web analytics

COMMERCIAL BREAK: LUNA TEST BUDDHA NOSE

Ik kreeg spontaan een DM-berichtje via Twitter: ‘Wat dacht je van een cadeauset Buddha Nose?’
‘Hoe bedoel je? Gratis?’, twitterde ik terug.
‘Ja, gratis.’
‘Zomaar?’
‘Ik hoop natuurlijk stiekem wel dat je er een stukje over schrijft op je blog, maar het is niet zo dat je er een contract bij krijgt of iets dergelijks.’
‘Dus je gaat mij een cadeauset met bad- en beautyproducten opsturen? Zomaar?’
Ja, dat was inderdaad het geval! De dame had mijn blog over de ballonnen van Simyo gelezen en vond het, als persvrouw, op z’n minst een beetje opmerkelijk dat het persbureau van Simyo me had afgescheept met 2 ballonnen.
‘Het is geen iPad, maar toch’, twitterde de persvrouw nog.
Ik twitterde: ‘Laat maar doorkomen.’

En de volgende dag arriveerde er al een pakketje.

En het had nog gekund dat ik 3 proefmonstertjes in een envelop op de deurmat zou vinden. Ik bedoel; als je een iPad verwacht en 2 ballonnen krijgt, dan zouden 3 proefmonstertjes in van die lieflijke kleine plastic dingetjes ook nog tot de mogelijkheden behoren. Maar. Ik kreeg 3 echte producten toegestuurd, dus geen proefmonsters. Alleen daarom al 100 punten voor de persvrouw!

En het zijn prachtige producten! Het is dat mijn badkamer spuuglelijk is van zichzelf, anders hadden deze mooie blauwe potjes en flesjes waarschijnlijk gorgeous gestaan op de badrand. Ik kreeg een potje Sugar Scrub, een flesje Heart Spray en een blikje Bodhi Balm.

Nu ben ik niet zo van het ontspannen. Een badsessie duurt bij mij gemiddeld 10 minuten en dan heb ik het er al weer helemaal mee gehad. Ik ben wel weer een sucker voor bad- en beautyproducten die woorden als ‘serenity’, ‘zen’, ‘buddha’, ‘organic’, ‘calm’, ‘soothing’ en ‘relax’ op de verpakking hebben staan. Die koop ik dan in de hoop dat het ooit nog wat wordt met dat ontspannen. Meestal niet.

Dus hoe onwijs lekker alle producten van Buddha Nose ook roken en hoe zacht m’n huid ook was na een snelle sessie met De Bodhi Sugar Scrub; echt ontspannen ben ik er niet van geworden. Maar dat ligt dus volledig aan mezelf. Op de producten staat ‘Be Still and Breathe’ en nu heb ik met dat doorademen nooit zo’n probleem, maar stil zijn is aan mij niet besteed, dus de ontspannende werking heb ik eigenhandig om zeep geholpen door in bad te gaan met de Bodhi Sugar Scrub én een cd van Paul Oakenfold. Heerlijk! Zowel de scrub als de cd van Oakenfold. En ik ben al dagen als een dolle aan het sprayen met het flesje Heart Spray. Volgens de verpakking zullen dan heartbreak, loss, en anxiety, helemaal away driften, om ruimte te maken voor love and peacefulness. En dat willen we natuurlijk allemaal!

De producten van Buddha Nose zijn vrij van synthetische stoffen en chemische conserveringsmiddelen en hiermee respecteert Buddha Nose niet alleen de gezondheid van je lichaam, maar ook de gezondheid van onze planeet! Niet geheel onbelangrijk! En alles is te koop bij www.mybodhy.nl

5

LUNA NAAR HET KINDERCARNAVAL

Ik had het gezegd voordat ik erg in had: “Nou, en dan kunnen we morgen wel even naar het kindercarnaval gaan.” En ja, dan zit je eraan vast hè, want ik haat carnaval, maar opvoedtechnisch is het dus de bedoeling dat je doet wat je belooft. Dus de verkering en ik met dochter S. en neefje V. naar de carnavalswinkel de volgende dag. Neefje V. wilde vooral géén polonaise aan zijn lijf en koos voor een stoer militair pakje. Dochter S. kon moeilijk kiezen, maar besloot uiteindelijk als Catwoman te gaan, met een panterjurkje van mij, een lange zwarte pruik, handschoentjes en geinige poezenoortjes. En ik ging als mezelf; gewoon in een hysterische bloemetjesjurk met nepbloemetjes in m’n haar. M’n vrienden zagen geen verschil met mijn dagelijkse outfitjes, maar de rest van de bezoekers van het carnaval moeten gedacht hebben; goh, die vrouw is als FlowerPower. Ook de verkering ging gewoon als zichzelf, want die vond carnaval ook stom, maar die viel dus heel erg door de mand toen hij alle carnavalsliedjes gewoon by heart mee kon zingen. Stond-ie met een biertje: “Alaaf, alaaf, alaaf you!” “Jij kent dit allemaal?”, vroeg ik verbaasd. “Tuurlijk”, zei de verkering, alsof het écht de normaalste zaak van de wereld was. En zo leer je elke dag wat over elkaar! Geweldig! En zo gemakkelijk had ik trouwens zelf ook alle liedjes onder de knie. Stond ik te helikopteren: “Ik heb een helihelihelihelikopter! Ik heb een heliheliheliheeeee! Daarmee vlieg ik over bergen, daarmee vlieg ik over zee, hé, kom op ga met de helikopter mee!” En ondertussen een beetje met m’n hand draaien boven m’n hoofd. Ik zat er meteen in. En we gaan zwaaaaaaien: “Geef mij de sleutel van jouw voordeur, want jij, jij bent zo’n lekker ding.” Toegegeven; na 3 biertjes begon ik alles pas écht leuk te vinden, maar dat is ook waarschijnlijk de bedoeling van carnaval. Maar het meest geweldige vond ik dat verschillende generaties met elkaar aan het feestvieren waren. Verkleedde baby’ op de arm, peuters in krokodillenpakjes vooraan, kleuters hard rennen en springen en op zoek naar snoep en chips en cola, tieners, pubers en volwassen in de polonaise, Carnavalsvereniging Witte Gij Ut die de sfeer erin hield en de opa’s en oma’s die op de tafels mee zaten te bungelen met hun orthopedische schoenen. Mooi plaatje in m’n hoofd. Of, om het even bij de kindercarnavalskrakers te houden: “Met z’n allen! Met z’n allen! Laat de limonade nu maar knallen! Met z’n allen! Met z’n allen. Ze zeggen wel eens oud gedaan is jong geleerd!”

2

WITTE JAS UIT, BLOEMETJESJURK AAN

Dit is voor mijn huppelkutjes van collega’s die liever koffie dronken (uurtje) dan even een stapje harder lopen wanneer het nodig was.
Dit is voor mijn collega’s die wel zélf een sigaretje gingen roken (5 keer per dag) en niet even die ene demente meneer meenamen die z’n hele leven had gerookt, maar het op de afdeling niet meer mocht.
Dit is voor die collega die liever een dame 2 happen met jam gaf (“Want dan heeft ze toch haar calorieën binnen en kunnen we de insuline spuiten.”) in plaats van even in alle rust samen met haar te ontbijten.
Dit is voor die collega die liep te zeiken over het appeltje dat ik voor iedereen wilde schillen bij het ontbijt (“Pas op met de calorieën.”), maar zelf net zo gemakkelijk een grote schep suiker in de koffie van alle bewoners deed.
Dit is voor die collega’s die een bewoner nog even een kwartiertje lieten zitten, ook al moest ze heel nodig plassen, omdat hún pauze net was begonnen.
Dit is voor de dames die week in week uit elke ochtend demente meneer de B. (92) vermanend toespraken alsof hij een kind van 5 was, en elke ochtend weer een nieuwe katheter plaatsten in plaats van gewoon een volwassen gesprek met hem aan te gaan om hem te vertellen waaróm hij die katheter had.
Dit is voor de collega die mij, nadat ze me 1 minuut kende, vroeg of ik mevrouw B. even naar het toilet kon brengen, terwijl ik daar vrijwilligerswerk zou gaan doen.
Dit is voor die collega die mij een vrouw met 20 washandjes liet wassen (want douchen was geen optie) ook al had zij zich helemaal onderpoept van kruin tot knie.
Dit is voor de collega’s die mij als vrijwilliger 2 uur alleen lieten zitten met een demente meneer die amper nog kon ademen.
Dit is voor de vrijwilligerscoördinator die seriously dacht dat ik een vibratorshowtje zou gaan geven voor de bewoners.
Dit is voor de huppelkutjes van het uitzendbureau die zeiden dat het wel mee zou vallen, zo’n nachtdienst met 30 verstandelijk gehandicapten in m’n eentje, en dat ik het heus wel aan zou kunnen.
En dit is voor iedereen die ik ben tegengekomen in de zorg die mij het gevoel heeft gegeven dat ik gek ben.

KLIK.

43

SORT OF ZORGFEUILLETON 4/4

“Ik kom hier nu een paar maanden”, zei ik met iets van trillende knietjes tegen m’n vrijwilligerscoördinator. “En op de een of andere manier heb ik steeds minder tijd om iets leuks met de bewoners te doen. Ik ben de hele tijd met het ontbijt bezig en volgens mij is het ontbijt een betaalde baan en ik kom hier vrijwillig en het is niet dat ik niet bereid ben om het ontbijt te doen, maar ik ga veel liever een spelletje doen met de bewoners of een stukje wandelen.”
“Maar je bent aangenomen als ontbijthulp”, zei hij.
“Say what?”
“Ontbijthulp.”
“Echt niet.”
“Echt wel.”
“Nee hoor, ik zou een ochtend in de week komen en dan wel meehelpen met het ontbijt, maar het is niet mijn bedoeling dat ik uiteindelijk in m’n eentje zorg zou draaien voor het ontbijt. Ik wil iets leuks doen. Iets extra’s. Ik wil Triviant-quizmaster spelen. En daar heb ik geen tijd meer voor. Ik ben hier om de bewoners een leukere ochtend te bezorgen en niet om de verpleegsters een relaxtere ochtend te geven.”
“Dat is dan misschien een miscommunicatie geweest, maar ik ga het even overleggen met de groep.”

En een dag later hoorde ik de onsterfelijke woorden: “Ja, maar Luna, zo moet je het niet zien, want als jij het ontbijt draait dan doe je juist iets extra’s.”
“Say what?”
“Als jij als vrijwilliger aanwezig ben op de groep, dan kunnen de bewoners rustig genieten van hun ontbijt.”
“Daar ben ik het niet mee eens.”
“Waarom niet?”
“Eten vind ik een basisbehoefte van een mens en dat regelen is een betaalde baan. Of op z’n minst een taak van een stagiaire.”

Ja, maar normaal gesproken hadden zij alleen maar de tijd om een boterham en kop thee voor ze neer te zetten, want daarna moesten ze weer iemand uit bed halen.

“Jullie zitten soms wel met z’n 8-en of 9-en koffie te drinken. Personeel genoeg!”
“Moet je zo niet zien.”
“Als er toch 8 medewerkers aanwezig zijn, inclusief stagiaires, voor 20 bewoners, dan is het toch raar dat jullie mij als vrijwilliger het volledige ontbijt laat doen? Mij die verantwoordelijkheid geven? Ik zie soms helemaal niemand, behalve om medicijnen te brengen.”
“Ja, maar de stagiaires mag je niet meetellen.”
“Waarom niet? Samen een boterham eten kan iedereen.”
“Moet je zo niet zien.”

Maar zo zie ik het dus wel.

En ik liep weg.
Ik ging niet tegen de vrijwilligerscoördinator in.
Niet tegen het hoofd van de afdeling.
Ik ben gestopt met mijn vrijwilligerswerk.
Ik ben 35.
En ik voel me fucking machteloos.

21

SORT OF ZORGFEUILLETON 3/4

Ik herinner mij een groep van 15 geestelijk gehandicapte jongeren. De helft van deze jongeren had naast een geestelijke handicap ook een lichamelijk handicap en dit was fysiek de zwaarste groep om mee te werken binnen de instelling. Ik werkte als invalkracht op alle groepen binnen deze instelling en ik werkte daar al een jaar of 3, naast mijn studie. Veel avonddiensten, veel weekenddiensten. Op deze groep was het altijd veel tillen, duwen, trekken. Zwaar. Gewoon zwaar. Veel luiers om te verschonen. Met andere woorden; deze groep bestond uit diepe, hele diepe schuimpjes. Allemaal totally schuimpje, van top tot teen. En hoewel ik 90% van de namen ben vergeten van de mensen met wie ik heb gestudeerd, weet ik de namen van deze bewoners nog wel. Allemaal.

W. was mijn favoriet, want hij wilde altijd dat ik hem onder de douche zette, een favorietenrol die ik volledig had te danken aan het feit dat ik André Hazes voor hem zong en dat dat dan zo lekker galmde in het kleine badkamertje. Hij deed dan z’n handen op z’n hoofd en draaide een soort van rondedansje onder de douche, waardoor ik gemakkelijk alle plekjes kon schoonspoelen en -wassen, want hij scheet zichzelf elke dag volledig onder.

Het was vrijdag en veel van de bewoners van andere groepen werden dan altijd opgehaald door hun ouders, verzorgers of familie om het weekend of een dagje daar door te brengen. De bewoners van deze groep bleven meestal ’thuis’.

“Hé, als we er nou samen voor zorgen dat iedereen vanavond binnen een uurtje in z’n pyjama zit, dan kunnen we nog 1,5 uur een pyjama-party houden, met cola en chipjes”, opperde ik tegen mijn collega’s.
“Nou, dat zie ik niet zo zitten”, zei een wat oudere vaste medemerker.
“Maar dan doe ik alle zware bewoners. Als jij dan de 3 meisjes doet en de medicijnen en de cola en chips alvast klaarzet en wat leuke cd’tjes pakt. Ik rammel de rest even heel snel onder de douche of even snel een washandje, dat ze wel schoon zijn en een schone luier, maar ze worden morgen toch weer uitgebreid in bad gedaan of onder de douche.”
“Nou, nee.”
“Ze zijn vanmorgen allemaal nog helemaal van top tot teen gewassen.”
” Ja, maar dat moet elke ochtend en elke avond.”
“Ah, maar voor 1 keertje, even snel een kattenwasje en dan de pyjama aan.”
“Nee.”
“Maar dan kunnen we een pyjama-party doen met Hollandse Hits?”
“Nee.”
“Maar dat vinden ze hartstikke leuk.”
“Nee.”

Ik probeerde daarna nooit meer een pyjama-party.
Ik was 24.
Ik ging niet tegen de vaste medewerkers in.
Ook al vond ik het fucking onzin.

7

SORT OF ZORGFEUILLETON 2/4

Ik herinner mij een oude, flamboyante dame. De dame was 80+ en ik heb veel bejaarden ontmoet toen ik in de thuiszorg werkte in Amsterdam, maar deze dame zal ik nooit vergeten.

Ze woonde aan de Willemsparkweg, niet 1 van de lulligste straten in Amsterdam, had 5 etages voor zichzelf, maar kon alleen nog maar de benedenetage bewonen, omdat ze de trap niet meer op kon. Waarschijnlijk was het haar voorliefde voor papiertjes en knippen en plakken waardoor ik meteen gek op haar was. Hele avonden en waarschijnlijk ook nachten zat ze in tijdschriften te knippen en te plakken en collages te maken. Ik snapte weinig van haar collages of haar uitleg, want mevrouw was aan het dementeren. Maar juist daarom vond ik haar plakkunsten misschien wel helemaal geweldig en bracht ik elke week een stapeltje nieuwe tijdschriften voor haar mee. “Oh, deze glimmen wel heel mooi”, zei ze toen ik een keer een stapel Marie Claire’s bracht.

Dit ben ik later, dacht ik.

Man dood.
Nooit kinderen gekregen.
Alleen.

Als ik alle huishoudelijke taakjes had gedaan, wilde ze altijd een sigaretje met me roken. Ze had gouden asbakjes voor 1 persoon. “In Parijs gekocht”, zei ze iedere keer als we een sigaret opstaken. Die kon je zo mooi uitklappen en overal mee naar toe nemen waar je maar wilde.

Mevrouw kwam nooit meer buiten.

Ze kon zichzelf nog prima verzorgen, maar het huishouden, ach, daar gaf zij niet meer om. Had ze misschien wel nooit om gegeven. Of misschien had ze vroeger wel personeel. Uit pure eenzaamheid was ze de muizen gaan voeren en hierdoor durfde een gedeelte van de thuiszorg niet meer bij haar langs te komen en waren de buren gaan klagen.

“Maar”, zei ik tijdens een teamoverleg, “als we nou een leuke, wat oudere poes uit het asiel halen? Dan heb je meteen een paar problemen opgelost. Het muizenprobleem is heel snel weg, dan durft iedereen daar weer te werken en het is ook heel gezellig voor haar, dan heeft ze wat aanspraak en je geeft ook een poes een leuke, oude dag.”
Ja, maar daar konden ze niet aan beginnen!
Want wie moest de kattenbak?
Wie zorgde voor genoeg kattenvoer?
En wat als de kat ziek?
En wat met de kat te doen als mevrouw er niet meer was?
“Ja, maar, ja, maar”, zei ik, “of je nou een kattenbak schoonmaakt of de wc?”
Ja, nee, was iets heel anders.
Kon echt niet hoor.
Nee, echt niet.

Ik was 22.
Ik deed vakantiewerk.
Ik legde mij bij de beslissing van de teamleider neer.
Ook al vond ik ‘m fucking belachelijk.

7

SORT OF ZORGFEUILLETON 1/4

Ik herinner mij een alleenstaande moeder met kanker.
Het was denk ik de eerste kankerpatiënt die ik ooit ontmoette.
Ze lag altijd op een bed in de woonkamer en ik kwam daar om te stofzuigen, af te stoffen en de afwas te doen. Ik studeerde media & informatie-management en in de vakantie werkte ik in de thuiszorg in Amsterdam.

De vrouw had 2 thuiswonende tienerzoons, die ik nooit zag.
Ze was op een speciaal dieet, maar had al maanden niet lekker gegeten, vertelde ze. Ze kon zelf niet zo goed koken en haar zoons brachten alleen magnetronmaaltijden voor haar mee.
“Zal ik volgende week dan voor je koken?’, vroeg ik, “vegetarisch en gezond en lekker.”
Vond ze een geweldig idee.
“En dan maak ik wel wat extra voor je, dan kun je dat invriezen.”

Dus een week later kreeg ik van haar een briefje van 25 gulden en ik haalde een tas vol verse groenten, yoghurt en kokos. Van thuis had ik kruiden meegenomen.

Vanaf haar plekje op de bank zag zij me een XXL pan Indiase curry maken.
Het huis rook heerlijk.
De vrouw straalde.
En ik straalde nog veel meer.

Vol trots vertelde ik tijdens het wekelijkse teamoverleg over mijn kookmiddagje bij de dame met kanker.

“Oh, maar dat mag niet hoor”, zei mijn teamleider.
“Wat niet?”, vroeg ik.
“Koken voor de cliënten.”
“Waarom niet?”
“Dat staat niet in het zorgplan.”
“Maar ze vond het zelf goed. En ik had daarvoor de toiletten schoongemaakt en ook gestofzuigd en alles na het koken weer netjes opgeruimd. Echt.”
“Het staat niet in het zorgplan.”
“Ja, maar, ze vond het zo lekker en ze heeft misschien niet meer zo lang te leven.”
“Nee, het is echt niet de bedoeling.”
“Oh.”

“Ik mag niet meer voor je koken”, zei ik een week later tegen de dame met kanker.

Die middag maakte ik haar douchegordijn schoon.

Ik was 22.
Ik was maar een vakantiekracht.
Ik ging niet tegen mijn teamleider in.
Ook al vond ik het fucking onrechtvaardig.

10

LUNA IS ERGENS WAT VERGETEN

“Dus ik zit straks tussen 3 homo’s en 2 vrouwen?”, vroeg de verkering. “Ja, leuk toch?”, zei ik. “En je kent ze helemaal niet?”, vroeg hij. “Nee, maar ze zijn toch heel leuk op Twitter? En ze lezen m’n weblog al jaren en mensen die het psychisch en geestelijk trekken om m’n weblog al zo lang bij te houden zijn bij voorbaat goedgekeurd.” Dus de verkering en ik stonden gisteren voor een Amsterdamse deur om een bestelde PloesiePoesie aan huis te bezorgen. Wat een service! “Wil je wat drinken?”, vroeg de dame die de PloesiePoesie had besteld. En in je achterhoofd hoor je dan toch altijd eventjes je moeder; “Niet teveel drinken en opletten dat ze niks in je drankje stoppen!” Regels waar ik nog nooit wat mee heb gedaan overigens. Vergeten. Opletten dat ze niks in je drankje stoppen? Stopten ze maar wat in m’n drankje! Even schudden en gaan!!!!! En niet teveel drinken? Ik moet er alleen voor zorgen dat ik niet teveel door elkaar drink en dat is dan ook precies waar het mis ging gisteren, of eigenlijk heel goed ging. Want na een flesje wit, flesje prosecco en daarna afwisselend glazen witte en rode wijn was mijn gevoel voor schaamte volledig verdwenen. Er werd een karaoke-set uit de kast gehaald en tussen 2 vals krijsende nichten viel het met mijn eigen zangtalent ook reuze mee eigenlijk! Want als je met zo’n microfoon in je handen staat, dan vergeet je gewoon even alles om je heen! Dan ben je een ster! Ik begreep al die losers die auditie doen bij al die tv-talentenjachten ook ineens. En ik kon trouwens best nog wel meedoen bij X-factor in de 26+-categorie! Ik moet ervoor gaan! Gaan! En na 13 flessen wijn werden er dvd’tjes opgezet met live concerten van Madonna en die gingen we allemaal, behalve de verkering dan, meezingen en toen was ik verkocht! Ik wil ook een paar homo’s thuis. Gewoon voor mezelf. Op de bank. En dan alleen maar prosecco drinken en karaoke doen met liedjes van Madonna en elkaar make-uppen en discodansen en shoppen en nagels lakken en Oprah kijken en… “Liefie…”, begon ik toen de verkering me in de auto naar huis had getakeld, “liefie… je bent een liefie… en je bent ook een hele liefie… geweest vandaag… je… en je hebt goed achter… me aan gelopen… met shoppen… en lief ook dat je mee bent gegaan… naar het kattenmuseum… je hebt goed geluisterd… naar me… liefie…” “Ga je straks dan even naar mij luisteren?”, vroeg hij broodnuchter. “Tuurlijk”, wauwelde ik terwijl ik langzaam wegdommelde. “Want het wordt straks wel een potje pijpen als we thuis zijn”, zei hij. “Tuurlijk liefie”, zuchtte ik, “dat heb je verdiend.” Maar ik geloof dat ik vannacht wat ben vergeten.

13

LUNA HEEFT OOK WEL EEN SECRET STORY OF 10

Vanaf 13 februari is het pulp-realityprogramma Secret Story dagelijks te zien op Net 5. Een soort van Big Brother, maar dan anders. In de Villa der Verrassingen heeft namelijk iedere bewoner een geheim en de andere bewoners moeten dat geheim raden. Het beloofde prachtige televisie te worden en ik zat er elke dag weer klaar voor! De woorden ‘reality’ en ‘secret’ werden al weken als een dikke worst voor me gehouden en ik trappelde en kirde van ongeduld tijdens de kickoff van het programma. Dat zou smullen worden! Roseetje erbij. Chipje erbij.

Maar toen. Toen kreeg ik, als kijker, alvast te horen wat de geheimen van de bewoners waren. Zo is daar bijvoorbeeld het geheim; Ik slaapwandel. Okay, niet wereldschokkend, maar kan geinige tv opleveren. Maar dan. Ik ben opgegroeid in een internaat? Ik heb een borstverkleining gehad? Ik ben piercer van beroep? Ik ben bingokoningin? Ik heb in een Bollywood-film gespeeld? Come on! Is dat alles? En na een paar dagen kijken moet ik concluderen; dat is alles. Er wonen tijdelijk 15 mooie mensen in de Villa der Verrassing en ze hebben allemaal keurige geheimpjes. Niks wereldschokkends. Geen veroordeelde pedofielen, geen misdadigers, moordenaars, afpersers, ontvoerders, loverboys, niemand met een levensbedreigende en besmettelijke ziekte, niemand die dreigt zelfmoord te plegen als-ie de finale niet haalt. Niks van dat. Nee, wij worden getrakteerd op iemand die ‘een romance had met Olympisch Goud’. Hallo! Ik heb, toen ik nog het lichaam had van een Godin, in bed gelegen met profvoetballers en volleyballers uit het Nederlands team, niet gelijktijdig overigens, maar ik was dusdanig niet van hun bedprestaties onder de indruk dat ik namen en rugnummers zo snel mogelijk wilde vergeten! En dan nog; is dat een geheim? Iets is pas een geheim als je niet wilt dat iemand erachter komt. En iets is zeker geen geheim als je bereid bent het voor een paar honderd euro te delen met pulp-kijkend-Nederland!

Gisteren moest de eerste bewoner de Villa der Verrassingen alweer verlaten. En daar stond-ie hoor: de megaloser van Secret Story, al na 1 week naar huis. “Nou Jurien, onthul je geheim maar”, zei Renate Verbaan na minuten en minuten en minuten en minuten en minuten rekken. “Ik heb wel eens anabolen gebruikt”, sprak Jurien. “Wat?”, riep ik tegen de televisie. Wel eens anabolen gebruikt? Wel eens anabolen gebruikt? Wel eens… Hallo! Ik ben in m’n eentje verantwoordelijk geweest voor een kwart van de omzet van alle xtc-, coke-, MDMA- en hashdealers in Amsterdam-Centrum en jij hebt wel eens een keertje een anabooltje geslikt? Ah, gossie, jongen toch… Ik zou nooit meer over straat durven als ik jou was! Als ik je ouders was zou ik je onterven! Het komt nooit meer goed met jou! Je moet in therapie, ik weet nog wel iemand voor je! Of beter; kom maar een avondje bij Luna op de bank. Dan zorg ik ervoor dat je de rest van je leven een geheim met je meedraagt dat je met niemand durft te delen. Zelfs niet voor een paar honderd euro.

Vanavond kijk ik weer. Secret Story, Net 5, 19.30. Niet doorvertellen.

14

JA, DAN GAAN WE NAAR DE DIERENTUIN

“Waarom hangt er een SP-poster op die bus?”, vroeg de verkering.
“Dat mag toch?”, zei ik.
“Nee.”
“Hier, kijk, het is een soort van kunst- en cultuurbus”, zei ik, doelend op de bestickering die we zagen toen we de bus passeerden.
“Hier ook al 2 SP-auto’s.”
“Dus?”
“En er lopen allemaal mensen in rode jassen.”
Ik keek om ons heen en ik zag inderdaad een overdosis aan mensen in rode jassen met gestileerde tomaten erop. Ook veel rode petjes.
“Nee! Het is gewoon SP-ledendag in de Burgers Zoo!”, zei de verkering terwijl hij z’n iPhone checkte.
“Ja, dus?”

Dus gingen de verkering en ik een gezellig dagje naar de Burgers Zoo in Arnhem, waar toevallig ook een SP-ledendag was. Nu zitten de verkering en ik politiek gezien niet helemaal op 1 level. Hij is nogal rechts georiënteerd en ik lichtelijk links, maar zolang we niet over politiek praten kunnen wij prima samen onder 1 dak leven. En zolang we niet ineens tussen een SP-ledendag terecht komen kunnen we ook prima samen een dagje leuke dingen doen.

Want ondanks het feit dat we van een SP-er 2 speciale entreekaartjes mochten overnemen voor de helft van de prijs, moest ik de hele dag J.’s rechtse gezeik over ‘linksdraaiende types’ aanhoren.

“Je ziet gewoon aan ze dat ze SP stemmen.”
“Dat komt omdat ze allemaal een button op hebben.”
“Wij betalen dit allemaal hè, dit dagje uit voor die SP-ers.”
“We betalen ook de beveiliging van Wilders.”
“Je gaat toch niet met een jas met een tomaat erop lopen?”
“Waarom niet?”
“Dat is echt zo’n type dat z’n hele middelbare school aan flarden schiet.”
“Hé, een pelikaan.”

Mijn moeder is al jaren een katholieke CDA-stemmer.
Mijn vader een protestante PvdA-er.
En vroeger, toen kon dat al helemaal niet!
Ze zijn al meer dan 35 jaar gelukkig getrouwd.
Ze lopen nog steeds hand-in-hand.

En ook de verkering en ik liepen gisteren hand-in-hand langs de haaien, de apen, de olifanten, de pinguïns en een secretarisvogel.
Ondertussen gedoogde ik al zijn rechtse gezeik.

12