web analytics

LUNA HEEFT NESTELDRANG

Vandaag zijn Skinner en ik verhuisd naar P.’s huis. Omdat ik tussen kerst en 1 januari toch iedere dag bij P. zou slapen, vond ik het een beetje zielig om Skinner alleen thuis te laten zitten. Voor de kerst heeft Skinner een gloednieuwe kattenbak gekregen en die staat nu in de keuken van P., naast z’n gloednieuwe etensbakje. Skinner heeft het prima naar z’n zin en ligt bij P. op de bank. Ik heb het ook prima naar m’n zin en ben me als een perfecte huisvrouw aan het gedragen door te koken, te wassen en schoon te maken. Ik ben in m’n element en ik ben gelukkig. Daarom hebben we net na grondig overleg besloten dat ik hier blijf. P.:”Ga je niet meer weg?” Luna: “Nee, ik blijf hier, mijn kachel is stuk thuis.” P.: “Oh, nou ja, goed. Dus we wonen samen nu?” Luna: “Ja, toch?” P.: “Oke.” Zo kunnen we alvast wennen aan het samenwonen, het scheelt huur en het is gezellig. Het huis dat we hebben gekocht kunnen we pas 1 november 2002 betrekken en om in die maanden nou én hypotheek én zowel zijn huur als mijn huur te betalen is een beetje te veel van het goede. Ik ga zo de badkamer schoonmaken en zijn kledingkasten organiseren, zodat mijn spulletjes er ook bij kunnen. Ik heb vandaag ook druk kerstinkopen gedaan, want zowel zijn ouders, als mijn ouders én zijn zus met man en kinderen komen op Eerste Kerstdag bij ons gourmetten. Iedereen krijgt cadeautjes en die ga ik zometeen inpakken in glimmende papiertjes. Ook moet het huis nog in kerstsfeer komen. Ik trek zo een fles wijn open en P. heeft net een dikke joint gedraaid; om aan onze nieuwe burgerlijke staat te wennen. Samenwonen is prima, maar je moet wel jezelf blijven.

16

VERMISTE-KATTEN-PAPIERTJES

Al bijna een week hoop ik een stukje te kunnen schrijven met de titel ‘Gandhi is terug!’. Hij is alleen nog niet terug. Ik denk ook niet meer dat hij terugkomt. Ik liep net langs de plaatselijke Albert Heijn. Daar zag ik een A4-tje hangen met de tekst; ‘Vermist, Gandhi, sinds 9 december, beloning 250,-’. Dat A4-tje heb ik daar zelf een paar dagen terug opgehangen. Zo van een afstand lijkt het iets heel normaals; een weggelopen kat. Ik ben even dichtbij het papiertje gaan staan. Het was een mooie foto. Ik heb lang nagedacht over die foto, want het moest een foto zijn waarop Gandhi goed herkenbaar zou zijn. Ik heb ook lang nagedacht over de beloning. Ik wist niet of ik nou wel of geen beloning moest geven. Maar ik denk dat mensen eerder zullen bellen als ze er geld voor krijgen. Het A4-tje hing er goed bij. Het vermiste-katten-papiertje van Gandhi was alleen niet de enige die er hing. Naast die van hem hingen er nog 3. Ook de andere katten zijn weggelopen rond dezelfde datum als Gandhi. Ik vind 4 vermiste katten in 1 week een beetje te toevallig. En één van de andere weggelopen katten heette ‘Luna’, dat vond ik ook wel heel toevallig. Ik heb een bakje met brokjes op het balkon staan. Ook een bakje met water. Er is nog niets van gegeten of gedronken. Ik loop elke dag een rondje om mijn huizenblok en ik heb in alle portieken en onder alle auto’s gekeken, maar hij zit er echt niet. En ik sta al dagen ieder uur op m’n balkon ‘psspsspsspsspss’ te roepen, maar hij komt niet aangehuppeld. Ik heb 1 troost. Skinner is in deze dagen getransformeerd tot een ultrageile kat die alleen maar wil knuffelen. Hij mag alleen nooit meer naar buiten.

24

EEN ROLLADE EN 10 KARBONADES

Het was 17.00. Hij had al warm gegeten en zat op de bank. Ze zou thuis werken vandaag, dat had ze een paar dagen terug verteld. Hij wilde haar bellen, maar hij durfde niet zo goed. Het kwam wel eens voor dat ze zei dat ze thuis zou zijn en dat ze er dan toch niet was. Dan werd hij ongerust. Hij kon natuurlijk ook naar haar mobiel bellen, maar dat had hij nog nooit gedaan. Hij had een hekel aan antwoordapparaten, hij wist nooit wat hij moest inspreken. Meestal liet hij z’n vrouw naar hun dochter bellen, zij zou dan zeggen: “Je vader wil je even spreken.” Zo ging het 2 keer per week. Hij had een viswedstrijd gehad dit weekend. Hij was eerste geworden en had een rollade en 10 karbonades gewonnen. Dat wilde hij haar graag vertellen. Ook had hij een leuke mop gehoord. Hij wist niet meer precies hoe die ging, dat moest hij even opzoeken. Hij had het ergens opgeschreven. Zij hield eigenlijk niet zo van moppen, dat wist hij wel, maar ze moest altijd wel lachen als hij een mop vertelde. Hij hoorde haar graag lachen. Ze zou vertellen wat ze deze week had gedaan. Hij begreep niet zoveel van haar leven, maar hij vond het altijd fijn om haar stem te horen. En hij hoorde graag dat het goed met haar ging. Ze leek op haar moeder. Hij zou haar vragen of ze misschien een halve rollade wilde. Dat vond ze vroeger altijd lekker en haar moeder zou ‘m wel voor haar braden en in de diepvries doen. “Bel jij zo even?”, vroeg hij z’n vrouw. Even later hoorde hij haar het antwoordapparaat inspreken. Ze was er dus niet. Hij keek naar ‘Get the Picture’ en het journaal, en hoopte de hele avond dat ze terug zou bellen.

22

IS ZOENEN VREEMDGAAN?

Als P. tijdens een avondje stappen ‘per ongeluk’ met een ander zou zoenen, dan zou ik daar geen problemen mee hebben. Hij moet daar alleen geen gewoonte van maken. Pas op het moment dat er telefoonnummers uitgewisseld worden en hij dus van plan zou zijn om dat meisje vaker te zien dan zou ik zeggen: “Hohoho, schatje, dat was niet de bedoeling van onze relatie. Het moet wel gezellig blijven.” Hij denkt hier ook zo over. Als ik in een dronken, geile bui met een meisje heb gezoend, dan zeg ik dat tegen hem, hij lacht erom en we gaan verder met het schillen van de aardappels. Wij zien elkaar te weinig soms. Maar we staan elkaar niet in de weg. Als hij 60 uur per week werkt en dan in het weekend met vrienden wil stappen en op zondag wil voetballen, dan moet hij dat doen. Wie ben ik om tegen hem te zeggen: “Ik wil niet dat je dat doet waar jij gelukkig van wordt.” Als ik uit wil gaan, me klem wil zuipen, wil flirten en daarna stomdronken naast hem kom liggen, vindt hij dat prima. Wij lachen daarom. Van alle mannen die ik heb gekend is P. de enige die mij helemaal neemt zoals ik ben. Hij snapt dat ik het ene moment een geile tekst voor een seksblaadje kan schrijven, het volgende moment het cadeautje uit een suprise-ei in elkaar kan zetten en daarna bij hem op de bank naar een documentaire over Afghanistan wil kijken. Onze relatie kan een per-ongeluk-zoen met een ander dus wel hebben.

58

WHAT’S IN A NAME?

Ik denk dat ik niet de enige vrouw ben met een ‘mannenlijst’. Een lijst met de namen van alle jongens en mannen met wie ik naar bed ben geweest en met wie ik heb gezoend. Vier jaar terug werd die lijst bijna wekelijks bijgewerkt. Nu ligt hij al een paar jaar in een doos tussen brieven, foto’s, bierviltjes met telefoonnummers en kassabonnetjes uit die tijd. Af en toe pak ik die doos erbij om herinneringen op te doen. Zo komt het dat ik de namen van al mijn ‘exen’ moeiteloos kan opdreunen. Altijd handig, mocht je er eentje per ongeluk tegenkomen. Het staat namelijk best lullig als je de naam van de persoon met wie je in bed hebt gelegen niet meer kent. Zo was ik gisteren in de NL Lounge tijdens ‘De Nacht van de Erotiek’ en zag ik A. staan, een one-night-stand van 5 jaar geleden. Pas na de seks vertelde hij me dat hij een vriendin had. Daar hou ik niet van. Ik hoefde hem niet meer te zien en dat is ook niet meer gebeurd. Tot gisteren. “Dag A.”, zei ik. “Ik heb nog vaak aan je gedacht weet je?”, zei A. terug. “Het was hartstikke lekker toch toen?” Hij legde zijn hand op m’n billen. “Ach”, zei ik. “M’n ex-vriendin was ook een stripper”, zei hij en hij keek naar de danseres op de bar. Hij zei het woordje ‘ex-vriendin’ net iets te hard. Zijn hand wreef over m’n heup. “Weet je nog wel hoe ik heet?”, vroeg ik venijnig. “Eh, Claudia?”, probeerde hij. “Fout”, zei ik en ik liep weg richting toiletten. Het was druk en de sfeer was de hele avond al spannend. Ik voelde een hand tussen m’n benen. Niet die van A., maar die van een mooi blond meisje. Ik draaide me om en even later stonden we te zoenen. Ze gaf me een knipoog toen ik weer wegliep. Ik heb haar naam niet gevraagd.

44

OH YES, IT’S LADIES’ NIGHT

Het is vandaag chemical evening bij vriendin I. thuis. Mannen mochten niet mee. Dus vriendin T., I. en ik zitten hier aan de breezers, aan de pillen en aan de sigaretten. En maar lullen. Ondertussen Madonna op de achtergrond. Altijd goed voor vrouwenavondjes. Waar hebben wij het over? Waar krijgen vrouwen nu precies spierpijn als ze zichzelf vingeren? Hoe komt het dat mannen altijd op een andere toon gaan praten als ze een vrouw aan de telefoon hebben? Waarom zijn andere vrouwen vaak zo gemeen? Hoe komt het dat het allemaal niet meer uitmaakt als je een pilletjes slikt? Voel jij je ook zo lekker? Waarom is het zo leuk om in zo’n draaiend discobolletje te kijken? Op deze vragen hadden wij allemaal een zeer passend en correct antwoord. Alleen de vraag; ‘hoe komen wij aan een joint’, moest nog worden opgelost. Met z’n drieën hebben we ons dik aangekleed en zijn over de Wallen gaan dwalen. Stiekem nog even bij m’n nieuwe huis gekeken en daarna de eerste de beste engerd aangesproken of hij weed had. Dat had hij en we mochten het gratis meenemen in een patatzakje van de plaatselijke snackbar. Inclusief een lang vloeitje. Perfect. Amsterdam heeft een goed humeur vandaag. We hebben onze privé-disco in de huiskamer van I. Heerlijk. We zijn onze eigen dj en onze eigen barman. Oh, what a night!

11

LUNA DOET EEN BEETJE KRITISCH

KJ vroeg gisteren in mijn reactieforum om ‘een kritische houding ten opzichte van mijn werk’. Als ik mijn werk in seksbladenland kritisch zou bekijken, dan zou ik denken; Jezus, ik schrijf allemaal geile verhaaltjes en wat bereik ik daar nou mee, intellectueel gezien? Draag ik bij aan een correcte visie op de vrouw in het algemeen en de seksualiteit van de vrouw in het bijzonder? Nee, zou mijn antwoord dan zijn. Mijn volgende gedachte zou dan meteen zijn; maar word ik gelukkig van m’n werk? Het antwoord op die vraag is een volmondig JA! Ik schrijf graag en ik schrijf goed over seks. Ik zou me zorgen kunnen maken over de illusie die ik verkoop. Mannen zouden kunnen denken dat alle vrouwen gewillige neukpoppetjes zijn. Dat kan, dat is aan de lezer. Als iemand mijn teksten meteen gaat generaliseren naar zijn vriendin, de buurvrouw of meisje bij de bakker, dan ligt dat aan zijn gebrek aan intelligentie. Niet aan mijn manier van schrijven. “Je lijkt geen oog te hebben voor de negatieve gevolgen van zoveel seks en bloot in onze publieke ruimte. Ik pleit voor een herwaardering van de schaamte en terugkeer naar het privé-domein”, schreef KJ gisteren ook. Ik denk dat seks nog steeds gevoelens van schaamte, of plaatsvervangende schaamte opwekt. Dat zal ook altijd zo blijven. Ik denk ook dat seks nog steeds voor het grootste gedeelte haar plaats heeft in het privé-domein. Maar juist het feit dat je nu kunt zien, lezen en horen hoe anderen met hun seksualiteit omgaan, maakt deze samenleving een stuk interessanter. Leidt een overdaad aan seks en bloot in de publieke ruimte tot negatieve gevolgen? Misschien. Maar ik denk dat de gevolgen van iedere dag naar het journaal kijken veel negatiever zullen zijn.

12

LUNA BEZOEKT ‘SOIRÉE PORNOGRAFIQUE’

Gisteren was er een of andere lezing over de seksindustrie in de NL Lounge in Amsterdam. Een stuk of 4 mannetjes uit de seksindustrie gingen met elkaar en het publiek in discussie over verschillende stellingen. Zo waren er bijvoorbeeld de stellingen ‘seks is geen taboe meer’, ‘de seksindustrie heeft bijgedragen aan de emancipatie van de vrouw’ en ‘werken in de seksindustrie is altijd een jongensdroom geweest’. Er was eigenlijk weinig sprake van discussie. Het publiek deed niet echt mee en de sprekers waren het voor het merendeel met elkaar eens. Beetje saai dus. Pas toen aan het eind van de avond een paaldanseres verscheen werden de mannelijke bezoekers enthousiast. Seks en naakt is misschien niet meer zo’n groot taboe als vroeger, maar mannen (en vrouwen) kijken nog steeds een beetje verbaasd als ik vertel dat ik voor een seksblad werk. Ik vind de seksindustrie een heel integere en eerlijke business. De mensen zijn correct; een afspraak is een afspraak. Aan het begin van de lezing kwam een opdrachtgever naar me toe: “Ik heb nog steeds geen factuur van je ontvangen! Moet je wel snel doen hoor!” Dit heb ik een opdrachtgever van een ‘gewoon’ medium nog nooit horen zeggen. Die zullen dat waarschijnlijk ook nooit doen. Iemand vroeg me: “Ben je niet bang dat je later nooit meer een ‘normale’ baan kan krijgen, omdat je voor seksbladen hebt gewerkt?” Misschien wel. Maar vooralsnog interview ik liever een dame die bij een 06-lijn werkt dan een vrouw die uit Afghanistan is gevlucht. En ik test liever de nieuwste erotische speeltjes dan de nieuwste mobiele telefoons. It’s a dirty job, but I like to do it.

4

NU-MAN, PART 2


copyright @ franz wilhelm 2001

7

LUNA’S DAGBOEKEN

Vanaf dat ik kon schrijven heb ik een dagboek gehad, zodat ik nu ongeveer een stapel van een meter hoog met schriften, papieren, gedichten en andersoortige schrijfsels heb. Tastbaar. Daar hou ik van. Ik vind het heerlijk om dagboeken van vroeger door te lezen. Zo schreef ik op 21 mei 1985: “A. krijgt straks haar poesje, ze noemt het Patroesca. Dat vind ik een stomme naam. Straks ga ik even kijken. Ik ga nu poppetjes van wc-rolletjes maken.” Of op 1 december 1986: “Maartje, mijn duif, heeft 2 eieren gelegd, maar die hebben we omgewisseld, want anders gaan ze dood. We eten vandaag erwtensoep. Het is al een beetje donker buiten. Ik ruik de erwtensoep al.” Als ik die stukjes lees, dan zit ik weer op mijn kamertje van vroeger te schrijven. Heel netjes, want anders moest het opnieuw. Het leven leek zo simpel, zo heerlijk naïef. Ik maakte me druk om hoe laat ik op mocht blijven die avond, of ik buiten zou mogen spelen op zondag of wat voor cijfer ik zou hebben voor biologie. Mijn zorgen van nu bestaan uit hypotheken, werk, verzekeringen, belastingen en een weggelopen kat. Het is koud buiten en het regent. Ik zou willen dat ik bij m’n ouders thuis in m’n rode dagboekje aan het schrijven was. M’n vader zou warme chocomel maken en als ik lief was zou hij zelfs slagroom voor me kloppen. Ik zou naar de kerstboom kijken en schrijven: “Ik heb net met mamma de kerstboom versierd en pappa tilde me op, zodat ik de piek bovenop kon zetten.” Je ouders dragen je een stukje in het leven, maar de rest moet je zelf doen.

22