web analytics

Maandelijks archief mei 2009

LANG ZAL-IE LEVEN

De pa van P. werd 76.

Niemand zei het, maar iedereen dacht het.
Ook hij. Vooral hij.
Dit zou wel eens z’n laatste verjaardag kunnen zijn.

Zo’n verzorgingshuis is ook niet echt een omgeving om ‘even lekker aan te sterken’.
Want dat is de bedoeling van zijn verblijf aldaar. Volgens de huisarts.
De realiteit is dat het verzorgend personeel hem ’s ochtends wakker maakt. Ze brengen z’n medicijnen. Ze komen kijken als hij op de noodpieper om z’n nek heeft gedrukt omdat hij voor de zoveelste keer is gevallen. En ze brengen hem 3 keer per dagen eten.
En dat is dan ongeveer dat.

"Ik zit hier te verpieteren", had z’n pa een paar weken terug nog gezegd.
Nu lijkt hij z’n lot te aanvaarden en soms niet eens meer te weten welke dag het is.
Hij zegt sowieso weinig.
En wacht gelaten op wat de volgende dag hem brengt.

Meestal is dat weinig.

Maar vorige week was het dus z’n verjaardag.
En ook hem deed het vast wel verdriet dat z’n vrouw als cadeau een te krappe trui had gekocht, omdat ze waarschijnlijk dacht dat hij 3 maten was afgevallen de laatste maanden.
Ik moest er wel even van slikken in ieder geval, toen ik probeerde om die trui over z’n lijf te hijsen.
En een joggingbroek krijgen voor je verjaardag, omdat je die zo gemakkelijk aan en uit kan trekken, dat is vast ook niet zijn idee van een feestje. Maar het was uiteindelijk wel het meest praktische en bruikbare cadeau.

Want wat geef je een man die de hele dag in een verzorgingshuis zit en dus eigenlijk niets anders meer nodig heeft dan medicijnen, wat te eten en te drinken? Wat geef je een man die waarschijnlijk nog maar kort te leven heeft? Wat geef je een man die de moed zelf een beetje heeft opgegeven?

Wat zeg je? ‘Gefeliciteerd’ natuurlijk, maar het ‘nog vele jaren’ kan weggelaten worden. En het met de hele familie uit volle borst zingen van ‘Lang zal-ie leven’ voelde ook een beetje wrang.

Dus wat doe je op zo’n dag? Je trekt je mooiste jurk aan. Je bluft je overal doorheen. Je lacht. Je eet een gebakje. Je staart wat uit het raam. En je probeert aan andere dingen te denken. En dan lach je nog maar een keer.

Je probeert je hoofd boven water te houden.
Net als alle andere dagen de afgelopen 4 maanden.
Want dat doet hij.
Dat doen wij.
Dat doe ik.

En de volgende dag bracht ons allemaal gewoon weer een nieuwe dag.

8

LUNA EN DE GEHEIMZINNIGE BLOEMEN

Het is 20.00 en de bel gaat. "Ik doe niet open hoor, ik doe het niet, ik doe het niet", zeg ik tegen P., maar aan de blik in z’n ogen zie ik dat het nu echt mijn beurt is om open te doen. Hij neemt immers al dagen de telefoon op als ik roep; ‘Ik neem niet op hoor, ik neem niet op, ik doe het niet!’ Dus ik strompel in m’n pyjama al zuchtend en puffend van de bank richting de voordeur. Daar tref ik een ietwat corpulente man met een grote bos bloemen. "Hoi", zeg ik. "Is dit 104 A?", vraagt de man. "Ja", zeg ik. "Van den Heuvel?", vraagt de man. "Ja, dat ben ik", zeg ik. En meteen krijg ik de bos bloemen in m’n handen gedrukt en de man loopt weg. "Van wie dan?", roep ik verbaasd. Maar de man haalt z’n schouders op en roept terug: "Dat weet ik ook niet." En ja, daar sta je dan. In de deuropening. Met een bos bloemen zonder afzender. En even later zit ik sprakeloos op de bank elke bloemstengel minutieus af te speuren naar een kaartje of iets dergelijks. "Van wie zijn ze dan?", vraagt P., net zo verbaasd als ik. "Ik weet het niet", zeg ik. In m’n gedachten ga ik iedereen uit m’n iPhone-lijst, m’n familie, vrienden, Twitter-vrienden, Flickr-vrienden en andere bekenden af, maar ik blijf nergens hangen. Wat dus niet wil zeggen dat geen bloemen verdien, want hell yeah, ik verdien de laatste tijd elke dag wel een bos bloemen en dat minstens voor een jaar. "Nee, liefje, ik weet het echt niet", zeg ik. "Maar je moet toch wel een idee hebben?", vraagt hij. "Nee, echt niet", zeg ik. Maar partner P. kijkt me aan alsof ik al maanden een affaire heb met die lekkere geile neger uit de Jillz-reclame. Of met zo’n lekker jong voetballertje met de viriliteit van 20 stel konijnen. Of met die ene neger uit Grey’s Anatomy. Of Denzel Washington. Of met Humberto Tan, die is ook best wel lekker als je ‘m met bepaalde ogen bekijkt, ja. Of met de eerste de beste Antiliaan die ik op straat tegen kwam. Of met die jongen van de soepwinkel, ja, die is ook best lekker, ja. "Nee, liefje", zeg ik, "ik weet het echt niet." En ik weet het nog steeds écht niet.

29