OVER WASMACHINES ENZO, PART I
De voordeurbel ging.
Voor me stond een jongen van een jaar of 18 met een piercing door z’n kin.
Ik stond in m’n ondergoed. Iets met streepjes. Het was heet.
"U had een koelkast besteld."
"Nee, een wasmachine."
"Een Samsung toch?"
"Ja, een wasmachine."
"Okay."
Even later liep de jongen met de kin-piercing samen met een andere jongen en de wasmachine over het kiezelsteentjespad. De andere jongen had een wenkbrauw-piercing.
"Oh, hij is in het daglicht nog veel mooier", kirde ik.
"En u krijgt hem er gratis bij", zei de kin-piercing terwijl hij naar de wenkbrauw-piercing wees.
"Oh, nou, dat is precies wat ik nodig had", zei ik.
"En u mag hem altijd bellen als er problemen zijn."
"Ik zal hem er even lekker diep instoppen", grapte de wenkbrauw-piercing toen hij de stekker in het stopcontact deed.
Lachen.
"Het is heet hè?", zei ik.
"Ja, en we lopen de hele dag al te slepen met apparaten van 130 kilo."
"Ach, 2 jonge jongens als jullie…"
"Maar u bent toch ook nog niet zo oud?"
Ik twijfelde.
"Ik ben net van m’n man af en als ik ergens zin in heb dan is het wel een triootje met 2 van die lekkere, gespierde, jonge jochies als jullie die het nog 20 keer achter elkaar kunnen. Ik ruk zo die spijkerbroeken die toch al half over jullie kont hangen van jullie reet af, kom maar even hier!"
"Op een oude fiets moet je het leren."
"Ik had je moeder kunnen zijn."
"Willen jullie weten waar ik een piercing heb?"
En toen pas realiseerde ik me dat ze me de hele tijd al met ‘u’ hadden aangesproken.
Ik zei: "Ik ben 33."
HEEL EVEN
Soms speel ik
heel even
dat ik
mezelf ben.
HOE GROOT IS DE KANS
Ik zat even wat te surfen en te googlen en te doen met het teken van m’n nieuwe tatoeage. Ik kwam op de site www.vragenvallei.nl terecht en gooide daar voor de grap een keertje met de digitale I-Tjing-steentjes. Hoe groot is dan de kans dat ik het teken gooi dat hoort bij die tatoeage? Die is 1 op 64, maar voor mij dus 100%. No shit.
WHAT IF LUNA GOT STUCK
‘It is not wrong to enjoy being comfortable. But notice if you allow a fear of being uncomfortable stand in the way of doing things that would take your life forward.’ Uit: If the Buddha got stuck’ van Charlotte Kasl
LUNA’S PANNENKOEKENHUISJE
Het oude huis in Amsterdam centrum is van P. en mij samen, maar dat ik daar niet zou kunnen blijven wonen, stond vanaf het begin vast. Ik kan in m’n eentje nog niet de helft van de hypotheek opbrengen, dus er moest een plekje voor mij worden gevonden. Een tijdelijke plek waar ik kon wonen en werken, zodat P. en ik daarna in alle rust de rest van alle financiële en administratieve shit kunnen regelen. En omdat het in Amsterdam dus gewoon gigantisch kut is om betaalbare permanente woonruimte te vinden moesten we op zoek naar een huis in de vrije sector. En omdat ik geen flinke bak met geld en geen vast en hoog inkomen heb, moest dat tijdelijke huisje door P. geregeld worden. Dus ik maakte een lijstje met appartementjes die me wel wat leken en stuurde dat naar P. die me een dag later terugbelde. "We kunnen straks gaan kijken bij dat ene huisje in Amsterdam Noord", zei hij. "En je gaat me niet wegstoppen in Amsterdam Noord! Godverdomme! Amsterdam Noord! Weet je wel hoe ver weg dat is?", gilde ik, "ik ga hartstikke dood in Amsterdam Noord, daar woont niemand, daar is niks te doen, helemaal niks, godverdomme." "Maar je had dit huisje zelf op je lijstje gezet", zei P. rustig. "Ja, dat weet ik ook wel, maar die stond bij de eventueel-misschien-als-het-echt-niet-anders-kan-optie en er moet vast nog wel iets anders mogelijk zijn", brieste ik. "Bij al die andere appartementen mocht je de poesjes niet meenemen", zei P., "dus die vielen allemaal af." "Oh", zei ik, "nou, dan kom ik wel even kijken." En vanaf het moment dat ik hier in de tuin liep wist ik dat het goed was. En precies de bedoeling. Ik heb een asociaal grote achtertuin met meerdere grote roze hortensia-struiken, een bloeiende seringenboom, gras, heel veel gras, madeliefjes, groen, groen, groen! Tel daarbij op een opbergschuur van 25 vierkante meter waar ik al m’n kunstmaterialen, stoffen en al m’n andere spullen tijdelijk kan opbergen, een voortuintje met een slootje met waterlelies ervoor, een eigen oprijdbruggetje met een eigen grindpad en tel daar vooral bij op een werkelijk snoeperig vrijstaand huisje met douche, keuken en grote woonkamer beneden en 3 kleine kamertjes boven. Een huisje dat ik binnen 1 minuut al omdoopte tot ‘m’n pannenkoekenhuisje’. Het enige probleem is; ik moet hier over 8 maanden weer weg. Maar ik voel me nu al thuis.
GEBOORTEKAARTJE WOLF
Eindelijk! Het geboortekaartje dat ik ontwierp voor Wolf, het prachtige net-uit-het-ei kindje van vriendin Y. en haar man F.! Samen met vriendin Y. knipte, stempelde en plakte ik 100 originele collages met glitter, glim, sterretjes en echte strikjes. Superzoet, maar ook superstoer!
UNU & LUNA
Unu in actie op mijn pols! De foto’s zijn gemaakt door Hendrik Jan van Beek, van www.picturepress.nl.
LUNA DENKT: FUCK IT, IK DOE HET GEWOON
Toen ik 2 weken geleden de tatoeageshop van de Hell’s Angels binnen liep wist ik het al; mijn volgende tatoeage zou ik daar laten zetten. En ik wist toen ook allang op welke plek ik die zou gaan laten zetten, want dat wist ik al een paar jaar. Op m’n pols. Op m’n rechterpols. Maar wat? Maar wat? Dat was steeds de vraag. En terwijl collega J. haar tatoeage 2 weken geleden liet bijwerken, sloeg ik een boek met tatoeagevoorbeelden open. En precies dat wat ik wilde, het plaatje, het teken, dat helemaal de bedoeling was, stond op pagina 1. No shit! Ik staarde naar die eerste pagina; een gekopieerd velletje uit een boek over de I-Tjing met Japanse tekens. Het was de pagina over het teken ‘bevrijding’. En uit precies hetzelfde boek had ik 12 jaar eerder de Japanse tekens voor m’n andere 2 tatoeages gehaald ‘maan’, ‘midden’ en ‘orkaan’. Uit fucking precies hetzelfde boek! Hoe groot is die kans? En hoe hard moet je dan lachen? Hoeveel hou je dan ineens van het leven en van jezelf? Heel veel dus, maar omdat ik even daarvoor nog een stuk of 6 witbiertjes op een terras had weggetikt leek het me zeer verstandig om even rustig uit te zoeken of dat levensgeluk een mij door het universum gegeven cadeautje was, of gewoon de alcoholroes waarin ik verkeerde. Just to be sure. Maar na jaren lang op m’n verstand te hebben vertrouwd, vertrouw ik de laatste weken 100% op m’n gevoel. Voelt goed? Doen! Voelt niet goed? Niet doen! En als ik heel eerlijk ben voelt momenteel alles goed. Dus toen ik gisterochtend wakker werd met nog steeds hetzelfde tatoeageplaatje voor m’n ogen pakte ik de bus richting Inkrowd Tattoos en daar eenmaal binnen riep ik: "Kom maar op mannen, ik ben er helemaal klaar voor." En gelukkig was ook Unu, de president van de Amsterdam Hell’s Angels, er helemaal klaar voor. En ondanks alle pijn, en mijn God, wat een ontzettend klote-kut-plekje om te tatoeëren, wat een pijn, wat een tanden-op-elkaar-pijn, heb ik tijdens de hele sessie zo ontzettend moeten lachen. Lachen om mezelf. Met mezelf. In mezelf. Om de hele situatie. Om alles. En vooral omdat ik ondanks alle pijn van de afgelopen tijd, zowel fysiek als mentaal, nog steeds in staat ben om keihard lief te hebben. En alleen diegenen die ooit zelf een tatoeage hebben laten zetten weten met wat voor een pik-omhoog-gevoel ik naar buiten liep. Hoe trots. Hoe blij. Hoe fucking stoer ik mezelf vond. En hoe m’n haar daarna ineens een stuk beter zat.
WAT DEED JIJ?
Mocht de dood van Michael Jackson net zo’n effect hebben als de dood van Kennedy, Prinses Diana of Pim Fortuyn ("Weet jij nog wat je aan het doen was toen je hoorde?"), dan weet ik in ieder geval nog precies wat ik aan het doen was.
HET KLINKT CORNY MAAR…
We gingen naar de bioscoop.
‘Het Bernini Mysterie.’
"Zullen we lekker corny samen een filmpje pakken?", had hij gevraagd.
"Ach, ja, joh, waarom niet, ik zit in m’n ja-modus de laatste weken, dus een bioscoopje kan er ook nog wel bij", had ik gezegd.
Naast iemand in een bioscoop zitten waar ik m’n handen niet vanaf kan houden werkt niet echt bevorderend voor het begrijpen van de verhaallijn van de film. Al had ik het boek waarop de film gebaseerd was onlangs nog gelezen. En écht moeilijk was de film nou ook weer niet.
"Maar is die ene nou echt dood?", vroeg ik.
"Heb jij het ook zo warm?", vroeg hij.
"Wat staat dat geluid hard hè?
"Ja, best wel."
"Ik snap het allemaal niet zo, maar het ziet er wel heel spectaculair uit."
"Ja, maar het boek was beter."
"Ja, maar dat was bij het vorige boek ook zo."
"Het is hier echt benauwd hoor."
"Ja, maar misschien ligt dat aan ons?"
"Zou het?"
"Ja, Jezus, ik ben echt zo geil nu."
"Ik ook."
"En nu?”
"Dus."
Terwijl we eigenlijk allebei bij de reclames aan het begin van de film al dachten; laten we gewoon weer naar huis gaan.
Of nee; terwijl we allebei bij het betreden van het Pathé Theater aan de Munt al dachten; misschien kunnen we beter teruglopen naar huis nu.
Nee; we wisten eigenlijk al toen we richting bioscoop liepen; dit moeten we misschien niet doen.
Nee, nee; misschien was het gewoon veel beter geweest als we 3 dagen binnen waren gebleven.