Adem in. Verhuisstress is begonnen. Dingen regelen. Dingen kopen. Bellen en doen. UPC bellen. “Door een enorme drukte kunnen wij u niet op tijd helpen. De verbinding wordt automatisch verbroken.” Kutwijf. KPN bellen. “Woont u op a, b, c, of d?”, vraagt een mannetje. “Eh, we wonen op de begane grond, gewoon huis en souterrain, weet ik veel!”, zeg ik. “U moet eerst weten of u op a, b, c of d woont, anders kan ik u niet helpen”, zegt het mannetje. Klootzak. Papiertjes zoeken. Niet te vinden. Staat nergens. Gedoe. Stacker erin. Boodschappen doen. Postpakket ophalen. Gedoe. Telefoon. Luisteren. Terugpraten. Nog een keer telefoon. Mail. Mail. Mail. Nog meer Mail. Nog meer telefoon. Terugpraten. Terugbellen. NUON bellen. Afspraak maken. Kan niet. Moet. Eikels! Ik wil verhuizen. Zielig doen tegen NUON-mannetje. Helpt. Naar IKEA. Kan niet. Werken. Nog meer werken. Agenda. Plannen. Bellen. Metro. Buurman ophalen. Pinnen. Pinpas niet uit automaat terug te pakken. Kutnagels. Kut. Kut. Kut. Kut. Pinpas ingeslikt door automaat. Kut. Kut. Kut. Planning naar de klote. Niet relaxt. Morgen eerst langs bank om pinpas terug te krijgen. Kutnagels. Kutnagels. Nooit meer. Uit eten met buurman. Mexicaans. Wijn. Nog een wijntje. Betalen. Nog meer boodschappen. Metro. Thuis. Computer aan. Internet eruit. Kut. Kut. Moet werken. Dingen doen. Stacker erin. Nieuwe headers plaatsen. Nog een wijntje. Knopje uit. Knopje aan. Nog geen internet. Dan niet. Televisie aan. Geen rust. Televisie uit. Internet checken. Nog niet. Kut. Stukje schrijven. Nog een stukje schrijven. Werken. Internet checken. Nog niet. Televisie kijken. Nog een stukje schrijven. Internet checken. Doet het. Mail checken. Stukje schrijven. Wijntje erbij. Stukje plaatsen. Adem uit.