LUNA IS LOST IN CONVERSATION
“Tot zo”, zegt P. terwijl hij al richting de buitendeur loopt. “Waar ga je naartoe?”, vraag ik. “Boodschappen doen”, zegt hij. “Waarom?”, vraag ik. “Nou, we zullen toch moeten eten hè?”, zegt hij. “Eh, ja, maar jij weet toch niet wat ik wil gaan koken vanavond?”, vraag ik. “Nee, maar ík ga ook koken vanavond”, zegt P. vrolijk. Oh! Mijn! God! Wat nu te doen? Wat nu te doen? “Ga jij koken vanavond?”, vraag ik ietwat bezorgd. “Ja, dat wil je toch al jaren? Dat ik verander in een kokende man? Nou, hier heb je ‘m! Hier staat-ie!”, zegt P. en daarna volgt een overenthousiaste ‘tadaaaa’. Hij gaat er ook helemaal op z’n ‘tadaaaa’s’ bij staan. Ik vertrouw het zaakje niet. “Wat ga je koken dan?”, vraag ik. “Dat gaat je niks aan, spaghetti, aardappelpuree, een biefstukje in gorgonzola-saus, ik laat me inspireren door de producten die ik tegenkom”, zegt hij. “Maar jij kan niet koken”, zeg ik. “Ik heb 10 jaar voor mezelf kunnen zorgen voordat ik jou tegenkwam en het was allemaal niet te vreten, maar ik ben er niet aan doodgegaan”, zegt hij. “Maar als je wil dat ik kies, dan wordt het vanavond spaghetti.” “Oh, nee, uit zo’n zakje zeker”, zeg ik. “Okay, dan maak ik gebakken aardappeltjes”, zegt hij. “Eh, is goed”, zeg ik argwanend. “Met een blikje doperwtjes en worteltjes”, zegt hij. “Nee! Geen blikje of potje, dat vind ik vies”, zeg ik. “Wat dan? Wat dan?”, vraagt P. terwijl hij een beetje geïrriteerd, maar ook triomfantelijk begint te kijken. “Ik wil gewoon vérse groenten”, zeg ik. “Nou, dan heb je pech”, zegt P., “want dat kan ik niet. Of je eet wat ik voor je maak, of je maakt het maar zelf.” “Ja, maar, ja, maar, als ik kook, dan houd ik altijd rekening met jou, altijd”, zeg ik. “Ja, maar jij geeft me mixed messages”, begint P., “je wil dat ik initiatief neem in het huishouden, je wil dat ik voor je kook, maar eigenlijk wil je niet dat ik voor je kook, je wil dat ik kook wat jij wil dat ik kook, je wil dat ik dit, je wil dat ik dat, en een paar uur later wil je weer wat anders, nou, wat wil je nou van me?”, roept hij met een wapperende boodschappentas in z’n hand. Hij doet er ook nog een huppelend dansje bij. “Ik wil gewoon dat je precies doet wat ik zeg”, zeg ik pruilend. “Dus?”, vraagt hij. “Dus ga maar een flesje Prosecco halen”, zeg ik.
HI FRIENDS!
Ik kreeg een mailtje. Uit China. ‘Hi Friends! We are iidea Creativity Design Magazine, the first creativity design magazine in the mainland of China. Issued monthly. (…). We are interested in your work and want to introduce, could you sent some images and introductions? We also want to have an e-mail interview for you. After we use your information, we will send our magazine for you!’ Bij het mailtje zaten wat voorbeelden van pagina’s uit hun magazine en ik was helemaal extatisch! De PloesiePoesies in een Chinees design magazine! Dus ik mailde meteen terug: ‘I would love to be featured in your magazine! Wow! China! That’s cool! You can send me the questions for the interview and I will answer them! In the meanwhile I will gather some nice pictures of my work (I guess you need pictures of my look-a-like cats?). Please let me know!’ Een dag later krijg ik het volgende mailtje: ‘hi friends, i am lucy,thank you for reply and send you picture to me.i hope you can send you me picture to our ftp (en dan hier de inlogcodes) thank you very much.’ Ehm! Okay! Daar moest ik even over nadenken. Ik vertrouwde het hele zaakje ineens niet meer zo. Ftp-en naar een wildvreemde server? Kon dat geen gevaar voor mijn pc? Dat er ineens allerlei poorten openstonden? Ik besloot het de enige echte übernerd te vragen die ik vertrouwde en hij vertelde dat het geen kwaad kon om .jpg’s te uploaden. Fijn! Maar ik vond het handig om toch eerst even 3 .jpg’s van look-a-like PloesiePoesies via de gewone mail naar Lucy te sturen om te vragen of dit is wat ze bedoelt. Het antwoord: ‘hi friends, i am lucy,thank you for reply ,i want pictures,so please bother you to send me about 20 images,thank you very much.’ Eh? En nu? Wat wil ze nou? Blijkbaar leest Lucy mijn mail niet eens, maar kijkt ze alleen naar de bijlagen. Ik besluit 40 .jpg’s te uploaden naar hun server en ik stuur Lucy weer een mailtje. Met als antwoord:’ hi friends, i am lucy,sorry to bother you,i think it is not enough,i have told you that i need about 20pictures,so please send me more,ok?sorry to disturb you.have a nice day.’ En deze e-mailwisseling ging zo een paar dagen door. Na een week van totally lost in translation-zijn kreeg ik het mailtje: hi friends, i am lucy,thank you very much. Maar iets in mij zegt dat ik nooit meer iets van Lucy zal horen.
ASHES TO ASHES
Ik dacht; dat doe ik wel even. Maandag was ik gebeld door het dierencrematorium met de mededeling dat ik woensdag de as van Skinner op kon komen halen. En ach, met de bus naar Amsterdam Noord en daar even een urntje ophalen, hoe moeilijk kon dat nou eigenlijk zijn? Erger dan vorige week donderdag kon het niet worden en op zich had ik mezelf al weer een paar dagen enigszins in de hand! Dus ik stapte monter in bus 92 en ik stapte ook monter het dierencrematorium binnen. “Ik kom de as van Skinner ophalen”, zeg ik. En ik houd me goed. En terwijl het crematorium-vrouwtje de urn van Skinner gaat opzoeken verbaas ik me over de lelijkheid van de inrichting van de receptie. ‘Waar het stil en mooi is’, had op het foldertje gestaan. Nou, mooi is anders. Stil is het dan weer wel. En ik hou me nog steeds prima. Het crematorium-vrouwtje komt terug met een wit potje. Ik had gedacht dat het terracotta zou zijn. “Hoe oud is-ie geworden?”, vraagt ze. “Dat is niet helemaal zeker, maar ergens tussen de 11 en 13”, zeg ik. “Ja, dat is eigenlijk veel te jong hè?”, zegt ze terwijl ze begint met haar inpak-procedure. En ja, dat was net het zinnetje dat ze niet moest zeggen. Want even later bedelf ik het crematorium-vrouwtje met verhalen en tranen en dat ik ook nog eens heel zielig ben dat ik elke dag poezen maak voor m’n beroep en dat ik Skinner zo mis en dat ik het eigenlijk niet eerlijk vind. En dan nog een snik en nog een traan. Ja, hallo! Ik betaal 140 euro voor zo’n crematie met urn, daar verwacht ik dan ook wat service voor! In ieder geval een luisterend oor en een zakdoekje. “Gelukkig kun je er wel over praten hè?”, zegt het crematorium-vrouwtje terwijl ze me een bronskleurig en trapeziumvormig papieren tasje met daarin de urn geeft. En bedankt! En de groetjes! Een minuut later zie ik de bus naar huis voor m’n neus wegrijden. En de volgende komt verdomme pas over een half uur. Ik kijk naar het tasje. Ik kijk naar de ingepakte urn. Ik pluk een paar kamille-bloemetjes en doe die in het tasje. Ik breek. En daarna bel ik naar vriendin L. om te vragen of ze me alsjeblieft kan komen halen om me naar huis te brengen.
DAT SCHEELT
Wat dan wel weer een enorm voordeel is, is dat mijn werk echt helemaal niets met katten te maken heeft… Dan heb je toch een beetje afleiding op zo’n dag!
OBLADI-OBLADA
Weten jullie al wat er met Skinner gaat gebeuren hierna?”, vroeg de dierenarts terwijl ik met een langzaam inslapende Skinner op schoot zat. “Ehm”, zei ik en ik keek haar betraand aan, “hoe bedoel je?” Ze vulde wat in op een computer. Even daarvoor had ik mijn eigen telefonische noodkreet ‘hij is aan het doodgaan’ teruggelezen op de monitor: ‘aan het doodgaan’. Ik nam aan dat de dierenarts nu iets invulde in de trant van; ‘kat overleden op 11 september 2008 om 14:32’ en daarna het hele dossier van Skinner afsloot. “Ja, wat willen jullie dat er met z’n lichaam gebeurd?”, vroeg de arts. “Oh, Jezus, daar moet natuurlijk ook over nagedacht worden”, zei ik. “Ja, dat hoort er allemaal bij”, zei ze en kwam even later met 2 foldertjes aan lopen. “Er zijn 2 dierenuitvaartcentra”, vertelde ze en ondertussen gaf ik Skinner nog maar een aai, al was hij al lang in een diepe coma, “je kunt zelf kiezen welke.” “Ja, ehm, jeetje”, zei ik. “Ik heb zelf het meeste ervaring met het U.D.C.”, zei ze. “Nou, doe die maar dan”, antwoordde ik en ze gaf mij het foldertje. Het leek wel de menukaart van een Italiaans restaurant. Ik las: ‘Kleine dieren, middelgrote honden, katten, konijnen, met urn, zonder urn, individueel, gezamenlijk, begraven inclusief 4 jaar onderhoud .’ En ja, wat doe je dan op zo’n moment? Waar kies je voor? Rationeel gezien snap ik ook wel dat na de dood alleen het lijf van Skinner overblijft en dat dat slechts omhulsel was, maar ja, op het moment dat hij nog halfwarm op je schoot ligt, wil je toch vasthouden aan het leven, vasthouden aan iets tastbaars. “Doe maar optie 3. Individueel met as retour, inclusief urn”, zei ik tegen de dierenarts. “Willen jullie ‘m zelf naar het crematorium brengen?”, vroeg ze. “Oh, nee, echt niet”, zei ik. Ik kon mezelf met een dode kat in een mandje en dan samen in de bus richting een dierencrematorium in Amsterdam Noord niet voorstellen. Dus momenteel ligt het lijkje van Skinner te wachten om maandag gecremeerd te worden. En ik heb even overwogen om met de as van Skinner een tatoeage van een grote indiaan met pijl en boog op m’n kont te laten tatoeëren, als een soort van Tribute to Skinner, maar heb toch besloten dat ik genoeg heb aan mijn herinneringen.
LUNA IS GEK OP TAXICHAUFFEURS
Donderdagmiddag vond ik Skinner weggedoken in een hoekje van m’n atelier. Heftig trillend met z’n magere lijf en met z’n kop maakte hij rare schokken. Paniek! Het was mij overduidelijk dat ik met een stervende kater te maken had. En daar zat ik dus net niet op te wachten! Ik belde de dierenarts dat ik eraan kwam en ik belde een taxi. Ik schoof Skinner voorzichtig in z’n vervoersmandje, trok een jas aan en ging alvast buiten op de taxi wachten. En toen ik daar zo buiten stond realiseerde ik me dat Skinner dus nooit meer thuis zou komen. Dat dit dus z’n laatste uur zou zijn. En van zo’n gedachte wordt een poezenvrouw als ik natuurlijk helemaal niet blij! Huilen! Huilen! Huilen! Zo hard huilen dat ik al bijna aan het hyperventileren was toen de taxi voor kwam rijden. “Sohohorry”, griende ik naar adem happend, “ik ben een beetje verdriehiehietig.” “Dat is niet erg”, zei de taxichauffeur en hij hield de deur voor me open. “Naar de dierenkliniek op de Weteringsschans”, zei ik tussen m’n tranen door. “Dat is tussen de Paradiso en het Weteringcircuit.” De taxichauffeur vroeg hoe hij moest rijden. “Eh, nou, dat maakt me niet uihuit”, snikte ik. En daarna kwam hij met een verhaal over de bouwwerkzaamheden in Amsterdam wat ik maar half kon verstaan en wat me op dat moment ook geen reet interesseerde. Hij keek me aan vanuit z’n achteruitkijkspiegel. En hij bleef maar praten. Shut up! Dude! Ik weet niet in of jij in dezelfde scene aanwezig bent als ik, maar het lijkt mij vrij duidelijk dat er iemand op jouw achterbank zit die het even helemaal niet meer trekt en jouw praatjes over de Noord-Zuid-lijn, de verzakkingen in de Vijzelstraat en over dat jij het als taxichauffeur zo moeilijk hebt dragen niet echt bij aan een goede sfeer! Fuck you! Fuck you! Shut the fuck up! Ook Skinner maakte vanuit z’n mandje een diepe brom, misschien van de pijn, maar ik denk eerder dat hij ook vond dat de chauffeur gewoon z’n bek moest houden en door moest rijden. Richting de verlossing! “Vind je niet?”, vroeg de chauffeur. “Huh?”, vroeg ik, maar toen hij z’n vraag herhaalde verstond ik ‘m weer niet. Whatever. Fuck ‘m. Maar dat ik geen antwoord gaf, was voor de chauffeur geen reden om te stoppen met ouwehoeren. En ondertussen ademde ik ihihin en ademde uit. En weer ihihin en uit. En weer ihihin en uit. Ihihin en uit. Ihihin en uit. En na die taxirit waren zowel Skinner als ik aan een spuitje toe.
DAG LIEVE SKINNER
Vanmiddag hebben P. en ik onze lieve Skinner in laten slapen bij de dierenarts… Omdat het echt niet meer ging… Omdat hij ineens heel veel complicaties kreeg… en ook ineens heel veel pijn had… en omdat ik zoveel van hem heb gehouden, doet het ook zoveel pijn om hem te moeten missen…
LUNA SMULT VAN CANT BUY ME LOVE
Mijn voorliefde voor pulp-tv diende te worden gestild. Ik zocht iets nieuws, iets slechts, iets wanstaltigs, iets geils, iets fouts, iets waarvoor ik thuis zou willen blijven! Ik zocht. En ik vond: ‘Can’t Buy Me Love’ op RTL5. Een soort van synopsis: ‘In de ex-Gouden Kooi-villa wonen 5 vrijgezelle jongens met 7 vrijgezelle vrouwen. De mannen verdienen geld door opdrachten te winnen, de vrouwen zijn bloedmooi en moeten 1 van die jongens zodanig zien op te geilen dat hij voor haar ‘kiest’. En wanneer hij voor haar kiest, krijgt zij zijn creditcard, zodat ze lekker kan shoppen. De 2 vrouwen die aan het einde van de week geen man hebben moeten de villa verlaten en plaatsmaken voor weer 2 nieuwe gorgeous bitches die door flink te foefelen en konkelen een man moeten proberen te veroveren.’ Wow! Ik vind het een pracht-format! Ik had het zelf willen verzinnen. Wat zeg ik? Ik wil zelf in die villa! Stop mij tussen 6 meisjes die nog niet eens 2 roze Triviant-vragen achter elkaar goed kunnen hebben and I’ll fit in perfectly! “Ik wil best seks hebben, als ik de volgende dag mag gaan winkelen op zijn kosten…”, heeft 1 van de deelneemsters gezegd en daar is nogal wat commotie over ontstaan in de media. Want, dat zeg je toch niet! Neuken voor geld? Neuken voor een paar Gucci-schoenen? Prada-shirtje? Nee! Dat kan toch niet? Nou, dat kan dus wel! Hell yeah! Geld is geil! Ik zou me volledig laten in- en uitwonen in die Villa! En als toetje op de seks met 1 of meerdere van die 5 brainless dudes, zou ik me volledig te buiten gaan met hun creditcard in de P.C. Hooftstraat en alles laten inpakken! “Ja, kunt u het voor me inpakken, met een strikje erom, ja, het is een cadeautje… ja, voor mezelf, ja! Heeft u er ook wat proefmonstertjes bij?” Dit programma laat zien dat het in 2008 voor mannen nog steeds verdomde stoer is om zoveel mogelijk vrouwen te neuken en ze ondertussen nog ‘een pornoslet’ te noemen ook. En dat vrouwen die niet er niet voor terugdeinzen om diverse pikken te pijpen nog steeds een hoer zijn. Pracht-tv! En nu ga ik zelf even shoppen. Als ik het hele huis zou schoonmaken terwijl ik alleen een luipaard-roze stringetje droeg mocht ik van P. iets leuks voor mezelf kopen. Waar is die creditcard?
http://www.rtl.nl/reality/cantbuymelove/home/
ANGEL IS ER WILD VAN
Mijn allereerste PloesiePoesie-klant is nog steeds fan van de PloesiePoesies! Dus toen ze ging trouwen bestelde ze een PloesiePoesie-bruidspaar! Hun kat Angel was er meteen wild van en deze briljante foto stuurde ze als bewijs! Ik vind ‘m geweldig en ga er meteen ansichtkaarten van laten drukken!
MUZE
Luna: "Liefje?"
P.: "Ja, meisje?"
Luna: "Ben ik jouw muze?"
P.: "Jij bent zo ontzettend mijn muze dat ik ’s ochtends zo vroeg mogelijk de deur uitren om reclame voor Kotex te gaan maken."