kijk opzij en zie P. een beetje moeilijk kijken. “Wie is het? Wie is het?”, fluister ik. Hij haalt z’n schouders op. “Volgens mij is dit een grap? Of niet?”, vraagt P. door de telefoon. Hij fronst. “Nee, als dit geen grap is dan ben ik niet geïnteresseerd”, zegt hij. Dan begint hij te lachen. “Nee, volgens mij is dit een grap. Ben jij het F.?”, vraagt hij. “Nee, dit moet wel een grap zijn”, lacht P. weer, “dit klinkt echt niet serieus.” “Wat? Wat? Wat?”, fluister ik weer. “Hier, moet je horen wat een rare stem”, zegt P. en hij duwt de telefoon in mijn hand. “Hallo, met Luna”, zeg ik tegen de onbekende. “Goedenavond, je spreekt met die en die van het Algemeen Dagblad”, zegt een jongen met een vreselijk nasale stem. Een soort mannelijke versie van Fran Drescher uit ‘The Nanny’. Ik barst in lachen uit. “Nee joh, dit is echt”, zeg ik tegen P. met de telefoon nog bij m’n mond. Daarna krijgen we de slappe lach. Want op een callcenter werken met zo’n rare stem, dat is natuurlijk eigenlijk heel zielig. Dat is pure tragiek! Haha! Dat die jongen überhaupt is aangenomen! Haha! Dan besef ik dat de jongen met de nasale stem waarschijnlijk nog steeds aan de lijn hangt. Dat is nog veel zieliger! Haha! Snel druk ik op het uit-knopje van de telefoon. “Zo”, lacht P., “die belt nooit meer terug.”

26

NOG DEPRESSIEVER

‘De grote desilllusie van het volwassen bestaan; het besef dat de legendarische zin ‘het komt allemaal wel goed’, onzin is. De pijn dat je daar niet meer in kun geloven, omdat je weet dat het niet goed komt.’
Uit; promotiepraatje voor Club Rodeo.

7