web analytics

Auteur: luna

VERHUIZEN

Kreeg een kaartje van Marloes met daarop een gedicht van Ingmar Heytze.

‘Er is iets hoopvols aan verhuizen
Dat het geluk desnoods in dozen past
Dat je nog je voeten hebt in plaats van wortels
Dat vertrekken een vorm van aankomen is
Dat bestaan betekent einde & begin.’

En toen moest ik huilen.

12

LUNA ZOEKT DE METAFORIEK IN HET VERHAAL

"Heb je een braadpan?", vraagt hij. Hij wil een stoofpotje van vlees en paprika en tomaten en meer van dat alles gaan maken voor vanavond. "Dat zal wel toch?", zeg ik en ik begin wat te rommelen in de la met pannen. "Hmm, volgens mij heb ik die bij P. achtergelaten." "Je hebt toch die Creuset-hartjespan", zegt hij. "Ja, maar,", begin ik, "ik heb ‘m zelf nog nooit gebruikt. En het was zo’n lief cadeau van P. toen en het is dan toch raar dat jij er als eerste in kookt?" Maar even later besef ik me dat dat eigenlijk onzin is, zo’n typisch vrouwen-zeikdingetje waarschijnlijk, en het is niet de bedoeling daaraan toe te geven. "Doe maar gewoon ook, fuck it", zeg ik en even later staat zijn stoofpotje keurig in de hartjespan te pruttelen. En het ruikt lekker en het ruikt heerlijk en ik ben zo blij met m’n kokende man en dan gaat hij weer naar z’n werk en dan ga ik ook even de deur uit en daarom zet ik de inductie-kookplaat ook uit en wanneer ik weer terugkom zet ik die kut-kut-kut-inductie-plaat weer aan en dan ga ik naar boven achter de computer en dan zie ik een lintje en een briefje en een speledingetje en een poes die geaaid moet en wanneer ik weer naar beneden ga staat de hele keuken blauw en er komt heel veel stoom uit de hartjespan en nét op dat moment komt hij weer terug van z’n werk. "Oh! Oh! Paniek! Sorry!", zeg ik terwijl ik de pan wegschuif. Beteuterd staar ik naar de compleet zwartgeblakerde binnenkant van de hartjespan. "Nu heb ik én het eten én de hartjespan verkloot." Ik stop wat van het vlees dat bovenop ligt in m’n mond: "Nee, dat is echt niet meer lekker." En terwijl ik met een houten spatel wat van de bodem probeer te schrapen: "En het komt ook niet meer goed met de hartjespan." "Wel een beetje ironisch eigenlijk, hè?", zeg ik treurig. "Er staat nog boerenkool in de diepvries toch?", vraagt hij. "Ja", zeg ik, "en ik heb ook nog een rookworst." "Dan eten we dat toch", zegt hij. En het kostte hem uiteindelijk 3 schuursponsjes en een uur schrobben om de hartjespan weer mooi schoon te krijgen. "Ja, schatje", zegt hij terwijl hij de pan terugzet in de pannenla,"het is makkelijker een nieuwe te kopen dan een oude schoon te maken."

11

WHAT YOU SEE IS WHAT YOU GET

Het geld komt nu niet meer met bakken mijn huishouden binnen, dus ik moet op de kleintjes letten. Als de folders op de mat vallen ben ik er dus als de kippen bij! Drie vleeswaren halen en dan gratis 6 witte bolletjes ontvangen bij de HEMA; hop naar de HEMA. Een brood voor 1 euro bij de Bakker Bart? Hop naar Bakker Bart. En 6 tubes Prodent tandpasta voor maar € 4,69 bij de Kruidvat? Ik gisteren hop naar de Kruidvat voor 6 tubes tandpasta en meteen maar even wat deootjes en crèmespoeling. Eenmaal thuis haalde ik de tandpasta, de deootjes en de crèmespoeling uit m’n tas, stuk voor stuk mooie producten trouwens, om ze daarna meteen op hun plaats te gaan zetten, want nu ik verhuisd ben is het van essentieel belang georganiseerd te blijven. Ik moet in balans zien te komen en te blijven en dat ga ik bereiken door al m’n kasten zo schoon en netjes te houden dat ik misselijk van mezelf word. In het plastic tasje vond ik een proefmonstertje. Wat aardig van dat Kruidvat-meisje! Ik staarde naar het sachetje. Wel godverdegodver, vloekte ik in mezelf. De vuile achterbakse trut. Kijk, in Amsterdam gunnen de kassameisjes je gewoon geen blik waardig. Die laten tenminste zien waar ze voor staan. Voor niets! Het interesseert ze geen ene reet wie er boodschappen komt doen en met welk gevoel ze diegene naar huis sturen. Het enige wat voor hen belangrijk is, is wanneer ze zélf naar huis mogen. Eerlijkheid! Hou ik van. What you see is what you get. Maar nee, dan het Kruidvat-meisje. Poeslief en aardig m’n spulletjes langs de scanner, glimlachen, goedemorgen, goedemiddag, fijne dag, en dan steekt ze me gewoon met een mes in m’n rug. De bitch! "Moet je kijken", riep ik tegen hem, "wat ze me heeft meegegeven!" Ik hield een proefmonstertje ‘Niveau, beautiful age, rijke bodylotion voor de rijpere huid’ onder z’n neus. "Dat is toch asociaal? Zo doe je toch niet aan klantenbinding?", vroeg ik. Hij keek naar het proefmonstertje, hij keek naar mij, en deed wat mannen in dit soort situaties het beste kunnen doen; niks. "Hé, hé, hé, hé, hé, heb ik een ouder wordende huid dan?", porde ik in z’n zij. "Nou, als je het echt wil weten", begon hij. "Laat maar", zei ik, "ik wil het niet horen. En jij krijgt vanavond straf."

12

LUNA’S VERHUISKAART


Het was meer dan 3,5 jaar geleden dat ik een (offline) collage maakte. Deze zat al een paar maanden in m’n hoofd. Toen ik net bij P. weg was en bivakkeerde in m’n tijdelijke bachelorette-flatte in de Jordaan heb ik het liedje ‘Fairwell to the Fairground’ van de White Lies wel 100 keer gedraaid. En maar huilen. En maar huilen. Farewell to the fairground, these rides aren’t working anymore. De foto van de slak maakte ik in de tuin van m’n pannenkoekenhuisje. En de collage zelf maakte ik vandaag aan de eettafel van m’n huis in Tiel terwijl m’n deeltijd-dochter een hoesje voor haar nieuwe MP3-speler in elkaar naaide en haar vader een pan nasi met saté maakte. There’s no place like home.

Farewell to the fairground, these rides aren’t working anymore.
Goodbye to this dead town, until the ice begins to thaw.

We’ll head south, just hold my hand now.
I feel like i’m casting off my clothes,
and i’m running through the snow towards the sunset,
and i’m always with you.

Keep on running,
keep, keep on running,
there’s no place like home,
there’s no place like home.

16

LUNA DOET MEIDEN ONDER ELKAAR

Een paar weken geleden durfde m’n deeltijd-dochtertje zich nog niet eens uit te kleden in mijn bijzijn en moest haar vader eerst even uitleggen ‘dat Luna ook een meisje is en dat het er bij haar precies hetzelfde uitziet allemaal’. Nu is ze gelukkig volledig de schaamte voorbij. Net als ik trouwens, want ook ik vond het nogal wat; in m’n blootje bij een meisje van 9. Raar!

We lagen samen in bad.
Met veel bubbels.
Meiden onder elkaar.

“Van veel melk drinken krijg je grote borsten hè?”, vraagt ze.
“Eh, nou, nee, niet echt, maar melk is wél gezond”, zeg ik.
“Oh, maar er was een vrouw op televisie en die dronk heel veel melk en die had zulke borsten.”
Met haar handen vormt ze 2 skippyballen voor haar buik.
“Oh, je bedoelt Lolo Ferrari? Maar die borsten waren hartstikke nep hoor.”
"Dan doen ze er plastic in hè?"
"Ja, een soort plastic, siliconen."
"En dat voelt niet zacht hè?
"Nee, dat voelt anders dan echte borsten en ik vind het ook niet mooi."
"Nee, ik ook niet."
"Maar als jij nou even uit bad gaat, dan kan ik m’n benen scheren."
"Maar dat vind ik niet erg hoor."
"Ja, maar dan zit jij tussen al mijn haartjes in bad, dat is vies, joh. Ga je maar even afdrogen."
"Mag ik dan wel kijken?"
"Jawel hoor."
"Dan kan ik het alvast leren."
"Ja, maar pas voor als je 18 bent, jij hebt nog hartstikke lekkere zachte beentjes."

En terwijl zij zich naast het bad afdroogt, scheer ik m’n benen.

Meiden onder elkaar.
Niet alleen meer verliefd op haar vader.
Maar ook een klein beetje op haar.

39

PRIKBORD-BRIEFJE


Dit briefje scheurde ik uit een Libelle of Margriet toen ik een jaar of 13 was. Sindsdien reist het met me mee en heeft het honderden prikborden, doosjes en enveloppen gezien. Ik ben iedere keer weer verbaasd dat ik het nog heb en dat het wéér een verhuizing heeft overleefd. Het was het eerste dat ik vandaag op m’n nieuwe prikbord hing.

21

LUNA’S TIELSE BOODSCHAPPEN-EXPERIENCE

Ik ging er helemaal voor. Voor de ultieme boodschappen-experience in Tiel. Eens kijken of ze hier net zulke ongeïnteresseerde bitches achter de kassa hebben zitten als in Amsterdam-centrum. Dan had ik tenminste eindelijk weer wat te klagen en te zeiken, want het ging me eigenlijk iets teveel van een leien dakje allemaal de laatste tijd. En een vrouw die niet kan klagen, is als Bert zonder Ernie. Maar ik doe nu al meer dan een week m’n boodschappen bij afwisselend de C1000, de Lidl, de Albert Heijn, de Em-Te en de Aldi, zonder ook maar 1 minpuntje aan te treffen. De kassa-meisjes en dames doen hier volledig waarvoor ze betaald worden; het met passie afrekenen van m’n boodschappen. Ze zeggen eerst vriendelijk ‘goedemorgen, scannen de boodschappen met respect voor de producten, ze noemen keurig het totaalbedrag en geven nadat je hebt afgerekend net zo keurig genoeg zegeltjes, Gogo’s, flippo’s of puzzelstukjes mee. Maar! En ik stond er zelf ook van te kijken: ze geven je hier ook een stukje gevoel mee. Het gevoel dat je net een stel mooie producten hebt afgerekend die het waard zijn om die avond smakelijk te bereiden. En ze geven je een glimlach. En dat helemaal uit zichzelf! Dus niet eerst een ‘goedemorgen’ van mij en dan pas een ‘goedemorgen van hun terug. Nee, alles helemaal uit zichzelf! En waar ze in Amsterdam-centrum je wisselgeld, inclusief bonnetje, gewoon in je handen kwakken zonder iets te zeggen, wordt je geld hier keurig netjes teruggerekend, eerst de muntjes, dan het briefgeld, en pas nadat ik al m’n geld in m’n portemonnee heb teruggestopt vragen ze of ik de bon erbij wil! En daarna volgt ook nog een: ‘Prettige avond!’ En stond ik in Amsterdam altijd tussen de zwervers met 1 blikje bier en de toeristen met sixpacks bier, nu sta ik in m’n eentje in de winkel. Nou ja, bijna in m’n eentje dan, maar het voelt alsof de hele winkel voor mij alleen is! Voor mij! Mij! Mij! Wat een service! Een weldaad voor de geest! Ik wantrouw het hele zaakje. Kan gewoon niet goed zijn. Dus nu ben ik naarstig op zoek naar iets anders om over te klagen.

34

LUNA IS THUIS

Je hebt van die wandtegeltjes-wijsheden als ‘Home is where the heart is’, of ‘Oost West, Thuis Best’ of ‘Je bent thuis, waar je Douwe Egberts drinkt’, maar ik ben thuis waar m’n poezen zijn en waar m’n pc staat. Dus ik was pas écht thuis in Tiel als Bruce en Sid en m’n pc hier zouden zijn. “Waarschijnlijk ga ik heel hard janken hoor, als we met de poezenboys van Amsterdam naar Tiel rijden”, had ik tegen hem gezegd, “want ik kan niet zo goed tegen afscheid nemen.” “Je doet maar lekker”, zei hij. Maar uiteindelijk viel het allemaal best wel mee en moest ik maar een heel klein traantje wegpinken toen met zijn auto met mijn computer plus aanverwante artikelen en Bruce Lee en Sid Vicious van het pannenkoekenhuisje in Amsterdam-Noord richting mijn nieuwe huis in Tiel reden. En toen we langs de Waal reden en ineens ‘Geef mij maar Amsterdam’ op de radio voorbij kwam, toeval bestaat niet natuurlijk, keek hij me aan om te checken of ik niet alsnog zou breken, maar ik moest eigenlijk alleen maar lachen. En verder gaat de hele verhuizing eigenlijk ook zonder noemenswaardige problemen. Ik slaap sinds 2 weken niet meer in Amsterdam, maar bij m’n buurman in Tiel, omdat dat nu eenmaal een stuk lekkerder, warmer en veiliger ligt. Ondertussen probeer ik m’n hoofd koel te houden en dingen te regelen als het verven van het hele huis, nieuwe vloerbedekking op trap en overloop omdat de vorige eigenaar een hond had met veel ranzig haar, het aansluiten van internet, gas, licht, water, het inschrijven in de gemeente Tiel, inpakken in het pannenkoekenhuisje, bezoeken van de IKEA voor een nieuwe boekenkast en andere onmisbare items, schoonmaken van de nieuwe keuken en het bezoeken van een heleboel vlooienmarkten en kringloopwinkels voor de aanschaf van allerlei goedkoops en keks. Af en toe zie ik het ondanks alle voorspoed toch eventjes helemaal niet meer zitten en wordt het me veel en veel teveel, maar dan adem ik gewoon maar door en leg ik me neer bij de dingen dat ze zijn zoals ze zijn. Nog zo’n tegeltjes-wijsheid’, of misschien meer een zinnetje dat geitenwollen-sokken-vrouwen zeggen, of vrouwen die teveel boeken van Eckhart Tolle, Paulo Coelho of Deepak Choprah hebben gelezen; ‘Het voelde alsof ik thuiskwam bij hem’. Om te kotsen! Gatverdamme! Ik ben zo’n vrouw.

26

LUNA MAALT EN MAALT EN MAALT

Op m’n rug, op m’n rechterzij, op m’n linkerzij, tegen hem aan, van hem af; alle slaaphoudingen had ik al geprobeerd en toch bleef ik malen. En malen. En malen. Totale irrelevante gedachten kwamen langs; ik moet nog een boekenkast, waar zet ik de kattenbak, wanneer ga ik de poesjes overbrengen, ik moet internet, ik moet m’n mail kunnen ontvangen, m’n computer moet veilig overkomen, ik moet tijdens de verhuizing nog wel gewoon kunnen werken, waar moet ik werken, ik moet genoeg kranten verzamelen om al m’n servies weer in te pakken, ik moet nog een was draaien, en dit en dat en dit en dat. En de gedachte die het meest terugkwam; wat als die makelaar-bitch me morgen niet die sleutel komt brengen, omdat het geld nog niet op de rekening van de verhuurder staat? Allemaal dingen waar in het holst van de nacht niet echt een oplossing voor te vinden is. “Ik kan niet slapen”, zei ik tegen hem. “Wat dan?”, vroeg hij slaperig terwijl hij lepeltje-lepeltje achter me kwam liggen. “Ik zie het even helemaal niet meer zitten, het is gewoon veel te veel en ik heb het gevoel dat ik al een jaar een marathon aan het rennen ben en dat ik nu net 500 meter voor de finish m’n enkel heb verzwikt.” “Het komt allemaal goed lievie”, mompelde hij. “Ik heb er de energie niet meer voor”, zei ik klaarwakker, “ik ben zo moe, maar ik kan niet slapen.” “Zal ik je even lekker beffen en vingeren, dan kun je daarna in slaap vallen”, stelde hij voor met z’n ogen dicht. “Hè? Nee man, daar staat m’n hoofd al helemaal niet naar”, zei ik lachend. “Lievie, ik ben ook moe van alles, maar als het moet heb ik nog wel de energie voor ons allebei om je te verhuizen hoor”, zei hij rustig. Hierop had ik dan heel veel lieve dingen tegen hem kunnen zeggen, dat hij zo goed voor me zorgt en dat ik zo blij met hem ben, maar hij sliep alweer, dus besloot ik om naar beneden te gaan om een sigaretje roken. Een sigaretje in de nacht heeft meestal hetzelfde slaapwekkende effect als een joint, maar dat was dus dit keer mooi niet zo. Een kwartiertje later lag ik weer in bed en nog steeds te malen en te malen en te malen en te malen. “Ik kan nog steeds niet slapen”, zei ik. Zijn oplossing bleek even later wél te werken.

14

HOOFD IN DE WOLKEN, VOETEN OP DE GROND

"Volgens mij moet ik je feliciteren", hoorde ik vriend L. aan de telefoon zeggen.
"Eh, waarmee dan?", vroeg ik.
"Met je nieuwe huis natuurlijk."
"Oh, ja!"

Doordat ik offline over het algemeen zoveel negatieve, verbaasde of helemaal geen reactie heb gekregen lijk ik zelf haast vergeten dat een nieuw huis best een felicitatie waard is. Of dat huis nu in Amsterdam of in Tiel staat.

"Tiel???????????"
"Weet je het zeker?"
"Dan zie je je vrienden nooit meer!"
"Je zei altijd dat je nóóit meer terug naar Tiel zou gaan!"
"Je gaat hartstikke dood in Tiel!"
"Wat???????"
"Dat is niks meer voor jou!"
"Neeeeeeee!"

Als ik ergens eigenlijk helemaal klaar mee ben is het mezelf excuseren voor het feit dat ik ga verhuizen naar Tiel. Al blijf ik het wel doen. Misschien ook wel een beetje tegen mezelf. Want ook ik zit natuurlijk met behoorlijk wat vooroordelen.

Tiel is niet hip.
Tiel is niet kek.
Tiel is helemaal aan de andere kant van de wereld.
In Tiel is niets te doen.
In Tiel kan ik niet alles vinden wat ik nodig heb voor het maken van de PloesiePoesies en andere creatieve projecten.
Dat wat ik maak wordt minder hip en koel, omdat het nu ‘Made in Tiel’ is en niet meer ‘Made in Amsterdam’.

Maar! Vooroordelen zijn er om overboord te gooien en blijken in de praktijk ontzettend mee te vallen. Ze zijn voor mij in ieder geval minder belangrijk dan alle voordelen die de aanstaande verhuizing met zich meebrengt. Al blijft het bij vlagen heus wel fucking eng om m’n leven zo 180 graden om te gooien. Om te vertrouwen op m’n gevoel, al heb ik natuurlijk echt wel goed nagedacht over deze beslissing, want het is niet niks natuurlijk. Het is wat.

Maar ik heb besloten om het gewoon te dóén! Want het allergrootste 180-graden-gevoel heb ik nog steeds van binnen; als ik nu in de spiegel kijk, dan zie ik iemand waar ik graag op lijk. En dát is zeker een felicitatie waard.

Titel en slotzin zijn ontleend aan het heerlijke, blije liedje ‘Hoofd in de Wolken’ van Het Klein Orkest: KLIK.

43