LUNA EN DE STROHALM
“Is mamma niet mee?”, vraagt P.’s vader.
“Nee, mamma en B. liggen allebei met griep in bed”, zegt P. “Luna en ik praten straks met de oncoloog. En dan komen we daarna terug bij jou om alles te vertellen.”
P.’s vader wilde zelf niet bij het gesprek aanwezig zijn.
“Ik heb de hele nacht geen oog dichtgedaan”, zegt pa.
“Wij ook niet pa.”
“Is er nog iets dat we voor je kunnen vragen aan de oncoloog? Iets dat we moeten zeggen?”
“Als er nog een klein kansje is, dan wil ik die pakken.”
“Eigenlijk kan ik u nog niks meer vertellen”, begint de oncoloog, “want de resultaten van de laatste tests heb ik nog niet binnen.”
“Wij willen graag weten wat er nu precies allemaal gebeurt en waarom.”
“Er zijn op de scans vergrotingen en spikkeltjes te zien.”
Hier voor ons zit een opper-oncoloog. Een man die waarschijnlijk al meer dan 30 jaar gespecialiseerd is in kanker. En durft nu ook deze man het woord ‘kanker’ niet in de mond te nemen? Vergrotingen en spikkeltjes? Ik zit hier niet op de kunstacademie. Ik zit hier in een achterafkamertje met een kankerspecialist.
Ik kijk P. aan. Een blik van verstandhouding. Wij hebben besloten dat als niemand anders het zegt, dat we het zelf dan maar luid en duidelijk gaan benoemen.
“Dus”, begint P., “mijn vader heeft kanker.”
“Dat klopt.”
“En het is agressief.”
“Dat klopt.”
“En het is kwaadaardig.”
“Dat klopt.”
“En hij is te zwak om een chemo te ondergaan.”
“Dat ligt eraan.”
“Waaraan?”
En dan eindelijk legt er iemand ons enigszins uit wat er momenteel allemaal gebeurt. En waarom dat allemaal gebeurt. Niet dat het nu ineens allemaal goed gaat komen, maar de oncoloog denkt aan lymfeklierkanker en als het lymfeklierkanker is, dan is er een kans op beterschap en zelfs genezing. Maar dan moet de vader van P. eerst flink aansterken, want die ademhalingsproblemen op de Intense Care van maandag hebben behoorlijk wat van zijn hart gevraagd. Pas als hij weer is aangesterkt, dan kunnen ze een stukje lymfeklier weghalen tijdens een operatie waarvoor hij onder narcose moet. En als ze dat stukje onderzocht hebben kunnen ze zeggen of het een héél kwaadaardig gezwel is, of een beetje kwaadaardig. En als het een beetje kwaadaardig is, dan valt het te behandelen. En die behandeling zou de pa van P. dan fysiek gezien aankunnen. Ik hoor best wel vaak het woordje ‘als’.
“Dus er is nog een kans?”
“Er is nog een kans op herstel.”
Meer dan 6 jaar geleden zei mijn vriendin R., die 2 weken later stierf aan terminale kanker, tegen me: “Je moet altijd een beetje hoop houden, want zonder hoop ben je nergens.”
Met hoop verzet je bergen, én je schoonvader wil kleine kansjes pakken.. ik hoop heel veel met je mee! x
Elke strohalm is er een,laten we hopen op een gunstige uitslag,sterkte!!
Hoop doet leven…
Dat is fijn om te horen. Ik stuur heel veel positieve gedachten jullie kant op. Take care en denk ook aan jezelf.
Veel sterkte en ik hoop voor jullie dat het allemaal weer goed komt!
Oh wat duim ik voor jullie!!! Heel,heel veel sterke en kracht toegewenst
Ik hoop dat je schoonvader de kracht kan vinden om dat kleine kansje te willen blijven pakken..
Sterkte!!
Precies! Sterkte..
Lieve Luna,
Jouw vriendin R heeft zo gelijk gehad in haar uitspraak. Als geen ander weet ik dat het waar is. Hoop doet leven. Zo redden wij het al 4 jaar!!!!!
Sterkte voor jullie