web analytics

Maandelijks archief januari 2008

LUNA IS HAAR GEDULD VERLOREN

Ik heb het helemaal gehad. Helemaal gehad! Had ik al gezegd dat ik het helemaal gehad heb? Ik ga nu al 2 weken volledig en totaal computerloos door het leven en ik haat het, ik haat het, ik haat het. De eerste dagen was ik vooral over m’n toeren over het feit dat m’n pc kapot was, daarna kwam er een soortement van berusting omdat ik wist dat er een nieuwe pc zou komen en nu, nu, nu, nu is er alleen maar hysterie en zelfs een soort van misselijkheid overgebleven, omdat ik het gewoon niet meer kan houden van ongeduldigheid. Ik ben 2 weken volledig out of touch met mezelf geweest. Helemaal de weg kwijt. Ik zet normaal gesproken altijd ’s ochtends eerder m’n pc aan dan dat ik m’n Senseo-apparaat door laat lopen. Ik denk ieder uur wel een keertje; even opzoeken op internet. Er zijn liedjes die alleen op mijn pc staan en die ik niet op cd of elpee heb en die ik wel nu, nu, nu wil horen. Ik heb de behoefte om elke uur m’n e-mail te checken. Maar vooral; ik wil gewoon m’n computer en m’n data terug. Ik wil het, ik wil het. Ik heb 2 weken niet kunnen werken en al had ik dat misschien moeten zien als een cadeautje aan mezelf en gewoon moeten genieten van de onverwachte vakantie; het is me niet gelukt. Ik heb maar af en toe kunnen internetten op het internet en ik heb het gevoel dat afkicken van de heroïne een stuk makkelijker is dan 2 weken computerloos. Ik heb in die 2 weken namelijk heel erg kunnen nadenken over mezelf als mens en als vrouw en als verloofde en als vriendin en als onderdeel van het universum, maar daar had ik het, als ik heel eerlijk ben, eigenlijk na 1 dag al mee gehad. Contempleren zit mij niet in het bloed. Ik wil gewoon nu, nu, nu, nu mijn nieuwe computer en daarop dan ook graag alle data die op mijn oude pc stond. Of had ik dat al gezegd? Gelukkig kreeg ik vanmiddag eindelijk het verlossende sms-je dat het computer-mannetje m’n pc morgen eindelijk écht helemaal komt installeren. Had ik al gezegd dat ik die computer liever nu al had gehad?

P.s.: en dit is het eerste en laatste Luna-stukje dat op een Apple is getikt.

14

POEZEN P.S.

Binnenkort te verwachten: onze poes John Digweed in een advertentie voor een multimedia-bedrijf! Al loungend op mijn toetsenbord en voor mijn binnenkort ex-monitor en ex-pc! Ik ben heel trots op mijn Holland’s Next Cat Model!

1

LUNA EN HET BETALINGSVERKEER

“Liefje”, begon ik maandagochtend, “ik betaal die nieuwe computer zelf hoor. Die oude was al bijna 6 jaar oud en dat beeldscherm was ook al heel lang aan vervanging toe, dus ik had er rekening mee gehouden en ik kan het natuurlijk aftrekken van de belasting via m’n bedrijf.” “Dat is wel slim”, zei P, “maar sinds wanneer wil jij mijn pinpas niet meer gebruiken?” ‘Nou, laat maar lekker doorkomen die pinpas hoor”, zei ik, “dan ga ik nieuwe schoenen kopen en een paar kekke jurkjes, maar ik betaal de computer zelf.” “Wat jij wil meisje”, zei hij. “Maar kun je wel even bijspringen?”, vroeg ik, “want ik heb niet genoeg op m’n rekening staan, maar ik móét het geld morgenochtend overmaken, dan staat m’n nieuwe installatie maandag hier. En ik wil het, ik wil het, ik wil het, echt, heus, want ik ben helemaal van de leg, zo zonder computer, en ik heb al een week niet kunnen werken!” Dus vanmorgen om 8.00 drukte P. z’n Rabobank-pasje met Random Reader in m’n handen, zodat ik op zijn Apple een gedeelte van het geld kon overmaken. Ik probeerde eerst in te loggen met mijn ABN-AMRO-bankpasje om mijn gedeelte te betalen. Ging niet. Kut. Zucht en steun. Kut, kut, kut, kut-Apples. Vriendin I. maar sms-en; ‘kom weer even bij je internetten op het internet zo.’ Op de fiets. Computer van I. aan. Daar kon ik wél inloggen bij de ABN-AMRO, maar daar kon ik weer niet inloggen met de Random Reader. Nog meer zuchten. Weer op de fiets naar een Rabobank. “Doet u mij een nieuwe Random Reader, want deze is kapot”, vroeg ik aan het baliemeisje. “Wij zijn nog niet open”, zei het meisje. “Waarom gingen de schuifdeuren dan open?, vroeg ik. Ik moest om 10.00 maar terugkomen, vond ze. Ik stond een half uur in de kou, te wachten tot het 10.00 werd. Het werd 10.00. Ik liet het baliemeisje de kapotte Random Reader zien. Uit een bakje op haar desk pakte ze een nieuwe. “Alsjeblieft”, zei ze. Had je dat net ook niet kunnen doen, vieze vuile op macht beluste balie-trut, dacht ik. Maar ik zei het niet. Weer terug thuis bij vriendin I. betaalde ik het geld voor mijn nieuwe computer via mijn zakelijke rekening en via P.’s rekening. Iets wat me op mijn eigen vertrouwde computer normaal gesproken 2 minuten kost, duurde vandaag 2,5 uur. Een computer. Volledig overbodige luxe.

14

LUNA EN EEN GECRASHTE PC

Dat zul je altijd net zien. Net als je na een welverdiende 3 weken rust weer wilt gaan beginnen, net als je ervoor gaat zitten om al je binnengekomen mailtjes te beantwoorden, net als je besluit alle lopende opdrachten eens goed te archiveren, net als je besluit om eindelijk de hele boel eens lekker te gaan back-uppen, net dan, dan crasht je pc. Nu had-ie de laatste maanden al wel wat kuurtjes. Beetje vastslaan op momenten dat ik daar niet op zat te wachten. Maar altijd kon ik ‘m nog wel herstarten. Tot afgelopen woensdagmiddag. M’n pc sloeg vast, ik kon ‘m niet herstarten en daarna kreeg ik ‘m ook helemaal niet meer aan. ‘Piep… piep… piep’, deed-ie. Oh, God. Het ergste van het ergste was mij overkomen. Ik ademde in. En in. En in. En uit. En uit. En in. En uit. En ik belde partner P.: “M’n computer is nu écht helemaal kapot”, snikte ik. “Meisje, mag ik je zo even terug bellen?”, vroeg P., “ik moet nu een meeting in.” ”Nee, ik je moet nu naar me luisteren”, gilde ik. “Ik bel je over een uurtje”, zei hij. “Je hoeft niet zo tegen me te gillen”, gilde ik. “Ik gil helemaal niet”, zei P. rustig. “Je verheft je stem!”, riep ik volledig overstuur. “Meisje, doe even rustig, ik verhef m’n stem helemaal niet”, zei hij. “Ik kan niet rustig doen, m’n computer is naar de klote en ik ben in paniek en ik weet niet wat ik moet doen”, zei ik. “Meisje, ik moet nu een meeting in met een belangrijke nieuwe klant”, zei hij. “Kan mij die nieuwe klant schelen, ik ben je vrouw, ik ben veel belangrijker”, gilde ik. “Meisje, ik regel het voor je, echt”, zei P., “maar ik moet nu die meeting in.” Een seconde later hing P. op. Oh, ja. Verdomme. Ik zette een pruillip op, maar besefte dat die pruillip weinig zin had als er toch niemand naar me keek. Ik besloot er bij te gaan zitten. En toch nog maar een keer te proberen m’n pc op te starten. ‘Piep… piep… piep’, deed-ie nog steeds. En ‘piep… piep’, deed ook m’n telefoon. “Met mij”, zei P., “heb je pen en papier?” Even later schreef ik een 06-nummer op. “Ik heb verteld wat er aan de hand is”, zei P., “deze jongens regelen ook de ICT hier en ze gaan het helemaal in orde maken voor je. Je krijgt van mij een nieuwe pc.”

p.s. Morgenochtend wordt m’n oude pc opgehaald en al dagen bid ik tot het universum dat alle data nog van mijn harddisk te halen is. Daarna komt er snel een nieuwe pc hier in huize Luna en P.! Tot die tijd plak ik er nog maar een weekje ‘niksdoen’ aan vast, want al mijn lopende en nieuwe PloesiePoesie-opdrachten staan in mijn oude pc. Ik voel me nogal geamputeerd, zo zonder pc.

23

LUNA ZIET HET LICHT DOOR EEN DOOS

“Kom je ook op m’n Tupperware-party?”, had vriendin T. gevraagd. “Ehm, nou, eh”, was ik begonnen, “ehm, nou, ach, weet je, waarom ook niet!” Burgerlijk, dat is precies zoals ik me de laatste maanden voel, dus zo’n Tupperware-party kon er ook nog wel bij! Daarnaast zijn er een aantal dingen in je leven die je gewoon meegemaakt moet hebben en het bezoeken van een Tupperware-party is daar 1 van. Dus gisteravond zat ik samen met wat vriendinnen van T., de moeder en schoonmoeder van T., de broer van T., een kopje koffie en een plakje marmercake te staren naar onverwoestbare bakjes in alle moderne kleuren van de regenboog, multifunctionele ovenschalen, handige ruimtebesparende stapeldoosjes, blikopeners, hakapparaatjes, uitklapbare vergieten en dubbelwandige sauskommetjes die de Tupperware-consulente de revue liet passeren. “Mooie producten hoor”, vond ik en een uur later vulde ik op het bestelformulier in dat ik de BroodSmart (een brooddoos, ideaal voor kleinere huishoudens), de CheeSmart (een kaasdoos, met Condens Control-deksel) en de Stapel-Drie (een vleeswarendoos, zeer ruimtebesparend) wilde aanschaffen. Nadat de Tupperware-consulente alle bestelformulieren had verzameld kwam er ineens een heel leuk Tupperware-bakje voorbij waar iedereen iets leuks uit mocht kiezen. Gratis! Ik twijfelde over een sinaasappel-snijder, maar koos uiteindelijk voor een heel handig soort rubberen beflapje om potten mee open te draaien. “Die gebruik je uiteindelijk veel vaker hoor”, fluisterde de consulente mij toe. Vriendin T. mocht, omdat ze gastvrouw was, daarna uit alle bestelformulieren 1 formulier trekken dat nog een extra cadeautje kreeg. Niet veel later werd er een multifunctionele taartschep in m’n handen gedrukt. “Oh! Maar die hebben wij allemaal al!”, riepen de andere gasten in koor. Maar ik had zomaar een prijs gewonnen! En ineens vond ik de hele Tupperware-happening geweldig. Een samenkomst van mensen die nog stonden voor de normen en waarden waar het echt om draait in het leven! Ik zag het Tupperware-licht! Ik stond op, gooide m’n armen in de lucht en riep: “I’m a believer!” Daarna telde de Tupperware-consulente alle bedragen van de bestelformulieren bij elkaar op en kwam tot de conclusie dat als vriendin T. nog 1 vriendin wist over te halen om zelf zo’n Tupperware-party te organiseren, dat ze dan een geweldig cadeau kreeg. En vriendin T. die ontzettend handige, multifunctionele, unieke ovenschaal die ook nog eens geschikt is voor diepvries én magnetron ter waarde van € 82,95 misgunnen, ja, zo zit ik dus niet in elkaar. Woensdag 12 maart organiseer ik een Tupperware-party bij mij thuis.

34

LUNA EN EEN MANISCHE ADMINISTRATIE

Sommige dingen kun je van mijlenver zien aankomen. Je weet het. En je kent jezelf. Je weet dat je goed en vooral accuraat bent met cijfertjes en de administratie en Excel en de boekhouding, maar je weet ook dat je er geen ene reet aan vindt. En je weet ook dat je er niet aan kunt ontkomen. Dat er nu eenmaal dingen in het leven zijn waar je echt niet onderuit komt. En dat je er daar dus eigenlijk maar beter zo snel mogelijk weer vanaf kan zijn. Dus je besluit, eigenlijk best spontaan, je administratie te gaan doen, zodat je je belastingtoestanden op tijd kunt inleveren. Dus je begint vroeg in de ochtend met zoeken. Het zoeken naar alle bonnetjes van 2007. Want, ja, natuurlijk ben je in januari 2007 braaf begonnen met het perfect organiseren van je administratie. Bonnetjes voorzien van nummer, bonnetjes op datum, bonnetjes achter elkaar geniet in een map. Facturen keurig uitgeprint op nummer en datum. Prachtig was het. En klaar! Maar ja, als je dan een paar weken de aandacht laat verslappen, dan is het eigenlijk al te laat. Het laatste halfjaar van 2007 verzamelde je al je bonnetjes ergens in de boekenkast, in de keukenla, in verschillende portemonnees, in verschillende tassen en op verschillende handige en vooral overzichtelijke plekken in je atelier. En wanneer je dan na uren zoeken eindelijk met een grote stapel ongeorganiseerde bonnen en facturen voor je zit, dan komt de grote spijt. Spijt dat je niet gewoon elke week eventjes al die bonnetjes bij elkaar hebt gezocht. Elke week een kleine moeite. En daarna komt het grote voornemen. Het voornemen om het dit jaar écht helemaal anders te doen. En dan komt de aandrang om er maar een wijntje bij te nemen, want dat maakt zo’n organisatie toch een stuk aangenamer. Maar na januari en een wijntje, februari en een wijntje en maart en een wijntje, ja, dan komt het allesoverheersende besef dat al die ingewikkelde cijfers best nog een dag kunnen wachten.

14

GROENE NAGELLAK


Lezeres M. stuurde me dit gezellige poezenplaatje. En laat deze kleur groen nou net precies de kleur groen van mijn kapotte schoenen zijn!

15

LUNA LIET ZICH EEN HAK ZETTEN

Ik ben een schoenenfetisjist. Hoe meer schoenen, hoe beter. En al heb ik heel veel paar in m’n kast staan, ik ben niet van de dure schoenen. Ik ben van de heel veel voor weinig. Ik ben van de tweedehands schoenen, van de C&A, van de markt. Tot vorig jaar juli. Vrienden D. en P. gingen trouwen en ik was samen met de pinpas van partner P. al dagen op zoek naar dé perfecte jurk. Toen ik die uiteindelijk vond in een tweedehands achteraf zaakje voor maar 30 euro waren zowel zijn pinpas als ik zeer blij en gelukkig. De jurk was lang, zwart, met een groen gestippeld 70’s patroon en had vleermuismouwen tot bijna op de grond. Toen ik daarna bij Betsy Palmer dé perfect bijpassende schoenen vond, ook zwart met precies dezelfde kleur groene stippels, moest ik wel even slikken van het prijskaartje. Ik heb nog nooit
€ 175,- betaald voor een paar schoenen, bedacht ik. ‘Maar jij hoeft het ook niet te betalen’, fluisterde P.’s pinpas, ‘P. betaalt en hij heeft gezegd dat je alles mocht kopen wat je wilde.’ Dus ik rausde de pinpas erdoor en liep dolgelukkig naar huis. Ook op de bruiloft van D. en P. liep ik er hartstikke kek bij, maar tijdens het feest die avond trok ik m’n slippers aan, want, ja, doei, ik ga dus niet dansen op schoenen van € 175,- met hakken van 11 centimeter. Daarna verdwenen de schoenen, van het merk Fornarina, weer in hun doos om er 6 maanden later, Eerste Kerstdag, weer uit te komen. Om er een uur later weer, met een afgebroken hak, in te belanden. “Ik heb ze echt maar 2 keer aangehad”, zei ik vorige week tegen het meisje bij Betsy Palmer, echt waar.” “Het valt niet meer onder de garantie”, vertelde datzelfde meisje me vandaag.” “Maar het is toch niet normaal dat een hak na 2 keer dragen afbreekt?”, vroeg ik. “Wij moeten ergens een grens trekken”, zei ze. “Maar is het normaal?”, vroeg ik. “Maar wij moeten een grens trekken”, zei ze nog een keer. "Maar het is niet normaal toch?’, vroeg ik. ‘Wij kunnen je niet helpen", zei ze. “Maar vind jij, als schoenen-expert, het normaal dat een hak na 2 keer dragen afbreekt?”, vroeg ik nog eens. “Nee, dat is het eigenlijk niet”, zei ze, maar ze keek me aan alsof ik het afgelopen halfjaar elke dag op de pumps had gelopen. De trut. Verdomme. Het gaat me niet eens om het geld, daar heb ik immers P.’s pinpas voor. Het gaat me om het principe.

44

LUNA DEED EVEN NIET AAN OUD&NIEUW

“Wat gaan wij eigenlijk doen met Oud&Nieuw?”, had partner P. me een aantal weken terug gevraagd. “Oh, man, liefje, zucht en steun”, zei ik, “ik moet er niet aan denken om een feest te geven, en dan weer helemaal naar de klote en dan de volgende dag in al die rotzooi en dat dan opruimen en dan weer bijkomen, zucht, nee.” Nee, daar had P. ook helemaal geen zin in. Bijna elk jaar dat wij in dit huis wonen hadden wij een feestje op 31 december gegeven en dat zagen we dit jaar allebei niet zitten. “Danny Howels draait in de Panama”, zei P., “zullen we daar naartoe gaan dan?” We keken elkaar aan. En de vraag stellen is ‘m beantwoorden. Wij keken elkaar aan en wisten allebei: deze Oud&Nieuw zouden wij lekker samen met z’n tweeën doorbrengen. Lekker op de bank. Toastje erbij. Chipje erbij. Poes op schoot. En dat is ook inderdaad wat P. en ik deden. Na een prachtige Eerste Kerstdag met familie en een heerlijke Tweede Kerstdag met vrienden vielen wij in het grote vacuüm tussen de kerstdagen en Oud&Nieuw. Een groot vacuüm dat wij haast comateus doorbrachten op de bank. Wij sliepen bij. Wij keken wat domme series. Wij hingen wat. Wij aten de stokbroodjes en kaasjes die nog over waren van de kerstdagen. En wij hadden zeker 16 uur per dag onze ogen dicht. En op 31 december zetten wij de televisie aan om te kijken naar de eerste de beste lullige cabaretier die wanhopig probeerde lullige grapjes te maken over het lullige afgelopen jaar. Wij zetten de televisie aan om zo naar nog wat clips en optredens te kijken van wat willekeurige artiesten. Wat clips en optredens die bij ons allebei zorgden voor flink wat tranen: “Wat kunnen die goed zingen hè, liefje? Het is toch best wel goede televisie hè, deze Top2000?” En die nacht  lagen wij voor het eerst sinds 10 jaar om 1.00 in bed. Fijn. Klaar. Heerlijk. Het licht uit. Rust. Doei. En daarna zei mijn P. gisteravond terecht en heerlijk droog na de eerste dag van het jaar: “Zo, die kutdag kan ook maar weer beter voorbij zijn.”

15