web analytics

ZOMERGAST THEO MAASSEN

Theo Maassen was genieten gisteren in ‘Zomergasten’. Joost Zwagerman was stukken minder. Het Bill Hicks-fragment dat Theo uitkoos is verplichte kost. Net als eigenlijk alle shows van Bill Hicks.
Bill Hicks-fragment (VPRO-site)

14

CITROENLUNA

Het is weer zomer. Het is weer klam en vochtig buiten. En binnen. Ons huis lijkt over te zijn genomen door muggen. En mijn lichaam is over genomen door muggenbulten. Zoals elk jaar. En ik weet dat het me elk jaar overkomt. En dat ik er eigenlijk dus geestelijk en lichamelijk op voorbereid moet zijn, maar een lichaam vol met muggenbulten went gewoon niet. Ik zit constant te krabben of me te concentreren op het niet-krabben. M’n stopcontacten zitten vol met anti-muggenapparaatjes, ik sleep af en aan met Azaron, Prrrikweg-gelei en azijn en ik zet met m’n nagels kruizen in iedere muggenbult. Het is doodvermoeiend. M’n moeder kwam gisteren met een ‘anti-muggenroller’ aanzetten. “Dat wou vroeger ook nog wel eens bij je helpen”, zei ze. Een scherpe, haast penetrante, citroenlucht vloog in m’n neus toen ik het dopje eraf haalde. “Zo! Dat ruikt sterk. Als dat niet werkt!”, zei ik. Vol goede moed rolde ik gisteravond de stift langs armen en benen, onder voeten, onder borsten, in m’n navel, over m’n gezicht en over m’n handen. Ik mocht geen plekje overslaan. “Liefje, wil jij even m’n rug insmeren?, vroeg ik terwijl ik de stift aan P. gaf. “Ben je nog niet genoeg ingesmeerd?”, vroeg hij met opgetrokken neus. “Nee! Alles moet ingesmeerd. Overal. Je mag geen vierkante centimeter overslaan!” P. deed braaf wat ik hem vroeg, maar toen ik bij hem wilde komen liggen moest hij niets van me hebben. “Jesus, blijf jij maar lekker aan je eigen kant”, zei hij, “je lijkt wel een Glorix WC-blok.” Beteuterd vroeg ik of ik nog wel een kusje kreeg dan. Ook niet. De klootzak. Maar vanmorgen werd ik wakker na een heerlijke, lome nacht zonder gezoem langs mijn oren. En na een minutieus onderzoek blijkt het ook nog eens een nacht zonder muggenbulten te zijn geweest. Voor mij dan! Want partner P. is voor het eerst sinds jaren gestoken. Eigen schuld, dikke bult.

53

LUNA’S MOEDER QUOTE

Tegen m’n vader: “Ga jij je eigen maar even verlekkeren aan de FOXY, want met dat hete weer komt er toch niks van…”

4

EL, OH, EL, EE

‘I met her in a club in old Soho / Where you drink champagne and it tastes just like Coco Cola.’ “Sie, Ooh, El, Ee”, zingt m’n vader mee. ‘Die plaat heb ik ook”, zegt hij. “Sterker nog”, zeg ik, “dit is jouw plaat.” “Oh, ja joh?”, zegt m’n vader verrast. Ik zie dat hij het stoer vindt dat partner P. een golden oldie heeft opgezet die we van hem hebben gekregen. “Ik heb ‘m in 1969 gekocht”, vertelt m’n vader. “Ik weet nog dat ik toen aan de kaai lag, die was helemaal afgezet met rieten matten.” “De Waalkade in Tiel?”, vraag ik. Ja, die. “Daar zag ik The Kinks voor het eerst. En de Rolling Stones waren er ook. “In Tiel?”, vraag ik weer. “Heb jij The Kinks en de Rolling Stones in Tiel gezien?” “Volgens mij waren die met die beschilderde gezichten er ook toen. Kiss. Maar dat kan ook een jaar later geweest zijn.” Ik vind m’n vader is ineens helemaal hip. ‘Well, I’m not dumb but I can’t understand / Why she walked like a woman and talked like a man.’ “Lola, la-la-la-la, Lola”, zingen nu zowel partner P., m’n ouders en ik. “Weet je wat ik ook een goeie plaat vindt?”, zegt m’n vader tegen P., “die van Maroon 5.” Partner P. neuriet een stukje van ‘This Love’ en die bedoelt m’n vader inderdaad. Zo! Zo! M’n vader was niet alleen vroeger hip, hij is nog helemaal in touch met de plaatjes van nu. “Ja, je moeder en ik kijken nog wel eens naar dat ene programma”, zegt m’n vader, “eh, hoe heet het ook alweer? Eh, eh. Mam?” “Top of the Pops”, zegt m’n moeder. “Ja, die”, gaat m’n vader verder. “Maar we vinden er meestal weinig aan. Zoals vroeger, zo worden ze niet meer gemaakt. The Kinks, dat was pas een band.” ‘But I know what I am and I’m glad I’m a man / And so is Lola, lo-lo-lo-lo Lola, lo-lo-lo-lo Lola.’

12

LUNA EN DE ZWAAIENDE BALLEN

“Ik heb iets geleerd en dat is echt iets voor jou”, zei vriendin D. nadat ze terugkwam van een paar maanden Thailand. “Het heet poi en het is een soort dans met balletjes aan een koord en die zwaai je rond je lichaam.” Ik herinnerde me een meisje dat vorig jaar zomer altijd op de Dam stond. Ze stond op een kistje en was gekleed in een prachtige neon-oranje jurk die over dat kistje viel. Ze keek over iedereen uit. Haar gezicht was ook oranje en ze draaide gracieus met oranje balletjes met lintjes langs haar lichaam. Het zag er prachtig uit en ik was heimelijk jaloers op haar sierlijkheid. “Lijkt me helemaal geweldig”, zei ik tegen vriendin D., “kom maar op met die ballen!” Afgelopen zaterdag was het eindelijk typisch Vondelpark-weer en ze beloofde dat ze een extra setje pois mee zou nemen, zodat ze het me kon leren. Vriendin D. liet wat verschillende bewegingen zien en ik was meteen verkocht. Ik moest en zou ‘the weave‘ kunnen, dat was mijn doel van de dag. En na een uurtje regelmatig de pois tegen m’n rug, armen of hoofd te hebben gekregen werd ik ineens 1 met de pois. Ik voelde dat ik de balletjes snapte, en de balletjes snapten mij. Het was heerlijk om iets nieuws te leren. Het was heerlijk dat het lukte. Na dat dagje swingen in het Vondelpark zit ik er helemaal in. En volgens de boekjes is poi niet alleen heel leuk om te doen, je krijgt er ook nog eens een betere coördinatie van, je stimuleert beide hersenhelften, het voorkomt een hoge bloeddruk en het verbetert je zelfbeeld. En, het allerbeste, het helpt je met je stress om gaan en je wordt er ontspannen van. Zo. Nu zou ik graag thuis verder oefenen met de pois, maar helaas is Bruce Lee’s fascinatie voor de zwaaiende ballen nog groter dan de mijne.

www.homeofpoi.com

22

JA, DAN GAAN WE NAAR DE SPEELTUIN!!!

“Wauw, het is hier een kinderparadijs!”, zei oppaskind M. toen we De Linnaeushof binnenliepen. De Linnaeushof is het kinder-equivalent van Six Flags en ook al vond M. het er allemaal fantastisch uitzien, meestal moest ik hem flink oppeppen voordat hij ergens in durfde. Het hielp  om zelf te beginnen met klimmen, schommelen of draaien en hem een ‘watje’ te noemen. Vervolgens deed hij mee en vond het allemaal fantastisch. Dus toen ik met een kokosmat de trappen richting glijbaan beklom kwam hij met zijn kokosmat braaf achter me aan. Om boven gekomen niet meer te durven. “Je bent toch niet al die trappen omhoog geklommen om weer naar beneden te lopen? Glijden moet je! Watje!”, zei ik. Maar na een paar minuten staren naar de glijbaan en een huilbui besloot hij via de trap weer naar beneden te gaan. Ik niet. Ik wou glijden. En dus roetsjte ik met een jippie-gevoel op mijn kokosmat naar beneden om hem daar weer op te wachten. Na de hangbruggen, de hobbelfietsen en de lachspiegels zag M. ineens iets waar hij écht in wilde. “Jaaaa!!!”, riep hij enthousiast. Kut, dacht ik. Heb ik weer. Van alle attracties in deze speeltuin, van alle 350 speeltoestellen en attracties, kiest hij nou net die attractie uit waar ik niet in durf. Ongelooflijk. We stonden inmiddels bij de motorskelters. Ze gingen hard en kinderen mochten alleen met een volwassene in zo’n motorskelter, dus hij mocht niet alleen. En ik durfde echt niet. Dingen met snelheid in combinatie met andere weggebruikers zijn niet aan mij besteed. Dit houdt in dat Luna niet aan autorijden, niet aan brommerrijden, niet aan skiën en dus ook niet aan motorskelteren doet. “Eh, M., je hebt nu dat ene ding uitgekozen wat ik niet durf”, zei ik. “Ik durf niet eens op een brommer.” Hij keek me aan met grote ogen en zijn gezicht klaarde op. “Watje”, zei oppaskind M. en keek me triomfantelijk aan. Maar we gingen er echt niet in.
www.linnaeushof.nl

18

TRINK, TRINK, BRÜDERLEIN DRINK!

“Mam! Ik zit hier aan een prachtig meer met allemaal zwanen erin. Zo mooi! En het is goed weer! Ik kom helemaal tot rust en ik geniet en de zon schijnt en ik zit bij een supermooi riviercafé aan een wit wijntje!”, meldde ik mijn moeder donderdag aan de telefoon. “Aan de wijn?”, zei m’n moeder, “het is pas 12.00. Let je wel een beetje op?” “Mam, ik heb een beetje vakantie hoor! P. is aan het werk en ik vermaak me prima! Ik heb net een Bratkartoffel besteld! Doei!” Of ik nu elke dag of eens per maand ’s middags drink, iedere keer is het een cadeautje voor mezelf. Een wijntje bij de lunch is voor mij misschien wel het toppunt van decadentie. Het toppunt van zelfverwennerij. Daarom doe ik het zo graag, maar de wijntjes die ik ’s middags dronk in Hamburg waren extra lekker. Omdat de zon scheen, omdat ik van huis was, omdat het uitzicht over Der Alster briljant was en omdat ik vond dat ik deze wijntjes ontzettend hard verdiend had. En de Duitsers weten niet alleen van bier drinken, ze weten ook alles van wijn drinken. Niks geen lullige mini-glaasjes wijn die in 1 slok op zijn, nee, wanneer ik om een ‘weiß Wein’ vroeg, dan kreeg ik tenminste een weiß Wein. Een groot glas tot het 0,2-liter-streepje gevuld of een klein glas met daarbij een kannetje met witte wijn tot het 0,25-liter-streepje. Een land naar Luna’s hart. En na 1 dag in Hamburg had ik de Sissi-lifestyle helemaal te pakken. Beetje wandelen door de stad, beetje lezen in een park, beetje slenteren langs het meer, beetje wandelen door de dierentuin, beetje op een bootje door de havens. En ondertussen mijn denkbeeldige personeel voor me laten lopen: “Ein weiß Wein bitte.”

26

LUNA – DIE JUNGE KEIZERIN

“Jesus”, zeggen P. en ik tegen elkaar als we door een taxi voor de deur van ons hotel in Hamburg worden afgezet. We staren naar het rijtje auto’s in de parkeervakken. Jaguar’s, BMW’s, allemaal luxe glimmende wagens. Het hotel in rococo-stijl is aan de buitenkant al net zo luxe en glimmend en als we bij de receptie komen blijkt de binnenkant precies hetzelfde. Overal goud en dan vooral goud van het kitsche soort. Ik had op internet al gelezen dat het hotel was ingericht met echt antiek en we worden inderdaad omringd door grote schilderijen met typisch Duitse panorama’s, een waanzinnige gouden klok, een piano en marmer op de vloer. Alles lijkt te hebben gefungeerd als decor voor een Sissi-film. “Jesus”, zeggen P. en ik nog maar een keer tegen elkaar. Directeur N. van de Miami Ad School waar P. 2 dagen workshops gaat geven heeft ons opgewacht bij de receptie en vraagt of het naar onze zin in is. “Yes, it’s absolutely beautiful!”, zeggen we. En daarna zeggen we meteen dat het echt niet zo chique had gehoeven allemaal. Dat een simpel hotelletje ook prima was geweest. Maar N. wil van niets weten. Hij is vastberaden om ons een toptijd in Hamburg te geven en om ervoor te zorgen dat het ons aan niets ontbreekt. “I’m so happy to see you”, zegt hij gemeend. En dat is wederzijds. We vertellen hem over onze pech met hotels. Dat we altijd uitkijken op liftschachten of blinde muurtjes. “We really hope we have a view on the lake this time”, zeggen we. Even later blijkt onze kamer net zo schitterend als de rest van het hotel. En wanneer ik de gordijnen open kijk ik regelrecht naar een ondergaande zon in Der Alster. Ik voel me volledig niet in stijl als ik met mijn plastic slippertjes, oude joggingbroek en t-shirt op een chaise longue ga zitten.

8