web analytics

DE CATERING!!!!

Aanstaande zaterdag zal de catering verzorgd worden door David en Jelle van www.foodlogger.nl. Ik mocht al eens een keer eerder genieten van de kookkunsten van Jelle en toen was het heerlijk! Mijn eet-verwachtingen voor zaterdag zijn dus zeer hoog!

1

LUNA IN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING

Zo’n 6 jaar geleden deelden buurman M. en ik een etage. In die tijd omarmden wij het slechte leven, wat neerkwam op een gezonde dosis seks, drugs en alcohol. Wat die seks betreft ging buurman M. voor de verschillende nationaliteiten; Israëlieten, Marokkanen, Amerikanen, Mexicanen, enzovoort. Ik ging voor de beroepen; profvoetballers, beurshandelaren, marketing-managers, barkeepers, enzovoort. Ik viel nooit op mannen met een kleurtje. Ik vond ze altijd wel mooi, maar nooit interessant genoeg. Tot ik mezelf totaal naar de klote ’s nachts terugvond in discotheek Time aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Interessant lullend over Nederlandse poëzie, literatuur en muziek tegen een man met een enigszins allochtoon uiterlijk. Zo, die Marokkaan is goed bij, dacht ik toen. Lekker ding en ook nog eens verstand van zaken. Die neem ik mee naar huis! De man met allochtoon uiterlijk heette P. en wilde best met mij mee naar huis om daar verder te praten over poëzie, literatuur en muziek. Dus wij op de fiets naar mijn mini-appartement. Toen de spanning bij mij thuis ondraaglijk werd durfde ik het eindelijk te vragen: “Maar eh, waar kom je nou eigenlijk vandaan?” Ik bekeek mijn persoonlijke trofee nog eens goed. Hij zat er lekker bij, zo op mijn bankje in de Bentinckstraat. En ik vond mezelf ontzettend multicultureel bezig. Ik keek al uit naar de volgende dag. Zo gauw ik P. de deur had uitgewipt zou ik richting buurman M. rennen en hem in geuren en kleuren vertellen over mijn duizend-en-1-nacht-avontuur met deze kerel. Dat ik eindelijk ook eens een andere nationaliteit had geneukt. “Eh, hoe bedoel je?”, vroeg mijn trofee. “Nou, ben je Marokkaans, of Turks? Of misschien Egyptisch? Of iets halfs?”, vroeg ik hoopvol. “Ik ben gewoon Nederlander hoor”, antwoordde hij. Een lichte teleurstelling maakte zich van mij meester. Alwéér een Nederlander. Kut zeg. De volgende ochtend gaf hij me z’n visitekaartje. ‘Copywriter’, stond erop. Gelukkig, die had ik nog niet. Dat was dan een schrale troost. Sindsdien is er nog steeds geen andere nationaliteit bijgekomen. Geen ander beroep ook trouwens.

20

DE KREADOE, REVISITED

Mijn moeder en ik gaan er waarschijnlijk een traditie van maken. Van het bezoeken van de KreaDoe in de jaarbeurs in Utrecht; hét event voor ‘creatief Nederland’. Op deze dag zien mijn moeder en ik namelijk 2 van onze favoriete bezigheden samenkomen; het aanschaffen van allerlei handige knip-en-plak-spulletjes én het afzeiken van andere vrouwen. “Heb je die al gezien?”, vroeg m’n moeder vorig week regelmatig. Dan keek ik en dan knikte ik. Dat ze dáármee durft te lopen! Met zo’n kont! Ongelooflijk! En dan hadden mijn moeder en ik de grootste lol. Mijn moeder en ik voelen ons namelijk mijlenver verheven boven de rest van de bezoekers van de KreaDoe, hoewel we heus wel weten dat we er precies tussen passen. De hele KreaDoe stikt namelijk van de moeders-met-dochters die gearmd over de beurs lopen. Keuvelend over de kerstkaarten van dit jaar, de kerstkaarten van vorig jaar, volgend jaar én over die van anderen. Maar mijn moeder heeft haar kerstkaarten al af en ik heb besloten geen kerstkaarten te sturen, dus dat gekeuvel konden we eigenlijk gewoon overslaan. Gelukkig vonden we al snel een nieuw gespreksonderwerp. Sjaaltjes! Trendy shawls, volgens een naaimachine-vrouwtje. Dat leek mijn moeder en mij wel wat. Het naaimachine-vrouwtje legde een paar handen vol wol, stof, draad, bandjes en garen tussen een soort vlieseline en stikte daar dan met haar naaimachine overheen. Daarna gooide ze het vlieseline in het water, zodat dat vlieseline oploste, en wat overbleef was dus een ‘trendy shawl’. Mijn moeder en ik zijn gek op sjaaltjes en op ‘trendy shawls’ in het bijzonder, dus wij kochten een paar meter van dat vlieseline-spul en een paar bollen wol. Die avond maakten m’n moeder en ik aan de lopende naaimachine sjaaltjes. Wij konden ons geluk niet op. “Maar als ik straks al die stomme wijven er ook mee zie lopen in de stad, dan draag ik ze niet meer”, zei m’n moeder. Ik ben zo heerlijk overduidelijk een dochter van haar.

3

LUNA IN DE JIMMY WOO

Naar het schijnt is club Jimmy Woo helemaal hot en happening in Amsterdam. Een hotspot. Dé place-to-be. Als je een beetje hip uit wil gaan, dan moet je hier zijn, zegt men. Ik was er nog nooit geweest, en ik was best nieuwsgierig. Dus toen partner P. had geregeld dat we gisteren samen met 3 vrienden op de gastenlijst stonden, voelde ik me helemaal hip en hot. En, eerlijk is eerlijk, club Jimmy Woo is qua inrichting uniek. Het doet porno-Aziatisch aan, met overal zwart. Heel veel glimmend, chique zwart. Een prachtig decor dat wordt bewandeld door de meest mooie mensen van Amsterdam. Graatmagere meisjes van nog geen 20 in glimmend zwarte haltertopjes met glittertjes en pareltjes, interessant lullend tegen jongens van rond de 30 in streepjesoverhemden, die al net zo interessant teruglullen. Het waren mooie mensen gisteren, en dat waren het. Narcistische typetjes. Niet mijn typetjes. Ik voelde mij van top tot teen bekeken door de meest lekkere wijven. Maar er kon geen lachje vanaf. In plaats daarvan werd er misprijzend gekeken. Dat ik dát had aangetrokken, naar déze club, dat kon dus blijkbaar écht niet. “Jesus, wat een arrogante wijven”, zeiden vriendin H. en ik tegen elkaar. We besloten een verdieping lager te gaan dansen. En, eerlijk is eerlijk, ook die ruimte was prachtig. Het plafond bestaat uit 11.700 lampjes die in groepen aan en uit gaan! Het plafond was een ervaring op zichzelf. Maar het plafond kon de avond niet redden. Ik werd nog steeds omringd door types met een karma en een aura dat gewoon niet aansloot bij de mijne. “P., ik wil naar huis”, riep ik in zijn oor. “Ik vind het hier een ballentent.” Gelukkig wilde P. ook graag naar huis. En vriendinnen H. en S. en vriend J. vonden het ook geen probleem om mee te gaan. Eenmaal thuis hebben we met z’n vijven tot diep in de ochtend Triviant gespeeld.
www.jimmywoo.com

p.s. Luna wordt oud.

1

LUNA EN DE AFRIKAANSE PYJAMA

Omdat ik freelance kan ik in principe de hele dag in m’n blootje voor de pc gaan zitten en niemand die het ziet. Maar ik zit liever de hele dag in een pyjama. Mijn partner P. kan me uittekenen in flanellen, gestreepte mannen-pyjama’s. Daar had ik er 4 van. Had, want ik heb ze onlangs allemaal weggegooid. Als een soort van statement. Partner P. vond die pyjama’s namelijk niet zo flatteus. En dat is weer een understatement. Hij vond ze: “stom”, “niet-geil”, “a-seksueel”, “niet-vrouwelijk” en “helemaal niet spannend.” Toen ik ze weggooide sprak ik de woorden: “Lieve P., vanaf nu zal ik nooit meer in flanellen mannen-pyjama’s lopen, beloofd.” Nu vind ik natuurlijk dat P. me eigenlijk moet nemen zoals ik ben. In lullige pyjama of niet. Maar ergens begreep ik hem wel. Mijn pyjama’s waren namelijk niet alleen onflatteus, ze zaten ook nog eens onder de vlekken, want niets zo lekker als fröbelen, een muurtje verven of koken in pyjama. Vind ik. Maar ik moet P. natuurlijk tevreden houden. Dus ik nadat ik alle pyjama’s met de vuilnis had meegegeven was ik de H&M binnengelopen om met een stuk of 10 niemendalletjes weer naar buiten te komen. Hij blij, ik minder. Want zo’n niemendalletje, ik weet het niet. Het is wel lekker om in te slapen of om in de zomer een beetje sexy mee door het huis te paraderen, maar écht lekker is anders. Nu lag er deze week een flinke envelop in de brievenbus. Met, hoe kan het ook anders, een pyjama! Van vriendin I., die een paar jaar in Kameroen woont en mij ook kan uittekenen in pyjama. Zij wist wat ik nodig had! Een echte Afrikaanse streepjespyjama! En ja, die kan ik natuurlijk niet in de kast laten liggen. Die moet gedragen worden! Ik ben weer helemaal mezelf. En ik heb vriendin I. meteen gemaild of ze er nog een paar kan doorsturen.

1

LUNA EN DE BLOEMENFIETS

Je kan niet zonder fiets in Amsterdam. Maar eigenlijk ook niet met. Ik ben de tel kwijtgeraakt hoeveel fietsen ik heb gehad en hoeveel er dus gejat zijn. Het getal gaat richting de 30. Maar eerlijk is eerlijk, het waren nooit dure fietsen. Wél dure sloten, maar de fietsen kocht ik bij een junk. Toen nog 15 piek. Momenteel 15 euro. Toen P. en ik een huis kochten vond ik dat ik me ook als een echte volwassen vrouw moest gedragen en dus een legale fiets moest aanschaffen. Die legale fiets, die werd een week na aanschaf op 5 maart 2003 gejat. En daar was ik zo pissig over dat ik dezelfde dag meteen een nieuwe kocht. Een gele. En aan die gele fiets heb ik nu zoveel gekleurde plastic bloemen gehangen dat geen enkele junk het waagt om ‘m te jatten. Veel te opzichtig. Dus onverkoopbaar. Maar ik geniet van mijn bloemenfiets. Want het verkeer in Amsterdam gaat snel. Heel snel. Niemand let op iemand. Iedereen steekt over wanneer het hem of haar uitkomt, niet wanneer een verkeerslicht het zegt. En mijn bloemenfiets is zo vrolijk dat iedereen vanzelf stopt. Of in ieder geval wacht met oversteken. En het allerleukste; mensen lachen spontaan naar mij en mijn fiets, en ik lach terug. Vooral toeristen vinden mijn fiets geweldig. Regelmatig komt het voor dat ik mijn fiets van het slot wil halen en dat er dan toeristen met hun camera bij staan. Of ik fiets langs en ik zie toeristen wijzen: “Oh, look at that bike! It’s amazing!” Mijn bloemenfiets zorgt voor een goede sfeer in het verkeer. En daar rijd ik graag een blokje voor om.

illustratie gemaakt door Nick

23

LUNA KWAM VANZELF UIT DE CRISIS

Op zoek naar inspiratie zat ik wat te bladeren in wat mapjes op mijn desktop. Documenten met titels als ‘ikhebheteenbeetjemoeilijkmetmezelf.doc’, ‘quarterlifecrisis.doc’ en ‘alleskandetiefkrijgen.doc’ zijn meer schering dan inslag in mijn mapje van het jaar 2003. En ook begin 2004 staat vol met dit soort documentnamen. Het zijn brieven aan mezelf, stukken dagboek, of niet-affe teksten voor deze site. Ik schrok een beetje toen ik het teruglas. Wat een depressieve toestand! Wat een drama! Zo erg was het toch niet? Een gedeelte uit de teksten: ‘Een quarterlifecrisis. Ik heb het. Ik weet het zeker. Al maanden voel ik me onbestemd. Een soort is-dit-alles-gevoel heeft zich van mij meester gemaakt. Of misschien meer een soort hoe-moet-het-nu-verder-gevoel. Als je alles hebt; eten, drinken, huis, baan, relatie, vrienden, dan ga je je afvragen wie je bent, wat je wil in het leven en wat eigenlijk überhaupt de zin is van je bestaan. Geen kattenpis, dat soort vragen, en ze spoken al maanden door m’n hoofd. Om me heen krijgen vrienden en bekenden kinderen. Wil ik kinderen? Nu niet. Nooit niet? Moet ik niet eens gaan zorgen dat ik een pensioen opbouw? Zal ik weer gaan werken in de zorg? De thuiszorg? Verstandelijk gehandicapten? Demente bejaarden? Via het uitzendbureau of een parttime contract? Zal ik m’n studie psychologie niet eens gaan afmaken? Zal ik met een andere studie beginnen? Wil ik wel altijd in Amsterdam blijven wonen? Moet ik niet eens gaan sporten? Moet ik niet eens gezond gaan leven?’ Wat een zware kost. Soms dacht ik werkelijk dat ik professionele hulp nodig had. Maar wat blijkt. Ik ben er helemaal uit. Uit de crisis. Zonder dat ik er eigenlijk bij na heb gedacht. Of moeite voor heb gedaan. Soms moet je een crisis dus gewoon geen aandacht geven.

2

LUNA HAMSTERT

Mijn naam is Luna en ik hamster. Het wordt tijd dat ik er gewoon voor uitkom. Mijn koelkast, mijn diepvries, mijn voorraadlades en mijn voorraadkast puilen uit. Ik kan een voetbalteam een maand lang van eten voorzien en daarbij ook nog eens voldoende drank schenken om ze iedere avond tollend naar huis te sturen. Hamsteren. Het is een ziekte. In het verlengde van deze ziekte ligt mijn voorliefde voor ‘de folders’. Familietik. “Zijn de folders er al?”, vragen mijn ouders regelmatig aan elkaar. Niks geen nee/nee-sticker bij ons op de brievenbus; wij vochten om wie als eerste de folders mocht lezen. Mijn favoriete folders zijn die van de Xenos, het Kruidvat, de Blokker, de Hema, de Bijenkorf-3-doldwaze-dagen, die van de Circus-weken van de V&D en alle folders van iedere supermarkt. Folders met veel spulletjes. Veel artikelen in de aanbieding. Als ik het woord ‘aanbieding’ hoor of lees, dan begint mijn hart sneller te kloppen. Nu moet ik nog leren om mijn liefde voor aanbiedingen ietwat te kanaliseren. Niet zomaar denken; dit is in de aanbieding, dus ik moet het hebben. Eerst denken; heb ik dit echt nodig en pas als ik het echt nodig heb, dan pas aanschaffen. Want, ik schaf nog wel eens iets aan wat ik nooit zal gebruiken. Of eigenlijk niet eens lust. “Jesus, wat moet je met al die pakken Dubbeldrank?”, vroeg P. toen ik mijn fiets met fietstassen een paar maanden geleden naar binnen reed. “Niet zeiken, help me liever met tillen”, zei ik. Om hem vervolgens te vertellen dat ik echt goed bezig was geweest. Ook voor hem. “Maar ik wil gewoon appelsap, dat weet je toch”, zei hij. “Maar de Dubbeldrank was in de aanbieding”, zei ik, “2 voor de prijs van 1, ik kon het niet laten liggen.” Het kon hem niets schelen dat iets in de aanbieding was. Hij wou gewoon appelsap. Die mocht hij dus lekker zelf gaan halen.

0

LUNA KIJKT EMO-TV


illustratie gemaakt door Nick, behorende bij ‘LUNA KIJKT ‘BROK IN JE KEEL’

0