web analytics

Maandelijks archief september 2009

LUNA IS THUIS

Je hebt van die wandtegeltjes-wijsheden als ‘Home is where the heart is’, of ‘Oost West, Thuis Best’ of ‘Je bent thuis, waar je Douwe Egberts drinkt’, maar ik ben thuis waar m’n poezen zijn en waar m’n pc staat. Dus ik was pas écht thuis in Tiel als Bruce en Sid en m’n pc hier zouden zijn. “Waarschijnlijk ga ik heel hard janken hoor, als we met de poezenboys van Amsterdam naar Tiel rijden”, had ik tegen hem gezegd, “want ik kan niet zo goed tegen afscheid nemen.” “Je doet maar lekker”, zei hij. Maar uiteindelijk viel het allemaal best wel mee en moest ik maar een heel klein traantje wegpinken toen met zijn auto met mijn computer plus aanverwante artikelen en Bruce Lee en Sid Vicious van het pannenkoekenhuisje in Amsterdam-Noord richting mijn nieuwe huis in Tiel reden. En toen we langs de Waal reden en ineens ‘Geef mij maar Amsterdam’ op de radio voorbij kwam, toeval bestaat niet natuurlijk, keek hij me aan om te checken of ik niet alsnog zou breken, maar ik moest eigenlijk alleen maar lachen. En verder gaat de hele verhuizing eigenlijk ook zonder noemenswaardige problemen. Ik slaap sinds 2 weken niet meer in Amsterdam, maar bij m’n buurman in Tiel, omdat dat nu eenmaal een stuk lekkerder, warmer en veiliger ligt. Ondertussen probeer ik m’n hoofd koel te houden en dingen te regelen als het verven van het hele huis, nieuwe vloerbedekking op trap en overloop omdat de vorige eigenaar een hond had met veel ranzig haar, het aansluiten van internet, gas, licht, water, het inschrijven in de gemeente Tiel, inpakken in het pannenkoekenhuisje, bezoeken van de IKEA voor een nieuwe boekenkast en andere onmisbare items, schoonmaken van de nieuwe keuken en het bezoeken van een heleboel vlooienmarkten en kringloopwinkels voor de aanschaf van allerlei goedkoops en keks. Af en toe zie ik het ondanks alle voorspoed toch eventjes helemaal niet meer zitten en wordt het me veel en veel teveel, maar dan adem ik gewoon maar door en leg ik me neer bij de dingen dat ze zijn zoals ze zijn. Nog zo’n tegeltjes-wijsheid’, of misschien meer een zinnetje dat geitenwollen-sokken-vrouwen zeggen, of vrouwen die teveel boeken van Eckhart Tolle, Paulo Coelho of Deepak Choprah hebben gelezen; ‘Het voelde alsof ik thuiskwam bij hem’. Om te kotsen! Gatverdamme! Ik ben zo’n vrouw.

26

LUNA MAALT EN MAALT EN MAALT

Op m’n rug, op m’n rechterzij, op m’n linkerzij, tegen hem aan, van hem af; alle slaaphoudingen had ik al geprobeerd en toch bleef ik malen. En malen. En malen. Totale irrelevante gedachten kwamen langs; ik moet nog een boekenkast, waar zet ik de kattenbak, wanneer ga ik de poesjes overbrengen, ik moet internet, ik moet m’n mail kunnen ontvangen, m’n computer moet veilig overkomen, ik moet tijdens de verhuizing nog wel gewoon kunnen werken, waar moet ik werken, ik moet genoeg kranten verzamelen om al m’n servies weer in te pakken, ik moet nog een was draaien, en dit en dat en dit en dat. En de gedachte die het meest terugkwam; wat als die makelaar-bitch me morgen niet die sleutel komt brengen, omdat het geld nog niet op de rekening van de verhuurder staat? Allemaal dingen waar in het holst van de nacht niet echt een oplossing voor te vinden is. “Ik kan niet slapen”, zei ik tegen hem. “Wat dan?”, vroeg hij slaperig terwijl hij lepeltje-lepeltje achter me kwam liggen. “Ik zie het even helemaal niet meer zitten, het is gewoon veel te veel en ik heb het gevoel dat ik al een jaar een marathon aan het rennen ben en dat ik nu net 500 meter voor de finish m’n enkel heb verzwikt.” “Het komt allemaal goed lievie”, mompelde hij. “Ik heb er de energie niet meer voor”, zei ik klaarwakker, “ik ben zo moe, maar ik kan niet slapen.” “Zal ik je even lekker beffen en vingeren, dan kun je daarna in slaap vallen”, stelde hij voor met z’n ogen dicht. “Hè? Nee man, daar staat m’n hoofd al helemaal niet naar”, zei ik lachend. “Lievie, ik ben ook moe van alles, maar als het moet heb ik nog wel de energie voor ons allebei om je te verhuizen hoor”, zei hij rustig. Hierop had ik dan heel veel lieve dingen tegen hem kunnen zeggen, dat hij zo goed voor me zorgt en dat ik zo blij met hem ben, maar hij sliep alweer, dus besloot ik om naar beneden te gaan om een sigaretje roken. Een sigaretje in de nacht heeft meestal hetzelfde slaapwekkende effect als een joint, maar dat was dus dit keer mooi niet zo. Een kwartiertje later lag ik weer in bed en nog steeds te malen en te malen en te malen en te malen. “Ik kan nog steeds niet slapen”, zei ik. Zijn oplossing bleek even later wél te werken.

14

HOOFD IN DE WOLKEN, VOETEN OP DE GROND

"Volgens mij moet ik je feliciteren", hoorde ik vriend L. aan de telefoon zeggen.
"Eh, waarmee dan?", vroeg ik.
"Met je nieuwe huis natuurlijk."
"Oh, ja!"

Doordat ik offline over het algemeen zoveel negatieve, verbaasde of helemaal geen reactie heb gekregen lijk ik zelf haast vergeten dat een nieuw huis best een felicitatie waard is. Of dat huis nu in Amsterdam of in Tiel staat.

"Tiel???????????"
"Weet je het zeker?"
"Dan zie je je vrienden nooit meer!"
"Je zei altijd dat je nóóit meer terug naar Tiel zou gaan!"
"Je gaat hartstikke dood in Tiel!"
"Wat???????"
"Dat is niks meer voor jou!"
"Neeeeeeee!"

Als ik ergens eigenlijk helemaal klaar mee ben is het mezelf excuseren voor het feit dat ik ga verhuizen naar Tiel. Al blijf ik het wel doen. Misschien ook wel een beetje tegen mezelf. Want ook ik zit natuurlijk met behoorlijk wat vooroordelen.

Tiel is niet hip.
Tiel is niet kek.
Tiel is helemaal aan de andere kant van de wereld.
In Tiel is niets te doen.
In Tiel kan ik niet alles vinden wat ik nodig heb voor het maken van de PloesiePoesies en andere creatieve projecten.
Dat wat ik maak wordt minder hip en koel, omdat het nu ‘Made in Tiel’ is en niet meer ‘Made in Amsterdam’.

Maar! Vooroordelen zijn er om overboord te gooien en blijken in de praktijk ontzettend mee te vallen. Ze zijn voor mij in ieder geval minder belangrijk dan alle voordelen die de aanstaande verhuizing met zich meebrengt. Al blijft het bij vlagen heus wel fucking eng om m’n leven zo 180 graden om te gooien. Om te vertrouwen op m’n gevoel, al heb ik natuurlijk echt wel goed nagedacht over deze beslissing, want het is niet niks natuurlijk. Het is wat.

Maar ik heb besloten om het gewoon te dóén! Want het allergrootste 180-graden-gevoel heb ik nog steeds van binnen; als ik nu in de spiegel kijk, dan zie ik iemand waar ik graag op lijk. En dát is zeker een felicitatie waard.

Titel en slotzin zijn ontleend aan het heerlijke, blije liedje ‘Hoofd in de Wolken’ van Het Klein Orkest: KLIK.

43

LUNA IS GOING BACK TO HER ROOTS

Bij het grote loslaat-proces hoorde ook het loslaten van Amsterdam. Want hoe gaaf ik Amsterdam ook vind, probeer maar eens een huisje te vinden waar al m’n spullen in passen. Een huisje waar ik relaxt kan wonen, maar ook relaxt kan werken.

Ze zullen er best zijn.
Maar geld om een huisje te kopen heb ik niet.
Ik sta niet als woningzoekende ingeschreven.
Een huisje in de vrije sector is bijna onbetaalbaar.
En een hypotheek krijg ik ook niet.
Maar het allerbelangrijkste; ik wilde het eigenlijk ook niet.
Niet meer.

De afgelopen 3 maanden ben ik nog regelmatig in de binnenstad van Amsterdam geweest en iedere keer kwam ik gebroken terug. Moe. Doodmoe. Depressief. Chagrijnig. Verdrietig. Ik sta de laatste tijd zo ontzettend open dat alles om me heen ook ontzettend hard binnenkomt. En de drukte, de drukte, de drukte, de drukte, de drukte van Amsterdam; het gaat onder m’n huid zitten. Om me heen. In me.

Zo’n 2 maanden geleden reed ik met hem op de ring van Amsterdam.
En er was ineens een heel groot voelen.
Geen zeker weten, maar een zeker voelen.
"Ik ga niet meer in Amsterdam wonen", zei ik.

En dat was eigenlijk dat.

"Er staat een huisje bij mij in de straat te huur", zei hij vorige week.
"Echt waar?", vroeg ik.
"Ja, we lopen er zo wel even langs."

En terwijl we met de handen voor onze ogen naar binnen aan het koekeloeren waren kwam er een auto aanrijden. Het was de eigenaresse die nu in Groningen woont, maar toevallig net langskwam om de post op te halen.

Of we even binnen wilden kijken?

Per 1 oktober kan ik in m’n nieuwe huisje in Tiel.
Waar genoeg ruimte is voor mij.
Voor m’n 2 poezenboys.
Voor alle PloesiePoesies.
Ik heb een XXL-keuken, met XXL-voorraadkast.
Een whirlpool.
Een dakterras.
Vloerverwarming.
Een tuintje met een vijvertje.
Een XXL-schuur.
Een kattenluikje.
En een superleuke buurman.

En ik ben heel blij en dankbaar, omdat ik precies heb gekregen wat ik zo ontzettend hard nodig heb nu.

64

AIN’T GOT NO

In een bijna ver verleden meende ik: "Ik wil nooit weg uit Amsterdam centrum, ik wil überhaupt nooit weg uit Amsterdam, oh, nee, en ik wil dit huis nooit uit, ik wil hier oud worden, hier ligt mijn toekomst, dit is mijn thuis, hier woon ik, hier wonen de poezen en ik wil ook niet op vakantie, want ik ben het liefste hier." Iets meer dan 3 maanden geleden liep ik door het huis van P. en mij. Het was 5.00 ’s ochtends en P. sliep nog. Ik liep door alle kamers en keek naar alle spullen. Naar alles wat wij samen hadden opgebouwd. Naar alles wat ik in die 10 jaar om me heen had verzameld. Naar al de spullen in m’n atelier. Naar alle boeken in de kast. Naar de keuken. De vraag aan mezelf was; kan ik alles wat ik nu heb achterlaten? Al deze spullen? Dit huis. Dit thuis? Alles? Ben ik bereid om de helft van m’n vrienden niet meer te zien, omdat die nu eenmaal bij P. horen? Ben ik zelfs bereid om de poezen weg te geven, ze achter te laten of ze naar het asiel te brengen als er écht geen andere oplossing is? Ben ik bereid om mijn leven in 1 klap helemaal overhoop te gooien, zonder dat ik weet wat de gevolgen zullen zijn? Waar ik naartoe ga? Waar ik terecht kom? Of laat ik me nog langer leiden omdat ik zo bang ben voor het onbekende? Als ik in een film had gezeten, dan had ik als begeleidend muziekje ‘Ain’t Got No, I Got Life’ van Nina Simone rustig laten opkomen: "Then what have I got / Why am I alive anyway / Yeah, what have I got / Nobody can take away!!!!" Ik besefte dat ik alles wat ik had kon loslaten. Alles. Echt alles. Ik hechtte mij aan niets meer. Niet aan de spullen. Niet aan het huis. Niet aan Amsterdam. Zelfs niet aan de poezen. Aan helemaal niets. En pas toen ik me dat realiseerde kon ik openstaan voor alles wat er daarna zou gaan komen. Als ik niet zo verdomde nuchter in het leven zou staan zou ik haast durven zeggen dat ik toen een soort van spirituele ervaring heb gehad. En dat zonder Char of Derek Ogilvy in de buurt!!! Maar wat is het leven, wat is God, wat is het hele Godganse universum goed voor mij geweest de afgelopen maanden. Pas toen ik bereid was om helemaal niets meer te hebben, heb ik alles gekregen. "I’ve got life / And I am gonna keep it / I’ve got life / and nobody’s gonna take it away! I’VE GOT LIFE!


Omdat het zo’n fijne plaat is: KLIK (Nina Simone, Ain’t Got No, I’ve Got Life, groovefinder remix)

24

LEUK!!


Aanstaande zondag, 13 september, sta ik met al mijn PloesiePoesie-merchandising en met allemaal andere leuke handgemaakte dingetjes op het Groot Klein Kinderwarenhuis! Het is bij kinderboerderij De Zimmerhoeve, dus volgens mij kan ik tussendoor ook nog wat geitjes gaan aaien! Voor meer info: www.kleinkinderwarenhuis.nl.

0

LUNA IS TEVREDEN

De zinnetjes die de laatste jaren als een rode draad door mijn offline dagboek lopen zijn voornamelijk ‘ik wil gewoon normaal (…)’, ‘ik wil ritme en regelmaat’ en de zin die het vaakst terugkomt is toch wel: ‘Ik wil rust.’ Ik kreeg het niet voor elkaar. Niet bij P., niet met P., niet met mezelf, niet in Amsterdam. En ik heb het hard geprobeerd. Heel hard. Elke ochtend weer opnieuw. Om elke nacht weer in bed wakker te liggen met de gedachte; als ik zo doorga, als ik hiermee doorga, dan ga ik hartstikke dood. Ik moest breken met alles, maar bovenal met mezelf. Met wie ik was. En met wie ik aan het worden was. Het is soms niet te bevatten hoeveel mijn leven is veranderd in de afgelopen 3 maanden. Of hoe raar een balletje kan rollen. Het hoeft allemaal niet meer zo snel. Ik wil het ook allemaal niet meer zo snel. Ik wil niet meer groots en meeslepend leven. Ik wil gewoon vroeg opstaan, rustig wakker worden, koffie, broodje, 8 uur per dag werken, daarna eten om 18.00 en daarna lekker op de bank hangen en wat televisie kijken of een boek lezen. Gewoon een boek lezen! Of misschien stiekem nog een PloesiePoesie in elkaar naaien, maar gewoon relaxt. Fijn. Ik wil gewoon gezellig bij m’n ouders op visite voor een kopje koffie met een stroopwafel. Ik wil wakker worden naast m’n verkering en daarna 2 keer op ‘snooze’ drukken om nog eventjes samen te blijven liggen. Ik wil samen op de bank kijken naar een concert van Andre Rieu op het Vrijthof en ondertussen praten over van alles of over helemaal niets. Ik wil een poes op schoot. Ik wil zo hard vrijen dat er een lat uit de bedbodem breekt. Ik wil een sigaretje roken bij het open raam. Ik wil gewoon 1 wijntje drinken en niet meer 2 flessen. Ik wil mijn ouders gelukkig zien met elkaar en met mij. Ik wil m’n verkering aankijken en zeggen dat ik van hem houd en dan te horen krijgen dat hij ook van mij houd. En dat had ik gisteren allemaal. Ik had ritme. Ik had regelmaat. Ik had liefde. En bovenal; ik had rust.

28