web analytics

Maandelijks archief april 2007

PLOESIEPOESIE-RADIO

Vorige week kwam Arnoud van www.verbaljam.nl mij interviewen over de PloesiePoesies voor VPRO-radio, De Avonden. En het interview, dat gisteren werd uitgezonden, is, al zeg het zelf, erg leuk geworden. Vooral de laatste 30 seconden!
En nu is het interview ook gewoon nog te beluisteren, gelukkig! Ga naar www.verbaljam.nl en klik op ‘verbal jam op de radio’. Klik daar op ‘Katten en Kunst’ en scroll door naar de laatste 10 minuten. Leuk!

11

LUNA SNAPT DAT HYVES NIET ZO

Dat Hyves, dat is eigenlijk volledig aan mij voorbij gegaan. Toen ik vorig jaar lid werd snapte ik de bedoeling er niet zo van, behalve dan dat je zoveel mogelijk vrienden moest zien te krijgen. Ik vond het vooral een tijdverspillende aangelegenheid. Lid worden? En dan? Ik kon toch ook gewoon mailen, MSN-en en stukjes op mijn website schrijven? Nog langer achter m’n computer zitten om m’n Hyves bij te houden? Er zit wat mij betreft toch zeker een grens aan het online communiceren. Maar na een mislukte beginperiode van een jaar was het misschien tijd voor een nieuwe ronde, met een nieuwe kans. Sommige vrienden spraken er immers nog steeds vol lof over. Dus ik begon wat te surfen tussen alle groepjes die zich gevormd hebben op dat Hyves. Zo vond ik bijvoorbeeld een Hyve voor mensen met blauwe ogen. En dan niet 1, nee, een heleboel. Er is trouwens ook een Hyve voor mensen met groene ogen. En ook eentje voor mensen met blauw/groene ogen. En dan ook nog een soort van rest-ogen-Hyve: voor mensen met aparte ogen. Ja, ik keek mijn ogen uit. Dus dan word je lid van de Hyve die jouw oogkleur het beste omschrijft. En dan? Gaan al die leden dan samen over hun oogkleur praten, chatten, foto’s posten van hun ogen? Ja, dat was inderdaad het geval. Samen praten over welke make-up nu het beste past bij blauw-groene ogen. Ik vond het treurig. Maar okay, clubjes zijn sowieso nooit mijn ding geweest. Dan maar eens op zoek naar mijn oud-klasgenoten. Waren die inmiddels ook lid van Hyves? Ja, dat waren er wel een paar. En het was, toegeven, best geinig om wat door hun foto’s te bladeren: ‘Heeft díé een kind???’ Maar ja, en dan? Een zogenaamde scrap sturen? Iets in de richting van: ‘Hoi! Hoe gaat het met jou, met mij gaat het goed. Vroeger zat ik met biologie naast jou! Doei!’ En dan? Of eigenlijk: en daarna? Moest ik dan met diegene een hele Hyve-scrap-wisseling gaan houden? Dus, nog meer zeggen dan alleen ‘hoi’? Daar heb ik bij weinig mensen uit mijn verleden behoefte aan. Al zag ik wel de jongen die mij 25 jaar geleden heeft leren veters strikken, en ik had de neiging om hem dat via zo’n scrap even te laten weten. Maar ja. Ach. En dan?

30

LUNA HAD HET RIJK ALLEEN

Vorige week dinsdag vertrok mijn partner P. voor een weekje naar New York. Ik had meegekund, maar ik koos er voor om alleen thuis te blijven. Wie wil er immers rondlopen in Central Park als je ook thuis lekker kunt knuffelen met je katers? En ik had daarnaast grootse plannen! Ik zou het hele huis eens even flink onder handen nemen! Ik zou de vloer in m’n atelier eindelijk gaan schilderen. En ik zou de vloer in de slaapkamer ook meteen nog een keer voorzien van een laagje verf, want 1 laag bleek de vorige keer niet genoeg. En ik zou al onze kledingkasten eens flink uit- en inmesten! Ik zou de diepvries gaan ontdooien. En de oven eindelijk eens schoonmaken. Als partner P. terug zou komen van z’n vakantie, dan zou hij niet weten wat hij mee zou maken! Hij zou niet alleen blij zijn dat hij me na een week weer zag, nee, hij zou van me houden als nooit tevoren! Ik zou voortaan niet alleen de liefde van zijn leven zijn, maar na deze week ook de vrouw die in staat is om in haar eentje een hele Extreme Home Makeover in een week door te voeren! Ik zag het allemaal helemaal zitten, maar in plaats van mij te richten op dingen zoals het huishouden, schoonmaken, verven of meer van dat soort saaie bezigheden, heb ik het er de afgelopen week eens flink van genomen. Ik ben van sociaal evenement naar sociaal evenement gehobbeld. Van die naar die. Van dat drankje naar een ander drankje. Die kwam langs en die. Ik heb nog nooit zo’n volle agenda gehad sinds ik ben afgestudeerd. En ondertussen heb ik het huis volledig op z’n beloop gelaten. Ik ben zeer onder de indruk van mezelf in hoe een korte tijd ik een huis van 300 vierkante meter volledig over kan nemen. Overal ligt iets en dat op plekken waar het niet hoort. Dus nu sta ik voor de immense taak om alle teringzooi die ik de afgelopen week heb gemaakt ook weer op te ruimen. Ik word al moe als ik eraan denk en ik ga veel liever deze middag en avond nog een terrasje pakken. Dus partner P. mag al blij zijn als hij ons huis morgen weer in dezelfde staat aantreft als op het moment dat hij vertrok.

16

LUNA EN EEN SPRAAKVERWARRING

Onze vaste telefoon gaat en ik neem op: “Met Luna”. Ik hoor een jonge jongen met een Marokkaans accent de eerste zin van zijn beeldscherm in een hoge snelheid opratelen: “Hallo, u spreekt met die en die en ik bel over uw vaste KPN-abonnement. Spreek ik met mevrouw van der Meer?” “Nee, je spreekt met mevrouw van den Heuvel”, antwoord ik, “maar ik hoop ooit mevrouw van der Meer te worden.” Een ongemakkelijke stilte volgt. “Ja, die is moeilijk hè?”, zeg ik. “Ik begrijp u niet”, zegt het bel-jongentje. “Ik ben mevrouw van den Heuvel, maar ik hoop ooit mevrouw van der Meer te worden”, herhaal ik. Er volgt weer een stilte, die uiteindelijk wordt doorbroken door de vraag: “Bent u verhuisd ofzo?” Zucht en steun. “Nee, we zijn niet verhuisd”, zeg ik, “ik woon samen met meneer van der Meer en als wij ooit trouwen, dan word ik mevrouw van der Meer.” “Mag ik meneer van der Meer dan misschien spreken?”, probeert het bel-jongentje. “Nee, meneer van der Meer is niet thuis, maar dat is mijn partner en we wonen samen, dus je kan ook met mij bespreken waar je voor belt”, zeg ik. Weer volgt er een stilte en al hij lijkt niet zeker van z’n zaak, hij begint toch met het oplepelen van een fantastisch aanbod qua vaste telefonie. Goedkoper bellen, goedkoper abonnement, een groot feest. “Maar als het allemaal goedkoper kan, waarom laten jullie dat dan niet automatisch ingaan?”, vraag ik. Weer een stilte. “U moet ons daar toestemming voor geven”, zegt het bel-jongetje even later. “Ik moet jullie toestemming geven om onze telefonie goedkoper te regelen, dat is toch stom?”, zeg ik. Er volgt weer een stilte. En dan snap ik het zelf pas. “Ben jij wel van de KPN?”, vraag ik. “Nee, ik ben van die en die”, zegt het bel-jongetje. “Maar je zei net dat je over ons KPN-abonnement belde”, zeg ik. Weer stil. En nog langer stil. “Maar ik heb er geen behoefte aan om over te stappen naar een andere aanbieder”, zeg ik dan maar, “maar ik wil je wel heel veel succes wensen met de rest van de avond.” “Eh, okay, dag mevrouw van der Meer”, zegt het bel-jongetje.

34

LUNA ZOEKT HULP!!!

Kan iemand mij misschien vertellen waarom maanisch.com niet meer gevonden wordt door zoekmachines als Google? Mijn dank is groot!!!

16

“ARE YOU MY HANDICAPPED SISTER?”

Midden in de nacht word ik wakker van stemmen voor ons huis. Vanuit bed kijk ik omhoog en zie dat een man en een vrouw op onze vensterbank zijn gaan zitten en doordat ze tegen de ramen leunen kan ik alles wat ze zeggen verstaan. Zij heeft een nieuw shot nodig en maakt hem dat duidelijk in het Engels, maar met een zwaar Oost-Europees accent. Zij wil het nu, of in ieder geval alvast even iets, een klein beetje maar, proeven, en hij probeert haar met een Surinaams accent rustig te krijgen: “Relax baby.” Ik hoop dat ze vanzelf weggaan, maar na 10 minuten geven ze me die indruk nog niet. Verdomme. Ik sta op, kleed me aan en loop naar onze voordeur. Ik tik op het raam om hun aandacht te krijgen en vouw mijn handen samen tegen 1 oor. “Joehoe, I’m trying to sleep”, zeg ik. Vliegensvlug staat de Oost-Europees schreeuwende vrouw voor onze deur en ik ben blij dat er veiligheidsglas tussen ons in zit. Haar haren staan wild en ze heeft een afwezige, glazige blik. Dan plaatst ze haar handen tegen het raam om mij eens goed te bekijken. “Hello, I’m trying to sleep”, zeg ik tegen haar. “You look like my handicapped sister”, schreeuwt de vrouw naar me terug. “Are you my handicapped sister?” Ik geloof mijn ogen bijna niet, maar er staat hier een vrouwelijk versie van Borat te schreeuwen dat ik haar gehandicapte zuster ben. Zucht. Ik zeg dat ik haar zus niet ben en vraag of ze alsjeblieft ergens anders naartoe wil gaan. Haar dealer, pooier of medegebruiker is ondertussen al een stukje verder gelopen. “Is that why you have this house?”, vraagt de junk, “because you are handicapped?” Wat? Ik kijk haar vragend aan. “Or because of our parents?” Wat? “Why you have this house?”, vraagt ze nog een keer en ze begint nu ook tegen het raam te kloppen. “Because we have a job”, zeg ik rustig door de ramen, “and can you please leave now?” Maar de vrouw blijft tegen het raam kloppen en mij haar ‘handicapped sister’ noemen. En een coherent gesprek voeren met een junk over de voordelen van afkicken en een eigen huis en waar je de beste hypotheek kunt regelen lijkt me, al helemaal op dit tijdstip, geen optie. “If you don’t leave, I’ll call the police”, zeg ik. En dat ene woordje ‘police’ zorgt ervoor dat de vrouw zich omdraait en wegloopt. En terwijl ze in de nacht verdwijnt roept ze me nog na: “Okay, I see you tomorrow.” Het lukte mij daarna niet meer om in slaap te vallen.

20

MAANISCH.COM BESTAAT 6 JAAR


Er is er 1 jarig hoera, hoera, dat kun je wel zien dat is maanisch.com! Vandaag bestaat deze site precies 6 jaar. En om dat te vieren wou ik een beschouwend en contemplerend stukje, over het hoe en waarom en hoe het dan allemaal het afgelopen jaar is gegaan, geheel achterwege laten. Ik ga vanmiddag in de zon om het te vieren en was van plan voor elk logjaar een mojito te drinken. Proost.

31

LUNA’S BLOED GUTST

Bloed laten prikken dus. “Je moet wel nuchter zijn als je bloed laat prikken”, had de huisarts gezegd. “Oh, dus ’s ochtends niet even een Tia Mariaatje om mezelf wat moed in te drinken?”, vroeg ik. Nee, dus. “Het is sowieso beter om geen koffie of thee te drinken. En alcohol en sigaretten verhogen je hartritme ook”, zei de dokter. “En de vrijdagmiddagborrel dan?”, probeerde ik. “Nou, zo letterlijk moet je het allemaal niet nemen”, vond hij. Maar dat hele bloed af laten tappen, dat is dus niet mijn favoriete bezigheid. Ik hoefde het pas 1 keer eerder en toen ben ik bijna flauw gevallen. Niet van de pijn, maar van de hele situatie. Het ziekenhuis. De geur. En dan zo’n zijige zuster in zo’n zusterspakje. Zo’n type dat denkt dat zalvende zinnetjes een mens weer in het hier en nu te krijgen. Zucht. Ik ben niet van de lieve woordjes. Daar wordt het allemaal alleen maar erger van. Ik wil een nare situatie zo snel mogelijk achter de rug hebben en iedere minuut dat ik me langer in een nare situatie bevind is mij een minuut teveel. Daadkracht moet ik hebben. Jens die naald erin, als ik het maar niet hoef te zien. Pak wat je pakken kan en doe mij daarna een wijntje. En gelukkig had ik gisteren bij de bloed-aftapcentrale op de Fannius Scholtenstraat een zeer daadkrachtig bloedtap-vrouwtje te pakken. Terwijl ik 5 minuten op mijn beurt moest wachten had zij al 4 oudjes voor hun trombose geprikt. Dus dat schoot lekker op. En toen ik zelf aan de beurt was had ik niet eens tijd om te zeggen dat ik het eng vond. Ze pakte m’n arm, knelde ‘m af, stak de naald erin en begon me af te tappen. Ik hoorde m’n bloed in een buisje gutsen, en al kan het er mij op tv niet goor en bloederig genoeg aan toegaan, m’n eigen bloed horen gutsen vond ik net iets teveel realiteit. “Oh, getsie”, kermde ik zachtjes met m’n ogen stijf dichtgeknepen, maar ze ging stug verder. Een topwijf! Gewoon doorgaan. Laat mij maar creperen. En toch zeker wel 20 minuten later stond ik vol verbazing te kijken naar het aantal buisjes dat ze aan het ordenen was. “Jesus, hoeveel heb je eruit gehaald?”, vroeg ik. “Oh, 4 buisjes, dat is niet zoveel hoor”, zei ze. Nou, als ik van tevoren had geweten dat ik 4 buisjes bloed moest laten aftappen, dan was ik mooi niet gegaan.

16

LUNA EN EEN PANIEKAANVAL O.I.D.

Vorige week woensdagnacht 2.00, schudde ik P. wakker: “P. ik voel me helemaal niet goed. M’n hart gaat heel hard en ik heb het gevoel dat ik adem te kort kom. Ik ben hartstikke bang dat het niet goed zit.” Ik had al 2 uur lang wakker gelegen met een raar gevoel in m’n lijf. Iets zat er niet lekker. Ik voelde me raar. En slap. En wee. En dat werd alleen maar erger. En ik kreeg het koud. En ik ging trillen. En m’n hart leek nog sneller te gaan. En ik kreeg mezelf niet meer rustig. En ik wilde naar buiten om te wandelen. En ik moest naar de wc. En ik kreeg niet genoeg adem. En ik wou een kruik. En ik dacht dat ik een hartaanval zou krijgen. En toen ging m’n linkerarm ook nog tintelen, maar of dat nou echt was, of dat ik dat alleen maar dacht, dat wist ik ook niet meer. En ik voelde me raar. En ik had geen slipje aan en als de ambulance zou komen, wat dan? En van de gedachte aan een ambulance ging m’n hart nog veel sneller kloppen. En dit dan allemaal tot een uur of 4.00 ’s nachts. Toen had ik behoefte aan iemand die me even aan wat apparaten hing om te checken hoe het er allemaal intern aan toe ging. Dus P. belde met een arts en zij wisselenden wat informatie uit. En even later kreeg ik de arts aan de telefoon. “Er is totaal geen reden om bang te zijn voor een hartaanval, gezien uw leeftijd en uw geschiedenis.” Ja, doei! ‘Er is voorshands geen enkele reden om werkelijk ongerust te zijn’, dat zei Colijn ook de nacht voordat de Duitsers Nederland binnenvielen in 1940. Die arts had makkelijk lullen, zij had geen hart dat als een bezetene in haar lijf klopte! Ze vertelde nog wat over hartslag, ademhaling, lichaamstemperatuur en hoe dat allemaal samen hing en dat er echt geen reden tot paniek was. “Kunt u dan misschien de hele nacht aan de telefoon blijven? Gewoon voor de zekerheid?”, wilde ik vragen, maar koos er uiteindelijk toch maar voor om rustig te gaan liggen en me te concentreren op wat MTV-clips. Een paar uur later viel ik eindelijk in slaap en de volgende dag voelde ik me, behalve moe, best prima. Voor de zekerheid toch nog even langs m’n huisarts. “Nou, laten we eerst maar eens even je bloed testen, dan zien we daarna wel weer”, zei hij na het aanhoren van m’n verhaal en gaf me een verwijsbriefje. En van de gedachte dat ik bloed moest laten prikken kreeg ik bijna weer een paniekaanval. Of iets dergelijks.

15